Lotus maakt de auto die we allemaal wel willen hebben. Met de nieuwste Elise kun je milieuverantwoord genieten van echt rijden.
 
‘Groen moet je doen’: een onnozele kreet waarmee de overheid ons jaren geleden wilde aansporen om duurzamer te gaan leven. Lang leve de bloempjes! Nu zijn dat soort kreten vaak de dood in de pot voor liefhebbers van sportauto’s. Grote prestaties vergen nu eenmaal offers en bij auto’s is dat meestal het brandstofverbruik. Wie toch een milieuvriendelijker versie van en supersportauto wil kopen, moet even geduld hebben.
 
Of je koopt nu een Lotus Elise. De vaste gast in onze Drives zou volgens de fabrikant ‘het meeste rijplezier per gram CO2 bieden’. Dat is niet zo’n handige kreet, want de uitstoot is met 149 g/km juist uiterst gering. Maar het punt is duidelijk. Bovendien maakt de Elise gebruik van conventionele techniek, dus er is geen verkapte uitstoot door elektriciteitscentrales of later een giftige erfenis aan uitgebluste accu’s. Bovendien wordt er op het kippeneindje tussen de fabrikant in Engeland en de Nederlandse importeur maar weinig CO2 uitgestoten. Moet je eens kijken wat zo’n boot die Priussen uit Japan haalt, uitbraakt.
 
Het stukje Toyota dat de Elise in zich draagt, de 1.6 met 134 pk, wordt in Wales gebouwd. Overigens is dit de nieuwe basismotor, de sterkere modellen houden de 1,8 liter, ook van Toyota. De variabele kleptiming die deze beide blokken hebben, draagt enorm bij aan het lage verbruik van de Elise. Voor het typische Lotus-gevoel zijn de motoren niet één op één overgenomen, maar aangepast aan de merkwaarden.
 
Om het kort en bondig te zeggen: de nieuwe motor is een prachtblok. Hij maakt de Elise niet razendsnel, want de acceleratie van 0 naar 100 km/u in 6,0 seconden en een top van 205 km/u zijn niet wereldschokkend. Maar voor koele cijfers koop je geen Elise. Voor de 1.6 is de mooie rol weggelegd om de wegligging van de Elise optimaal te kunnen benutten.
 
Matt Becker, hoofd van Lotus’ ontwikkelingsafdeling, geeft grif toe dat zijn mensen een maand bezig zijn geweest om allerlei verschillende instellingen van de besturing en het onderstel uit te proberen om uiteindelijk tot de lekkerste combinatie te komen. De originele configuratie bleek de beste te zijn, en dus bleef alles bij het oude. Waarom zou je in je drang naar vernieuwing iets goeds de nek om draaien?
 
In de tien jaar dat de Elise onder ons is, weet ie nog steeds te verbazen met de communicatie tussen bestuurder en techniek. Voorlopig zijn we daar niet over uitgepraat. De besturing, de balans: alles klopt.
 
We zetten even alle groenigheid aan de kant en richten ons weer op de zaken waar het bij TopGear om draait. Je moet de Elise-motor goed op toeren houden (dat is geen probleem), want het maximale vermogen komt er bij 6.800 tpm in. We gaan niet zeggen dat het 1.6’je lekker klinkt, want dan zouden we liegen. Wel komt er boven de 4.500 tpm een leuke fluittoon uit de uitlaat. Snelheidsmaniakken zweren ongetwijfeld bij de SC of de R, maar voor de gewone liefhebber heeft de Elise genoeg rijplezier te bieden.
 
De facelift steekt deze Lotus nog wat strakker in het pak, al vragen we ons af waar moderniteiten zoals led-dagrijverlichting en cruisecontrole toe zullen leiden. Nachtzichtcamera’s of zo? De Elise is het groenste meisje van de klas en dus de beste keus voor autoliefhebbers die milieubewust zijn. Koop je ‘m niet voor jezelf, doe het dan voor je kinderen.

Reacties

Meer van TopGear