De benaming is een onzinnige mond vol sportieve kretologie, maar deze uitvoering van de bekende Maserati-sedan maakt het wel waar.
Natuurlijk, de Quattroporte is verre van nieuw en het lijkt erop dat Maserati bijna elk half jaar met een nog opgefristere versie op de proppen komt om de verkoopcijfers te stimuleren, maar mooi blijft-ie wel. Nu de concurrenten klaar staan om de ring van superlimo’s te betreden – denk aan de Rapide van Aston Martin en binnenkort de Panamera van Porsche – is het zaak voor Maserati nog zoveel mogelijk Quattroportes te slijten alvorens ze aan alle kanten met dit model worden ingehaald. Hoewel dat niet al te letterlijk genomen moet worden.
Je moet namelijk over een flink snelle sedan beschikken wil je de 440-pk sterke 4,7-liter V8 voorbij willen steken. Binnen 5,1 seconden knal je van 0 naar 100 km/u om uiteindelijk 285 km/u als topsnelheid aan te tikken. Wil je de Sport GT S bij kunnen houden, dan zul je moeten beschikken over een Audi S8 of Mercedes S-klasse met AMG-logo’s, allen zonder begrenzer. Al verhouden die zich tot de Quattroporte als Karin Bloemen tot Yolanthe dinges.
Naast de meest potente motor van Maserati, geleverd door Ferrari, is de versnellingsbak verder geperfectioneerd – en goed ook, zijn de voor- en achterbumpers geretoucheerd, is de ophanging verfijnd en is een rijtje led’jes onder de koplampen aangebracht. Nutteloos, maar dat schijnt iedereen mooi te vinden. De Sport GT S is ook volgestopt met alcantara en leer, technische en noodzakelijke snufjes als launch control en een navigatiesysteem, en als klap op de vuurpijl produceert-ie een verrukkelijk en bijzonder verslavend geluid. Als je de Sport-knop indrukt. Laat je dat achterwege, dan kun je redelijk anoniem door een gemiddeld stadscentrum cruisen, vergeet je ‘m uit te zetten dan schudden historische gebouwen op hun grondvesten, duiken honden spontaan in de struiken en scoor je binnen een minuut na uitstappen boze blikken van bejaarden en verkering met de eerste de beste langslopende schone. Probeer dát maar eens met opgefokte taxi.
Los van het oorstrelende geluid rijdt de Sport GT S voorbeeldig. De besturing is direct wanneer je dat wenst – dat gaat zo’n beetje op gevoel. De Sport GT S geeft je een straf afgeveerd gevoel onder je kont als je ‘m flink laat doorrijden, echter zonder nerveus te worden en zonder met te harde klappen van versnelling te wisselen. Heb je geen zin om je als een Formule 1-coureur-in-limousine uit te leven, dan kun je je ook uitermate prettig en vooral ook comfortabel op de achterbank laten vervoeren. Iets wat bepaald geen pretje was in Quattroportes van een jaar of wat geleden. Deze auto is geëvolueerd tot een idioot snelle en aimabele supersedan waarbij alle pijntjes van de eerste series zijn weggenomen.
Of de fijnslijperij en opvoerpartij van Maserati voldoende zijn om straks de directe concurrentie met de Panamera aan te kunnen, valt te betwijfelen. De Rapide van Aston zal vast ruim boven de twee ton gaan kosten, daar blijft de Sport GT S met een prijs 197.430 euro nog wel onder. Maar de Panamera 4S van Porsche gaat 143.750 euro kosten: daar krijg je ook een V8 voor, met 400 pk, een acceleratie van 0 naar 100 die een tiende van een seconde sneller is (5,0 seconden rond) en een topsnelheid van 283 km/u. En vierwielaandrijving. Porsche kennende krijg je er dan alleen een stuur en vier stoelen bij, maar voor het prijsverschil van pakweg 45.000 euro kun je flink in de Panamera-optielijst winkelen. Dan, voor 191.400 euro koop je de Panamera Turbo en al is ook die voor dat bedrag vast kaal, hij maakt gehakt van de Sport GT S. 500 pk, van 0 naar 100 in 4,2 seconden en een topsnelheid van 303 km/u. Die Panamera zou de doodsteek voor de Quattroporte kunnen worden. Prijs, prestatie, reputatie – Maserati legt het af. Dus wordt het tijd voor een nieuwe Quattroporte.
De vraag is alleen of die er gaat komen. Van de huidige zijn er in totaal 15.000 verkocht sinds de lancering in 2003, waarvan 3.383 in het afgelopen jaar en dat zorgde ervoor – tezamen met de Gran Turismo, Maserati’s enige andere model – dat men na een bescheiden winstje in 2007 in 2008 een redelijke winst maakte. Voor het eerst in pak-‘m-beet 450 jaar. Maar nu de crisis hard toeslaat, is de vraag of die winst voor 2009 te handhaven valt. Een aantal van 3.383 verkochte Quattroportes lijkt misschien veel – Porsche heeft die aantallen met de Panamera waarschijnlijk ook voor ogen, maar dan per maand – maar wat wordt de invloed van de crisis en concurrentie? Wil Fiat voldoende geld vrijmaken voor een nieuw model? Maserati is voorzichtig met de ontwikkeling gestart, zo meldt men schuw, maar we schatten zo maar in dat een opvolger nog wel een paar jaar op zich kan laten wachten.
Zware tijden voor de Quattroporte derhalve? Nee. De Panamera mag dan wel alles mee hebben, een ding moet-ie nog verdienen: klasse. Dat druipt van de Quattroporte af. Daar kan geen enkele superlimo voorlopig aan tippen. Het is te hopen dat Maserati tot die tijd nog genoeg Quattroportes blijft verkopen zodat Fiat straks het groene licht geeft een opvolger te produceren. Eentje die minstens zo fraai is. Zoveel klasse uitstraalt. Nog een niveau hoger gaat qua rijeigenschappen en rijbeleving. En eentje die minstens zo lekker klinkt. Tot die tijd moet je maar genieten van deze, als je niks met Duitse auto’s hebt.
Reacties