The Stig wordt op dit moment omringd door mensen van de Immigratiedienst. Ik heb geen idee waarom. Ik heb al evenmin een idee waarom ze mij vragen of ze een selfie met hem mogen nemen, of wat dit betekent voor de toekomstige internationale betrekkingen. Iedereen lijkt in ieder geval enorm opgewonden, behalve The Stig dan, die ongeveer net zoveel emotie laat zien als een uit de kluiten gewassen kogellager.
We staan buiten Terminal 3 op luchthaven Heathrow en alles is verwarrend. Het regent, maar om de een of andere reden wordt The Stig niet nat. Dan, even later, loopt de witte gestalte naar mijn auto, opent het achterportier, kruipt onwennig naar binnen, gespt de gordel vast en vouwt de armen over elkaar. Mijn navigatie doet ‘ping’ en laat een stel coördinaten zien dat ver, ver weg ligt, en ik frons mijn wenkbrauwen. ‘Weet u het zeker? Ik bedoel, dat is niet echt binnen de ringweg…’ Het antwoord bestaat uit oorverdovende stilte. En zo begint mijn dag.
Het achtergrondverhaal is de auto die ik rij, een Toyota Prius van de vijfde generatie in een kleur die het midden houdt tussen mosterd en New York Taxi-geel. Een auto die niet bedoeld was om naar het Verenigd Koninkrijk te komen, omdat Toyota dacht dat wij beter zouden gedijen op een dieet van SUV’s en dingen in de vorm van een Corolla, in plaats van saaie sedans. Alleen is dit geen saaie sedan.
De prijs van de nieuwe Toyota Prius
De nieuwe Prius is van een rups in een vlinder veranderd en ziet er niet langer uit als iets dat je bij de Action koopt. Na een korte periode van milde verontwaardiging en boze reacties van klanten besloot Toyota dan toch maar een voorraadje Priussen naar het VK te sturen, zij het gelimiteerd en in slechts twee versies, met prijzen die beginnen bij 37.315 pond. Dat is zo’n 44.000 euro, vergelijkbaar met de vanafprijs in Nederland (in België levert Toyota één versie, die 48.540 euro kost).
Goed nieuws voor Britse Prius-adepten dus. Maar omdat iedereen in het VK dacht dat ie toch niet hun kant op kwam, heeft niemand hem hier tot nu toe echt getest. En dus leenden wij er een uit Ierland, waarna we besloten hem aan de tand te voelen op de meest Prius-waardige manier die we konden bedenken: door er een Uber van te maken.
De Toyota Prius lijkt te zijn geboren om een taxi te zijn
Dit cliché is haast tot op het bot versleten, maar clichés zijn nu eenmaal uitvoerig bewezen waarheden, en je kunt niet om het feit heen dat de taxiwereld dol is op de Prius. Hij is zuinig, betrouwbaar en relatief ruim, deze hybridepionier. Als je van je auto afhankelijk bent om je brood te kunnen verdienen, zijn dat zaken die ertoe doen.
En dus heb ik wat inkopen gedaan. Uiteraard de haast verplichte Magic Tree-luchtverfrisser (in de geur New Car), een houder om mijn telefoon tegen het raam te kunnen plakken, wat extra USB-opladers. Vervolgens ben ik mijn vrachtje gaan ophalen, dat toevallig TopGears tamme racecoureur bleek te zijn.
De taxirit van vandaag
Waarom Heathrow? Nou, de langste rit die ooit in het VK met een Uber werd gemaakt, ging van Heathrow naar Loch Lomond in Schotland; een zes uur durende odyssee van 676 kilometer die zo’n 640 euro kostte, plus een dikke 50 euro fooi. Wat nog niet eens zo gek klinkt voor zo’n lange rit met een privéchauffeur. Kennelijk wil The Stig dat record graag verbeteren, want zijn bestemming ligt nog een stukje noordelijker dan waar de vorige recordrit naartoe leidde. En ach, als je een auto dan toch moet testen, kun je het maar beter goed doen. Dus daar gaan we dan.
