Waarom zie je in de bioscoop nooit een superspion in het midden van zijn reis? Het is altijd zo’n met-rokende-banden-vertrek uit een pittoresk deel van hartje Londen, en dan hup, volgende shot: een exotische locatie. Ik ben ook op een missie – niet in een Aston Martin, maar in een auto die bijna net zo exclusief is, een vroege versie van de nieuwe Genesis G70 Shooting Brake.

Het luxere zustermerk van Hyundai wil de Europese markt op met deze speciaal voor dat doel gemaakte coupé/stationversie van een sedan die al te koop was. Het is een auto die niet onopgemerkt blijft, maar dan op een manier die je weleens ziet als mensen in hun omgeving een ‘beroemdheid’ van de B-categorie zien, die ze net niet helemaal thuis kunnen brengen. Was dat nou het schoolhoofd van de kinderen of de weerman van de tv?

Onze missie in de Genesis G70 Shooting Brake

De missie, die ik niet zomaar tussen neus en lippen door heb aangenomen, maar diep vastberaden ben om tot een goed einde te brengen: doordringen tot het hart van het Duitse premium-territorium en uitvinden waarom de Grote Jongens nou de Grote Jongens zijn. Audi, BMW, Mercedes – wham, bam, ze weten niet eens wat ze precies geraakt heeft. Erin en eruit, ondertussen enkele van de bestbewaarde geheimen stelen en ze overhandigen aan de oost-Aziatische concurrentie. Waarmee ik bedoel dat ik een kijkje ga nemen in hun musea. Ik ben dol op musea.

Genesis G70 Shooting Brake

Maar voordat we overschakelen naar het volgende shot, van een exotisch stukje Ingolstadt, heb ik een zalige 13 uur op de weg in de Genesis G70 Shooting Brake om verder te contempleren over hoe ik het centrum van het Duitse industriële complex ga infiltreren. Ik krijg een duimpje van iemand in een nogal smoezelige Kia Stinger op de Autobahn bij Keulen, wat heerlijk is voor het zelfvertrouwen, maar me er wel toe dwingt om nog eens even goed na te denken over dit hele ­spionnengedoe. Het lijkt er niet op dat ik erg ‘onder de radar’ blijf op deze manier.

Je ziet Bond ook nooit eens proberen genoeg kleingeld bij elkaar te schrapen voor het voorrecht van toegang tot de stinkende hel die een Belgisch snelwegtoilet is. Zit ie ooit vast in het verkeer? Ergens in de buurt van Würzburg komen we in een file terecht die zo lang duurt dat mijn telefoon me helpt herinneren waar ik de auto geparkeerd heb. Bonds vrouw smeert ook geen bammetjes voor hem voor onderweg, maar zelfs Johnny English krijgt wel het drankje dat hij wil.

Genesis G70 Shooting Brake

Maar wacht even: het was mijn eerste koffie van de dag na een heel vroege start en ik drink geen melk. Ik word er letterlijk ziek van. Hoe moet ik nou weten wat een macchiato is? Het was het enige drankje op het menu met zelfs maar een hint van een melkvrije mogelijkheid. Het blijkt dat een Zwarte of Witte Macchiato hetzelfde drankje is, maar dat er bij één wat chocoladesiroop overheen gedrupt wordt. De eens zo vriendelijke dames van middelbare leeftijd achter de toonbank blijken opeens hoorntjes en bokkenpoten te hebben. Dat overkwam die andere spion nou nooit.

Eerst het Audi-museum

Ook de volgende morgen ben ik vroeg op pad in de Genesis G70 Shooting Brake – je moet de tegenstander in het ongewisse laten, hem pakken als ie het niet verwacht. En dat heb ik goed voor elkaar, want op het personeel na ben ik de enige in het Audi-museum, een indrukwekkende verzameling gebouwen bij het hoofdkantoor van het bedrijf, die ook een bioscoop herbergt, verscheidene restaurants en een dealerbedrijf waar je je nieuwe auto kunt ophalen.

Het museum is een soort glazen bruidstaart en opende de deuren in december 2000. Op de 6.000 vierkante meter, verdeeld over drie verdiepingen, zijn meer dan 100 auto’s tentoongesteld, teruggaand tot het prille begin in 1909. Centraal staat een geweldige ‘paternoster’-lift die eindeloos enkele van de greatest hits uit de racegeschiedenis van het merk ronddraait.

Audi-museum (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

De missie gaat niet gelijk soepel

Er is al meteen bij de entree een verdachtmakende ondervraging door een man in een zwart pak, en ik vrees dat ik al betrapt ben voordat ik zelfs maar ben begonnen. De man blijkt echter al hoogst gelukkig te worden van het staren naar vaccinatie-QR-codes. Hij lijkt er diep naarbinnen te kijken en hun geheimen te ontsluieren. Hopelijk doet ie dat niet bij mij.

