Een doelgerichte auto verdient een doelgerichte bestuurder. We koppelen Lewis aan de minstens net zo geweldige MP4-12C.
 
De MP4-12C past Lewis Hamilton als een handschoen. Dat kan ook niet anders want de auto is grotendeels gebouwd met hem als uitgangspunt. Dit is wellicht een beetje zorgwekkend voor degenen onder ons die een minder sportief en atletisch lichaam hebben, maar in de praktijk is juist het interieur van de 12C een van de sterkste punten. Het is geen millimeter groter dan het zou moeten zijn, het is prachtig gemaakt en gemakkelijk in gebruik. ‘Het stuur had oorspronkelijk een dikkere rand’, zegt Lewis wanneer we door de straten van downtown Dubai rijden, die rechtsreeks naar de Burj Khalifa, oftewel het hoogste gebouw ter wereld, leiden. ‘Ik vroeg of er niets iets was dat dichter in de buurt kwam van een F1-stuur en toen hebben ze het stuur dunner gemaakt en de rand is gemodelleerd naar mijn hand. Wat natuurlijk best cool is.’
 
Zonder twijfel. Een dik stuur voelt weliswaar prettig aan, maar het blokkeert de boodschappen die de voorwielen er doorheen sturen. Het is een van de vele vorm volgt functie-dogma’s van de McLaren. Lewis schakelt terug waardoor er een intens, maar gecultiveerd uitlaatgeluid aan de pijpen aan de achterkant ontsnapt. Het is laat in de middag en hoewel de woestijnzon snel zakt, is het nog steeds behoorlijk heet. ‘De motor is erg belangrijk voor me’, zegt hij. ‘Het geluid, de vibraties wanneer je ‘m start. Het geluid is alles.’
 
Er is nog een geluid. Dat van de dikke achterbanden wanneer de auto over de gladde kinderkopjes rijdt in de oude binnenstad. Hamilton vertelt me over een vriend met een door Novitec gemodificeerde Porsche en de 430 Scuderia van een vriend waar zijn vader op past (ik wou dat ik zo’n vriend had). ‘Wat er nog meer aangepast is aan de MP4-12C? Er zaten eerst flippers achter het stuur die geen geluid maken bij het overschakelen, maar ik prefereer een hoorbare "klik" wanneer je van versnelling wisselt. De flippers bewogen ook niet mee met het stuur en er is niets irritanter dan wanneer je je hand van het stuur moet halen om te schakelen. Ze waren aanvankelijk ook te groot, nu is het formaat beter.’
 
Hoe vreemd het ook lijkt om over ergonomie te praten met de man die in 2008 wereldkampioen Formule 1 werd, het zijn toch zaken die er voor hem toe doen. ‘In mijn hele leven vind ik het fijn wanneer dingen gesimplificeerd worden’, gaat hij door. ‘Ik wil niet dat de zaken te ingewikkeld zijn. Ik wil bijvoorbeeld niet tien verschillende afstandsbedieningen voor alle apparatuur in huis. Eén controller zou moeten volstaan, snap je wat ik bedoel? Wat dat betreft heb ik dezelfde filosofie als Ron [Dennis, red.] wanneer het om dit soort zaken gaat. Ik wil dingen graag exact en perfect hebben.’
 
De rauwe randjes van Lewis’ carrière in het Formule 1-seizoen van 2011 passen overduidelijk niet bij dit adagium, maar daar komen we later op terug. Of eigenlijk niet, tenminste niet rechtstreeks, omdat McLarens pr-machine heeft verordonneerd dat TopGear zich uitsluitend mag focussen op de 12C. Geen Nicole, geen Massa, geen mea culpa. Nu dit seizoen voorbij is, wil Lewis vooral de mentale ‘reset’-knop indrukken en verdergaan. Vier dagen voor de Grand Prix van Abu Dhabi komt hij in ieder geval meer relaxed over dan tot nu toe het geval was. In zijn handen heeft hij een witte iPhone 4S, die hij veelvuldig beroert. ‘Wanneer je ooit een telefoon als deze hebt gehad, wil je nooit meer anders’, zegt hij.
 

 
Lewis heeft zijn eigen 12C nog niet binnen, een paddenstoelrode auto met zwarte wielen en een rood met zwart interieur. Hij laat ‘m bij zijn huis in Zürich neerzetten, en, ondanks de met adrenaline doordrenkte dagelijkse activiteiten, hij zegt zeker te weten dat hij de auto vaak zal rijden voor de lol van het rijden. Hij damt nog niet en ook mediteert hij nog niet, maar de fixatie op Bob Marley impliceert wel dat er een meer ‘mellow’ kant aan zijn persoonlijkheid zit (de helm die hij droeg tijdens de GP van India om Marley te eren was goedgekeurd door diens weduwe Rita).
 
Wanneer we stoppen naast de Burj Khalifa, het beeldbepalende gebouw van Dubai dat als een slanke, stalen vinger naar de lucht wijst, valt me plotseling te binnen dat zowel Lewis als de MP4-12C enigszins onbegrepen zijn. Het is een vreemde gedachte gezien de enorme kwaliteiten van zowel man als auto, maar denk even met me mee.
 