Al vanaf het prille begin is het een beproeving. Gezellig keuvelen lijkt zinloos. Vriendelijk informeren naar waar The Stig vandaan komt, waar hij naartoe gaat, wat hij vindt van het weer, persoonlijke informatie of andere menselijke vriendelijkheden – het lijkt allemaal van hem af te glijden, alsof hij voorzien is van een sociale anti-aanbaklaag.
En dus blijft er niet veel anders over dan maar door te gaan met de reis, een trip die volgens de berekeningen van de navigatie iets meer dan acht uur in beslag gaat nemen en waarin 776 kilometers moeten worden verorberd. We zoeven weg van Heathrow, vol energie en goede moed, en staan nog geen drie minuten later vast op de M25. Een uur lang. The Stig spreekt niet. Een podcast over hoe je een beter mens kunt worden verlicht de ellende enigszins, maar toch: dit begint nadrukkelijk aan te voelen als een slecht idee.
We rijden de Nederlandse versie van de nieuwe Prius
Hoe dan ook, de Prius doet het goed in druk verkeer. Dit is de PHEV – ook in Nederland en België de enige aandrijflijn die je kunt krijgen – met een realistisch puur elektrisch bereik van 86 kilometer. Méér nog als je de goedkopere versie neemt, die geen 19- maar 17-inch velgen heeft. Met het regeneratieve remmen en de adaptieve cruisecontrol ingeschakeld moddert hij zich blijmoedig door 5 km/u rijdende automobiele pap, en pikt daar nog een aantal bewonderende blikken bij op ook.
Ik ben er vrij zeker van dat de meesten niet zouden weten dat het een Prius is als het er niet groot achterop stond, trouwens. De scherp aflopende voorruit komt vanuit een motorkap met ongeveer dezelfde hoek, die weer begint in een neus wiens lijnen zich over de gehele breedte uitstrekken, waardoor hij veel breder en lager oogt dan hij is, zonder dat hij er gemeen of juist sip uitziet.
Hij heeft een coupéachtig profiel met de deurgrepen voor de achterportieren verstopt in de C-stijl, en de achterkant is vrij resoluut afgehakt en heeft wederom over de volle breedte lopende lichtpartijen. Hij is clean, fraai en interessant. Allemaal dingen waar je de vorige generaties nooit van hebt kunnen beschuldigen. Er is zelfs een supersportieve 24h Le mans Centennial GR Edition die er uitgesproken racy uitziet, al zijn daar op dit moment geen productieplannen voor.
Er is ook slecht nieuws voor de nieuwe Prius
Er zijn echter ook nadelen, en vrij substantiële. De hoofdruimte is overal minder geworden – vooral achterin, wat zeker lastig is als je een helm als hoofd hebt. De rest van de ruimte is ook niet overdadig en de bagageruimte is klein. Gelukkig heeft een niet-menselijke coureur geen bagage nodig, anders zouden we een probleem hebben.
Toch: het zijn onvermijdelijke compromissen die zijn gesloten te gunste van het uiterlijk, en in die zin zijn ze zeer geslaagd. Alle mensen die we spreken zijn oprecht geïnteresseerd in het feit dat de Prius niet langer in één adem met de term ‘oersaai’ genoemd hoeft te worden. De meesten schijnen er zelfs een foto van te willen maken. Hoewel dat wellicht ook iets te maken kan hebben met wat er op de achterbank zit.
Maar nu ik de aankomsttijd behoorlijk zie oplopen, pak ik snel de M40, ga er eens voor zitten en zie me na een paar uur toch genoodzaakt de rit even te onderbreken. Koffie, wat snacks, een sanitaire stop – het gebruikelijke. En dat terwijl de Prius nog geen benzine nodig heeft en The Stig beslist niet vrolijk lijkt te worden van de zwakheden van de menselijke biologie.