Audi-museum (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

Wat ze je op de spionageschool ook nooit vertellen: je haast je suf. We schieten langs prachtige vitrinekasten waar ik op elke andere dag uren naar had kunnen kijken. Audi was feitelijk de tweede poging van August Horch om een autobedrijf op te richten, hij was door de uitspraak van een Duitse rechter genoodzaakt een soort woordgrapje in het Latijn met zijn eigen naam uit te halen. Maar ach, als vrienden moet je een beetje juridisch gesteggel kunnen hebben, nietwaar? De twee bedrijven ontmoetten elkaar weer in 1932, toen Horch, DKW, Wanderer en Audi het bedrijf Auto Union vormden, gesymboliseerd door hun logo met vier ringen.

Audi-logo (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

Ze zijn allemaal ontzettend aardig bij het museum. En vriendelijk en deskundig heerschap met wit haar volgt me over de bovenste verdieping, behulpzaam dingen uitleggend. Jeetje, we zijn hier aan het spioneren, hoor. Maar de Auto Union Type D-racer van Nuvolari uit 1938 is érg mooi, en de aardige man heeft ons een, eerlijk is eerlijk, bijzondere film laten zien. Goed, en door.

Opmerkelijk genoeg, zeker gezien Audi’s huidige bloeiperiode, wist niemand goed wat ie met het merk aan moest tot de vroege jaren zeventig. Na de Tweede Wereldoorlog was het nogal een zooitje, Mercedes was begin zestiger jaren even eigenaar en toen kwam Volkswagen door de deur gelopen. De modellen 80 en 50 uit 1972 en 1974 zetten het merk neer als het chiquere VW, waarna iemand de legendarische beslissing nam VW’s vierwielaandrijvingstechniek, ontworpen voor militaire voertuigen, te ‘lenen’ en te gebruiken voor iets dat wat meer sportlich was.

Zo werd quattro geboren

BMW en Mercedes hebben allebei hun momenten in de schijnwerpers van de Formule 1 gekend, maar dat was altijd met het marketing-adagium ‘winnen op zondag is verkopen op maandag’ wel erg nadrukkelijk in het achterhoofd. Voor rijders voelt de rallysport dichterbij, spreekt in die zin meer aan. Ergens is het soms irritant dat de moderne logica dicteert dat ‘premium’ meteen ook ‘sportief’ inhoudt, maar het is verdedigbaar dat dit begon bij de Audi Quattro. Zozeer dat als je tegenwoordig aan snelle stationwagens denkt, je meteen bij Audi zit. En het bedrijf is al zo lang het ijkpunt qua interieurkwaliteit dat het een cliché is geworden.

Audi-museum (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

Ik stel een zakje samen met museumwinkel-meuk om Genesis te helpen uitvinden wat een premium Duitse auto allemaal behelst. En dus gaat er in dat tasje een knalrood Sport Quattro’tje dat je achteruit kunt trekken en dat dan gaat rijden. Ik ga terug naar de auto. Ook zo’n ‘absoluut niet doen’-punt uit de Usborne Gids voor Bedrijfsspionage is het laten staan van je preproductie-prototype, met de deur niet op slot en de sleutel erin, voor de deur van het hoofdkwartier van de rivaal.

Terug naar de Genesis G70 Shooting Brake

Ik zeg niet dat dat precies is wat er was gebeurd, alleen dat het buitengewoon onprofessioneel zou worden gevonden door de mensen die dit werk serieus nemen. Ietwat overrompeld nestel ik me in de premium ambiance van het rode nappaleer van de Genesis G70 Shooting Brake. Ik weet eigenlijk niet precies wat een premium ambiance is, als ik eerlijk ben. Tegenwoordig betekent dat meestal ‘geen advertenties’.

Genesis G70 Shooting Brake

Door dus naar de Bayerische Motor Werke in München, waar dankzij een wet uit 1516 bier wordt beschouwd als voedsel. De BMW-fabriek is makkelijk te vinden – hij is zo groot dat hij een hele postcode in beslag neemt. Maar om er te komen, zullen we eerst 70 kilometer aan Autobahn moeten trotseren in de Genesis G70 Shooting Brake, op sommige stukken voorzien van Duitslands veelgeroemde snelheidslimietloosheid. Cruisen gaat de Genesis uitstekend af, maar alleen de Duitse auto’s zijn echt ontworpen voor dit soort snelheden. Ik top de Genesis G70 Shooting Brake op 235 km/u, rechtervoet stijf op de vloer. Ik zou door mijn vingers gluren als ze niet aan het stuur vastgesoldeerd zaten.