Lewis, 26 jaar oud pas, heeft het soort rotjaar achter de rug dat de meesten van ons op een bepaald moment in hun leven doormaken: het einde van een relatie, moeilijkheden op je werk, misschien een familieruzie hier en daar. Het feit dat hij een Formule 1-coureur is, zijn ex-vriendin een wereldwijd gewaardeerde pop-prinses en dat hij zijn vader heeft ingeruild voor Simon Fuller als manager, betekent dat de kloven in het tot voor kort onfeilbare merk Hamilton onaangenaam goed zichtbaar zijn geworden. Op bepaalde momenten is het niet aangenaam geweest.
 
‘In de echte wereld, een plek die we af en toe bezoeken, is de McLaren de betere auto ten opzichte van de Ferrari 458’
 
Fouten? Hij heeft er enkele gemaakt, maar niet zoveel dat we het er hier met hem over moeten hebben. Toen hij in Monaco op een sullige manier tegen Massa aan botste, waren links en rechts belachelijke commentaren te horen. De algemeen heersende trend suggereerde een prikkelbaarheid waarvan de anti-Lewis lobby hem al veel langer beschuldigde. Niki Lauda, een van degenen die beter zouden moeten weten, leek verdacht snel en gretig met zijn commentaar. Feit is dat Lewis nog altijd een zeer spectaculaire F1-coureur is, een racer als Senna in plaats van een zijdezachte artiest in de geest van Prost. Het is bovenal een man die zijn ziel en zaligheid legt in het racen. Hij zal er bovenop komen. Zelfs Alonso is het ermee eens. ‘Tijdens de wintertesten is hij de enige die ik met aandacht volg.’
 
Voor wat betreft de MP4-12C, nou ja, misschien stond deze auto ook onder te veel druk. Eerder, in februari 2011 om precies te zijn, reed ik met een vroeg exemplaar op Portimao. Ron Dennis – een man die op z’n minst ook een beetje verkeerd begrepen wordt, maar nog altijd degene is die in de auto-industrie het dichtst in de buurt komt van een Steve Jobs-achtige figuur – claimde dat McLaren altijd ‘gepassioneerd’ is geweest van cijfers, grafieken en een wetenschappelijke benadering. ‘En we kunnen wetenschappelijk bewijzen dat onze sportwagen de beste is in de geschiedenis.’
 
Heel erg Ron en niet onjuist. Maar onwetenschappelijk gezien leek het aanvankelijk niet de meest opwindende middenmotor-supersportwagen. Want, rechtstreeks tegenover de Ferrari 458 Italia bleek de McLaren meer gewoon supersnel in plaats van sensationeel. Toen we ze naast elkaar testten, kon de MP4-12C niet excelleren ten opzichte van de 458; een auto waarin de mythes en legendes van Maranello fantastisch werden verweven met buitengewoon vakmanschap en technisch vernuft. De ongeblazen motor van de Ferrari klinkt beter dan de bi-turbomotor van de McLaren en zijn uiterlijk is zo verleidelijk als een Italiaanse filmster uit de jaren vijftig.
 

 
De 12C ziet er netjes en functioneel uit. Daarbij komt dat Ferrari nooit een auto zou vernoemen naar een nieuwe wasdroger. Maar de McLaren weet wanneer ie z’n mond moet houden en daarin is de extraverte Italiaan niet zo goed. Noem het Britse bescheidenheid. Dat zit in zijn karakter. Wat nou als we bij de vergelijking vanuit de verkeerde hoek kijken? TopGears baas reed een 12C naar Engeland na de supersportwagenbijeenkomst in juli 2011. Hij kon niet ophouden met roepen hoe belachelijk goed deze auto was, totdat we hem in een kleine ruimte konden opsluiten en een koude douche gaven.
 
In de echte wereld, een plek die we af en toe bezoeken, is de McLaren de betere auto. Nou ja, nu dan, nu het navigatiesysteem en de besturing van de alarmlichten zijn vervangen. We dachten ook meer na over de context van de creatie van de MP4-12C. Van een min of meer staande start tot het op een haar na evenaren van waarschijnlijk de beste Ferrari aller tijden, is een enorme prestatie.
 
Lewis rijdt er niet lang na onze ontmoeting mee over een rode loper tijdens het openingsfeest van een McLaren-dealer. Daarna is ie twaalf uur lang voor ons. Onze tijd met Lewis zit er bijna op. Ik vraag hem wat hij van de documentaire over Senna vond, waarschijnlijk de beste film van het jaar. Zijn antwoord was verrassend beschouwend. ‘Ik vond ‘m goed, maar er werd misschien teveel verteld door mensen om hem heen. Ik wilde graag dingen van hem zelf horen. Ik vond het leuk om te luisteren naar zijn visie en om te kijken naar on-board opnames. Ik ben niet echt geïnteresseerd wat anderen van hem vinden. Velen roepen dat ze Ayrton hebben gekend of zelfs bevriend met hem waren en dan ontmoet je iemand die hem echt kende en dan hoor je dat die anderen hooguit een keer zijn pad hebben gekruist of zoiets.’
 
