Comfort, betrouwbaarheid en veiligheid zijn de drie kernwoorden van het belangrijkste model van Mercedes, de nieuwe E.
 
Een derde van de verkochte auto’s van Mercedes is de E-klasse, waardoor dit het belangrijkste model van Mercedes is. Sinds de start van de E-klasse in 1947 zijn er ruim tien miljoen auto’s gebouwd en inmiddels zijn we nu negen modellen verder. Dit jaar worden vijf E-varianten in de markt gezet; naast de sedan ook de coupé, de cabrio, de stationcar en AMG-versies.
 
In Nederland is de E-klasse bekend als taxi, er werd door Mercedes zelfs een speciale dag in Madrid georganiseerd om de E te introduceren voor de Nederlandse taxibranche. Uiteraard doet deze populariteit het imago geen goed – wie wil privé in een taxi rijden? – maar denk maar zo: taxichauffeurs zijn heus niet gek en zij kiezen niet voor niets de E-klasse.
 
Maar een imagoswitch voor Mercedes ligt misschien in het Estate-model. Waar de C-klasse vroeger 20 procent Estates verkocht – tot voor kort heette die overigens Combi en in Duitsland T, maar die naam werd veranderd door de verwijzing naar Transport – is nu 40 procent van de verkopen een Estate. Bij de directe concurrenten van de E-klasse, de BMW 5-serie en Audi A6 ligt dat percentage nog hoger. De verwachting en de hoop is nu dat dit ook bij de E-klasse gaat gebeuren. Waar in Nederland de E-klasse Estate beperkt te zien valt – Freek de Jonge heeft een donkerblauwe, dat verbaasde ons ook, in Duitsland maar ook in Italië zie je ze in overvloed. Daar is het dé auto voor de succesvolle zakenman met gezin, de positie die in ons land wordt gedomineerd door 5-serie Touring en de A6 Avant. Maar naast imago had dat ook te maken met het prijsverschil in Nederland. De Mercedes begon vroeger op 53.542 euro waar de 5-serie start op 43.825 euro, en de A6 sedan begint op 41.984 euro.
 
Mercedes verkoopt het meest gangbare model, de E220 CDI nu voor 49.995 euro en speciaal voor de taxibranche komt er ook nog een E200 CDI met 136 pk voor, naar verwachting, 2.000 euro minder – later in het jaar. Deze heeft net als de E220 een A-label – alle viercilinder CDI-dieselmotoren verbruiken 5,3 liter per 100 km, met een uitstoot van 139 g/km CO2. Een kleiner prijsverschil met de concurrenten dus, maar er blijft een aardig gat. Al is de standaarduitvoering veel ruimer voorzien van accessoires dan die van de A6 en de 5-serie, aldus Mercedes-Benz.
 
We blijven nog even bij de Estate omdat we die uitvoering van het vorige model best mooi vonden. Deze is vanaf september leverbaar en foto’s van de Estate circuleren al op internet. Het goede nieuws is dat de achterlichten horizontaal blijven in tegenstelling tot de verticale panelen van de C-klasse nu – niet door iedereen mooi bevonden.
 
Daarmee komen we op het ontwerp. Bij de perspresentatie in Madrid, waar ook de hoogste baas van Mercedes, Dieter Zetsche, rondliep – wat wel aangaf hoe belangrijk deze introductie voor Mercedes is – werd weinig over het ontwerp gerept. Wel heel veel over allerlei veiligheidsgadgets die soms al een paar jaar bestaan bij andere merken, maar opgeteld heel bijzonder zijn. Het design van de nieuwe E – de neus is voortgezet met de twee koplampen, maar dan in moderne snit – is zeer geslaagd. De achterlichten daarentegen vinden we niet erg fraai en weinig karakteristiek, en dat is nog vriendelijk gezegd. De achterkant is te dun aangezet, wij houden van een beetje Braziliaanse derrière. Kwade tongen beweren dat men zich heeft laten inspireren door Chinese kopieauto’s van de Mercedes. Geef de Duitsers eens ongelijk, de Aziatische markt is heel groot en in China is er nog steeds sprake van economische groei, en daarmee is deze markt zeer belangrijk voor Mercedes. Lelijke kont, dus.
 