‘Ik top de G70 op 235 km/u, voet stijf op de vloer’

Alles wordt licht, de wereld schiet met warp-snelheid aan me voorbij. De bochten in de snelweg zijn waarschijnlijk gemoedelijk en vloeiend als je met een verstandige snelheid rijdt, maar als je zo hard gaat, zijn het dodelijke haarspelden. Nog vreemder is hoe snel je went aan de snelheid – bij de noordelijke buitenwijken van München pakken we soepel de afslag en pas als de haakse bocht in aantocht is, realiseer ik me dat ik nog altijd dik 140 km/u rijd en stamp op het rempedaal. Bij 70 km/u voelt het aan alsof je zou kunnen uitstappen en verder lopen.

We komen aan bij BMW

Je kunt het BMW-hoofdkwartier niet missen als je hier eenmaal bent aangekomen. Het belangrijkste deel van het museum (geopend in 1973) is gevestigd in een gebouw in de vorm van een grote hondenvoederbak, in de schaduw van het fameuze viercilindervormige hoofdkantoor. Aan de andere kant van de weg bevindt zich BMW Welt, een modern en gigantisch winkelcentrum-annex-dealer, gevuld met de recentste auto’s uit de merkportfolio. Beide worden drukbezocht door mensen die zich met graagte laven aan de Freude am Fahren.

BMW-museum (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

In de voederbak tref ik één slakkenhuisachtig pad aan dat zich naar de top van het gebouw cirkelt, en inspirerende groene borden die wijzen op alle magnifieke manieren waarop BMW de toekomst gaat veranderen. Maar in de kelder bevindt zich al het historische spul. Toerwagensucces, familiesedanhits, slavenarbeid in de Tweede Wereldoorlog. Hmm. Ik weet niet waar ik me ongemakkelijker van ga voelen – die opengesperde blik in het controver-siële verleden van het merk of de enorme grille van de nieuwe iX.

De museum van BMW is iets kleiner

BMW’s aanpak is een veel nonchalantere benadering van de familiegeschiedenis, meer hop-on hop-off langs een aantal grote hoogtepunten, dan de serieuzere uiteenzetting van Audi. En het is hier maar 5.000 vierkante meter groot. Hoewel BMW het broekie is in dit gezelschap, maakt het al auto’s sinds 1928. Grote luxe-auto’s staan al sinds het begin in het gamma, maar financiële ­problemen in de late jaren vijftig leidden tot rondsnuffelen van Mercedes.

Daar lijkt een patroon in te zitten. Gelukkig kwamen de rijke industriële broertjes Quandt langs om rijkelijk met geld te strooien en in de handen van die familie is BMW gebleven, al is 50 procent van het bedrijf eigendom van aandeelhouders. Wat extra boeiend is hier, is dat oude 5-series op elkaar gestapeld staan en er een hele rij 3-series naast elkaar staat, zodat je door de generaties heen kunt lopen. Wellicht met je vergrootglas en meetlat in de aanslag.

BMW-museum (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

BMW heeft duidelijk een reputatie opgebouwd met goedgebouwde, goed rijdende auto’s, maar belangrijker is dat het, veel meer dan de tegenstrevers, een ware cult heeft opgebouwd rond de oudere modellen. Natuurlijk hebben BMW-rijders gedurende de jaren óók een zekere reputatie opgebouwd, precies de reden dat ik een fraai blikje pepermuntjes bij de shop oppik, met een nepverkeersbord erop dat ‘Alleen voor BMW-rijders’ vermeld. Achterop zit een hologram dat door de grilles van het merk schuifelt als je het beweegt, ten teken van de authenticiteit van het BMW-product, alsook de waarschuwing dat overmatig gebruik laxerend kan werken. Daar kan ik mij geheel in vinden.

Ik overnacht op een geheime plek en spoed mij vervolgens over het mistige platteland. Ik kijk continu in mijn spiegels – niet om te kijken of ik achtervolgd word, maar uit angst voor agressieve 300 km/u rijdende Skoda’s, die overal lijken te zijn. De premium-auto’s moeten zich zorgen maken over de benzineprijzen.

Weer op pad naar de volgende

Ik rij Beieren uit, Baden-Württemberg in. Die Duitse deelstaat werd in 1952 gesticht omdat de oude niet netjes in de geallieerde bezettingszones vielen. Beieren mag dan glamoureuzer en toeristischer zijn, Baden-Württemberg is waar het wat betreft auto’s écht gebeurt – in dit gebied zijn meer mensen (233.000 tegen de 208.000 in Beieren) werkzaam in de auto-industrie dan waar dan ook in Duitsland.

Op zijn minst 700 van hen moeten zijn aangesteld om mensen de weg te wijzen naar het Mercedes-museum, dat 16.500 vierkante meters in beslag neemt, verdeeld over negen verdiepingen. En dan nóg opgeslokt wordt door de hoeveelheid fabriek aan de ene en de hoger gelegen snelweg aan de andere kant.

