De nieuwe Morgan Plus Four is de pastelgekleurde Smeg-koelkast onder de auto’s: vanbuiten de esthetiek des ouden werelds, vanbinnen helemaal up-to-date. En nee, ‘up-to-date’ is hier geen autocorrect-foutje. Dit is de tweede van vele Morgans, na zijn grote broer Plus Six, die op het nieuwe aluminium CX-platform zullen worden gebouwd. De Morgan Plus Four is uitgerust met een BMW-turbomotor, ophanging met dubbele wishbones en een interieur met moderniteiten als automatische koplampen, centrale vergrendeling en bluetooth. Dit is een ware revolutie voor Morgan, en het merk verwacht dat in de toekomst zo’n twee-derde van de circa 1.000 auto’s die ze per jaar verkopen Plus Fours zullen zijn.

Mocht je een probleem hebben met deze vernieuwingsslag, ga dan eens rijden in een van de ‘klassieke’ Morgan-modellen met stalen ladderchassis. Zoiets is erg vermakelijk, maar het is vooral ook een rillende en torderende bende met een achteras die zichzelf onder je vandaan probeert te bokken. Vergeleken daarbij is de Morgan Plus Four een en al verfijning. De manier waarop ie hobbels verwerkt, in bochten hangt en in het algemeen solide aanvoelt, terwijl ie maar iets meer weegt dan een ton – het is nogal on-Morgan. Gelukkig wordt z’n carrosserie nog wel ondersteund door een frame van essenhout en misstaat z’n ontwerp nog altijd niet in een Pietje Bell-verhaal.

Het interieur van de Morgan Plus Four

Het interieur – met z’n digitale snelheidsmeter, fatsoenlijke been- en elleboogruimte en een slechts ietwat prutserig handbediend dak en uitneembare ruitjes – komt grotendeels van de Plus Six, net als de bouwstenen van z’n chassis. De verschillen zitten ’m in de kortere dubbele wishbones en dunnere banden, waardoor ie 78 millimeter smaller is. En waar de Six dezelfde 340 pk sterke 3.0 BMW-zescilinder heeft als de Toyota Supra, doet de Morgan Plus Four het met een 258-pk viercilinder met enkele turbo. Van 0 naar 100 in 4,2 seconden, zoals de Six, redt ie dus niet – maar 4,8 seconden is ook lang niet gek. Die tijd geldt voor de versie met achttraps automaat; in tegenstelling tot bij de Six kun je ook wat geld in je zak houden, vier tienden opofferen en voor een handgeschakelde zesbak gaan.

Voor de duidelijkheid: dat zou altijd onze keuze zijn. De automaat is absoluut prima, maar toch een beetje een indringer. Z’n BMW-transmissiehendel en plastic flippertjes vloeken bij de rest van het interieur. Doe ons maar een afgeknotte, kort schakelende pook, een gezonde dosis rev-matching en het pure rijgevoel dat hoort bij een auto waarbij net zo goed een startslinger uit de grille had kunnen steken.

Alleen ABS

Zonder elektronische hulpjes (behalve ABS) en met dat hilarisch lage gewicht is het een potent geheel. Bovendien maakt de viercilinder de juiste geluiden. Hij dreunt onder belasting, sist en plopt gedempt bij gas los. Hij geeft je meer performance dan je realistisch gezien op de meeste wegen kunt gebruiken. Aan de Six heb je in de heuvels rond de Morgan-fabriek je handen vol, maar je bent er niet sneller mee. En ook als je je gedraagt, zul je de grotere motor of de automaat in de Four niet missen – dankzij 350 Nm aan koppel.

Nadelen? De besturing is wat te gretig, de speakers klinken blikkerig en hij is niet goedkoop. Maar gooi het dak open, laat de ramen thuis en hang je elleboog over de netjes beklede deur en het maakt allemaal niets meer uit. Nee, je krijgt niet de precisie van een Porsche, dat spreekt voor zich – maar in een tweezits roadster zou elke rit een speciaal evenement moeten zijn. Ook al is ie meer geciviliseerd dan ooit: in de Morgan Plus Four is dat het geval.

Specificaties Morgan Plus Four (2020)


Motor
1.998 cc
viercilinder turbo
258 pk @ 5.000 tpm
350 Nm @ 1.000 tpm
Aandrijving
achterwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u in 5,2 s
top 240 km/u
Verbruik (gemiddeld)
7,3 l/100 km
165 g/km CO2, G-label
Afmetingen
3.830 x 1.650 x 1.250 mm (l x b x h)
2.510 mm (wielbasis)
1.013 kg
46 l (benzine)
bagageruimte n.b.
Prijzen
€ 92.200 (NL)
€ 80.042 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)