Wij reden de E220 CDI. Over het algemeen rijdt deze dieselversie zoals wordt beloofd: comfortabel, betrouwbaar en strak. De E-klasse is de ideale reisauto waarmee het heerlijk zoeven is. Verwacht geen sportiviteit, dat was Mercedes’ opzet ook helemaal niet. We reden ook even de E500 en ook daarbij merkte je dat de auto bij vol gas niet direct weg vliegt. Laat staan wat er gebeurt bij de E200 CDI met 7-trapsautomaat: daarin kun je gerust met 70 km/u het gaspedaal voor driekwart indrukken, er gebeurt pas drie seconden later iets dat lijkt op acceleratie. 136 pk is simpelweg belachelijk weinig voor deze auto.
 
Veiligheid staat voorop bij de E-klasse. Leuke opties zijn onder andere de Active Mainbeam Assist, waarbij je grootlicht automatisch aangaat en vervolgens dooft bij het verschijnen van een tegenligger, de Blind Spot Assist, een dode-hoekpiepje, de Lane Keeping Assist inclusief de heerlijke billentrilstoel en de Speed Limit Assist, die verkeersborden met snelheidsaanduiding herkent. Ook kun je Night View Assist bestellen, waarbij je met een infraroodcamera in het donker konijntjes en voetgangers ziet. Dit kun je dan zien op je navigatiescherm, op zich leuk voor de bijrijder, maar voor de rijder zelf nogal gevaarlijk om te bekijken (omdat je anders niet het overstekende geitje aanrijdt, maar zelf de berm in rijdt). Tenslotte is er Attention Assist, waarbij je bij concentratieverlies door sensoren gealarmeerd wordt en een kopje koffie op je dashboard ziet. Dat is overigens standaard op elke E-klasse. Verder remt de auto bij een dreigend ongeval (Distroninc Plus) en heeft de E-klasse standaard zeven airbags.
 
De E is standaard uitgerust met led-achterlichten, een verchroomde grille, lichtmetalen wielen, met leer bekleed stuur en een radio/cd-combinatie met acht speakers en Bluetooth-telefoonfunctie. Dat is verder uit te breiden met de pakketten Elegance of Avantgarde. De Elegance is de klassieke uitvoering met onder andere 16-inch wielen en sierdelen van wortelnoutenhout. De Avantgarde, waar wij mee reden, is de moderne versie en heeft onder andere bi-xenon koplampen, led-dagverlichting (hé, wat origineel), 17-inch lichtmetaal met vijf dubbele spaken en een speciale afstelling van het onderstel met verlaagde carrosserie.
 
De E-Klasse is ergonomisch in orde, de knoppen zitten op de juiste plek, behalve natuurlijk de tempomat – de Duitse cruisecontrole – die zit namelijk linksboven het knipperlicht en als niet-geoefende Ster-rijder tik je die steevast aan als je van richting verandert. Heren in Stuttgart: graag even van kant veranderen! Nog een muggenziftje: wij rijden graag met onze linkerarm op een armsteun of raamrand (je rijdt in een taxi of niet), maar bij de E-klasse is dit te hoog of te laag voor onze armen, terwijl we geen taxichauffeurpostuur hebben. Of zou dat het zijn?
 
Let bij je bestelling even goed op de interieurkleuren, de bekleding, de stuurbekleding en de versnellingspook. Als je niet oppast, neem je deze per ongeluk in het grijs en dat is een vreselijke begrafeniskleur. Overigens heb je dit bij de E500 ook als deurbekleding in glooiend leer, en dat is helemaal banaal, tenzij je E bestemd is als volgauto. Laatste stijltips: neem geen donkerrode kleur en neem geen 16-inch velgen, dat maakt de E-klasse subiet tot een oude-velletjesauto.
 
We zeiden het al, de E-klasse rijdt strak, comfortabel en luxe en zit boordevol veiligheidsopties. De ster op de motorkap zit onbewust in je ooghoek en doet je met een gepaste trots rondtoeren. Van de E-klasse verwacht je een topproduct, en dat is het ook. Maar reken niet op frivoliteit, beleving of sportiviteit. Duitse degelijkheid en betrouwbaarheid met een leuk snoetje en daarmee is de nieuwe E wat ons betreft een nieuwe ster in het reasonable priced car-segment.

 

Reacties