Mercedes-museum (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

Mercedes heeft naar dit messengevecht een ware bazooka meegenomen. Het is hier gi-gan-tisch, en het zou de andere musea kunnen opslokken en nog plek overhouden voor bekerhouders en een golftas. Waarom zijn die dingen trouwens nog steeds het referentiepunt als het op premium-bagageruimte aankomt? Zou het niet makkelijker zijn als we gewoon met zijn allen afspraken om golftassen kleiner te maken? Ach, CEO’s moeten ook af en toe relaxen en stoom afblazen.

De historie van Mercedes is de historie van de mondiale auto-industrie. De Patent Motorwagen van Karl Benz uit 1886 is de OG van de moderne auto, en productie van het merk zette het spoor van de ontwikkeling van de auto, vanaf de rijke playboy-early ­adopters tot de democratisering van persoonlijk lange-afstands­transport.

De geschiedenis van Mercedes is een rijke

Je realiseert je hoe veel iconische auto’s het bedrijf heeft gemaakt – de 300 SL roadster uit de jaren ’50, de S123 station uit de ’70-er jaren of de 190E uit de jaren ’80. En de eindeloze hoeveelheid onmiddellijk herkenbare racewagens die dik 70 jaar in de tijd teruggaat.

Mercedes-museum (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

Er is een Grosser Limo uit 1932 die gebruikt is door keizer Wilhelm II (de beroemdere is vreemd genoeg absent), een bus die het Duitse elftal rondreed tijdens het in Duitsland gehouden WK Voetbal van 1974, de op de G-klasse gebaseerde Pausmobiel uit 1980 en zelfs BM’ers (Beroemde Mercedessen) die eigendom zijn geweest van mensen als Nicolas Cage en Prinses Diana (nee, niet die ene).

Mercedes is een cultuurfenomeen, bij Forbes staan ze op nummer 23 bij de meest waardevolle merken in de wereld. Alle drie deze merken zijn in de afgelopen tijd ook buiten de premiummarkt getreden om marktaandeel af te snoepen van meer massa-gerichte merken, maar er zijn er maar weinig die het cachet van Mercedes hebben. Vandaar het wat griezelig ogende zachte speeltje dat ik in de shop koop, een pluizig bewijs van het feit dat zelfs driejarige kinderen worden geïndoctrineerd. Waar moet Genesis überhaupt beginnen om te gaan knagen aan dit soort hoeveelheden voorsprong?

Mercedes-museum (rijtest Genesis G70 Shooting Brake)

Vanuit het oogpunt van de ware autoliefhebber (en met een half ook gericht op het formidabele erfgoed) mag Mercedes de laatste jaren dan zijn afgedaald in het vagevuur van blobberig design, feit is dat ik zelfs in een overhemd, stropdas en vijftien jaar oude trenchcoat van Primark-origine, met een plastic vergrootglas met een ­lieveheersbeestje erop en een fotograaf in mijn kielzog, nóg niet opval in een Duits museum.

‘BMW heeft een cult gebouwd zoals niemand dat kan’

Audi heeft een elegant designerfgoed waar het erg trots op is, Mercedes is akelig nauw verbonden met de daadwerkelijke oorsprong (alleen maar de letterlijke vertaling van het merk waarin ik me voortbeweeg) van de auto-industrie. BMW heeft rond de propellerbadge een cult gecreëerd waar menigeen een moord voor zou doen – of in ieder geval veel over praat op internetforums.

De olifant in de kamer

Wat ons meteen verwijst naar de olifant in de kamer, want er is natuurlijk nog een merk dat net komt kijken, de premiummarkt in de flanken aanvalt en een bloedfanatieke schare volgers heeft weten te krijgen, zelfs al kan het qua elegantie en design, sportieve rijeigenschappen of diepe historie niet tegen De Drie op; om over bouwkwaliteit nog maar te zwijgen.

‘Misschien zou Genesis eens naar Silicon Valley moeten kijken’

Misschien zou Genesis er goed aan doen de blik eens te richten op Silicon Valley, als het werkelijk de ring in wil met deze automobiele zwaargewichten. Zuid-Korea heeft een rijk arsenaal aan technologische inspiratie waar het zes jaar oude merk uit kan putten. Een door technologie geobsedeerd platform onder iets old-school, premium, Duits-achtigs? Kijk, dátzou nog weleens wat kunnen zijn. Gelukkig voor Genesis lijkt er iets van ze aan te komen dat die hokjes zomaar eens leuk zou kunnen aanvinken. Tijd om mijn rapport in te dienen – missie volbracht, en zo. 

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)