‘Ik geloof niet dat er op dit moment iets te koop is wat in de buurt komt van deze auto wanneer het gaat om het hele spectrum van rijkwaliteiten’
 
‘Mensen proberen zich altijd te associëren met anderen waarvan ze denken dat ze iets belangrijks doen. Ik weet niet of ze het doen omdat ze geassocieerd willen worden met diegene of dat ze het doen voor hun eigen glorie. Ik vond het in ieder geval prachtig om te zien hoe hij zich er doorheen sloeg, de problemen waarmee hij moest omgaan, de situaties om hem heen. Sommige daarvan zijn zeer identiek aan die waar ik nu aan blootsta.’
 
De pr-man van McLaren kijkt me smekend aan. ‘Zo is het leven’, zegt Lewis. ‘De ups en downs. Hoe je daar van terugkeert. Je moet altijd proberen het positieve te halen uit de slechte dingen die je overkomen. Ik hoop dat mensen ook leren van de dingen die mij zijn overkomen en wat ik er wel en niet aan doe om ze te overwinnen. Dingen gebeuren in het leven en je moet er van leren. Zeker weten.’
 
Het is een beetje vreemd om in de stoel te gaan zitten die nog maar net is verlaten door Lewis Hamilton. Misschien heeft hij wel een minuscuul schijfje talent achtergelaten dat ik via mijn achterwerk kan absorberen. Het voordeel is echter dat de McLaren MP4-12C zo goed is, dat je op heel veel gebieden niet eens zo goed hoeft te zijn als Lewis om je onoverwinnelijk te voelen achter het stuur. We zijn onmiddellijk gewend aan de nacht in Dubai, een multi-baans snelweg met nauwelijks controles waar iedereen doet wat ‘m goeddunkt.
 

 
In de standaard modus schakelt de 12C lekker snel door en voor je het weet zit je in de zevende versnelling bij een toerental dat enkele jaren geleden nog onmogelijk was. We draaien nauwelijks 2.000 toeren bij een snelheid van 90 km/u. En dat terwijl de motor door jankt tot de 9.000 toeren bij een snelheid van dik over de 300 km/u.
 
Z’n uitgekiende wielophanging en proactieve chassis zijn niet voorzien van mechanische stabilisatorstangen, maar van hydraulische dempers die onderling met elkaar zijn verbonden, alsmede een paar met vloeistof gevulde kamers die de compressie en het uitveren regelen. De auto rijdt daardoor perfect, zonder dat daarbij de dynamiek is verdwenen. Waarschijnlijk is het comfortabele deel van de MP4-12C het meest indrukwekkend. Tijdens onze rit van veertien uur vanuit Italië was dat hetgene wat ons het meest bijbleef en nu is het datzelfde comfort dat me overeind houdt nu mijn jetlag en slaapgebrek me parten gaan spelen. De jongens van de valetparking voor de Burj Khalifa (163 bewoonbare verdiepingen, plus 46 die niet bewoond zijn: wat zou Ron zeggen?) buitelen over elkaar om de sleutels van me aan te nemen. Sorry jongens. Ik wil ze op mijn nachtkastje hebben liggen.
 
Trouwens, de sleutels zullen daar niet lang zijn. Om half acht zitten we alweer in de woestijn. Om eerlijk te zijn, is het niet de ideale omgeving om de MP4-12C de sporen te geven. Toch zijn er net genoeg bochten en rotondes – allemaal compleet verlaten – om vast te stellen dat deze auto buitengewoon goed is. En dan bedoel ik echt waanzinnig goed. Zijn koolstofvezel verpakking en goede balans zorgen ervoor dat hij met grote precisie beweegt en dat geen enkele energie verloren gaat in rolneigingen of laterale bewegingen. Het insturen gaat zo scherp en goed gekalibreerd dat de auto zich bijna de bocht in en uit ‘denkt’.
 
Doordat de auto actief het binnenste wiel afremt bij het ingaan van een bocht, werkt het als een torque vectoring-differentieel en wordt onderstuur bijna compleet geëlimineerd. Zet alles op de circuitstand – chassis en transmissie – en de sliphoeken worden groter en groter, echter zonder dat de middenmotor-auto gevaarlijk wordt. Ik geloof niet dat er op dit moment iets te koop is wat in de buurt komt van deze auto wanneer het gaat om het hele spectrum van rijkwaliteiten. We snellen voort op een weg die simpelweg verdwijnt in de schemer van de woestijn. Wanneer we een ‘woud’ tegenkomen dat exact zeven kleine bomen telt, zet ik de McLaren in ‘active’ modus, waarmee ik handmatig alle belangrijke parameters kan beïnvloeden. In de tweede, derde en vierde versnelling schreeuwt deze meest rationele supersportwagen aller tijden naar de horizon op een van de meest levendige en energieke manieren die ik ooit heb ervaren.
 
Onbegrepen? Ik denk dat we dat wel hebben opgehelderd, vind je niet?

Reacties