Specificaties van de plug-in hybride Toyota Prius
Snelwegen maken in ieder geval geen enkele indruk op de Prius. Hij heeft een CVT-versnellingsbak die de motor rustig laat zoemen en minder hysterisch doet bij optrekken dan we van dit type transmissie gewend zijn. Snelheid is er zat – met nog de helft van de lading in de 13,6 kWh grote batterij levert het geheel 223 pk. Wat goed is voor een 0-naar-100-sprintje in maar 6,8 seconden. Oké, dat zakt een tikje terug als je zonder stroom zit, maar nu zitten we er nog alleszins comfortabel bij.
Daarnaast is het een auto die op een onstuimige snelweg door de wind lijkt te snijden en die losjes tussen de regendruppels door glijdt, waarvan er heel wat zijn. En zelfs al lijken de vering en demping aan de stevige kant voor een Prius, oncomfortabel is ie zeker niet. Als ik vriendelijk informeer naar het comfortgevoel van The Stig, krijg ik als antwoord… meer ijzige stilte.
We gaan eindelijk van de snelweg af
Snelwegen zijn saai. We spoelen even door het volgende gedeelte heen, want er gebeurt op dit punt werkelijk niets dat de moeite van het vertellen waard is. Ja, we maken een amper noodzakelijke tankstop en bezoeken een hamburgertent. Maar verder: niets. Dat verandert ergens na Glasgow, wanneer de navigatie opeens een tussenstop aangeeft.
Omdat de klant nu eenmaal altijd gelijk heeft, volg ik de aanwijzingen richting een kleine vallei bij Dunfermline. Waar zich, zo zien we als we dichterbij komen, het circuit van Knockhill blijkt te bevinden. Oh jee. Het ziet ernaar uit dat iemand wat lichaamsbeweging kan gebruiken. Zodra we tot stilstand zijn gekomen, stapt The Stig uit en komt bij het raam van de bestuurder staan. En dus ruilen we maar van plek en breekt de hel los.
Ik zie met een gedwongen gelatenheid vanaf de achterbank toe hoe we naar de start/finishlijn op het rechte stuk rollen. We stoppen. De toeren stijgen, met de rem nog ingedrukt. En dan: plankgas. The Stig, zo blijkt, heeft geen enkele boodschap aan wat wel en niet mogelijk zou moeten zijn met een Toyota Prius.
De Stig bewijst dat je kunt driften in de nieuwe Prius
In normale situaties kun je de tractiecontrole van de auto nooit helemaal uitzetten, maar als ie eenmaal met 120 km/u heuvelop een natte rechterbocht in wordt gemikt, lijkt hij het gewoon op te geven. Waardoor de normaal gesproken toch niet al te atletische Toyota verleid kan worden tot totaal dwarse gekkigheid.
Met The Stig achter het stuur zal een Prius blijmoedig de vrij forse kerbstones van Knockhill bestijgen, beide binnenste wielen de lucht in gooien en – via de bumpstops van zijn ophanging – zichzelf in een vierwieldrift werpen. Zeker vanaf de achterbank is dat een nogal unieke ervaring, in die zin dat het zowel angstaanjagend als indrukwekkend is. Heb ik zoiets ooit eerder meegemaakt? Nee. Vond ik het leuk? Ook nee. Een Toyota Prius, hoe sportief hij er ook mag uitzien, hoort dit soort dingen gewoon niet te doen.
Het vreemde is: deze Prius schaamt zich er helemaal niet voor. Hij beukt dwars door iedereens comfortzoneheen, maar niet eens op een akelige manier. Er zijn zowaar rijmodi, en als The Stig naar het hoopvol geheten Sport overschakelt (je mag ook kiezen voor Eco, Normal en Custom), kan ik zelfs vanuit van positie op de achterbank het een en ander afleiden.
Hoe rijdt de Prius in de sportstand?
Het onderstel mag op de openbare weg dan misschien stevig aanvoelen, op het glooiende en af en toe hobbelige asfalt van Knockhill zijn de veerwegen wat kort. De besturing is accuraat genoeg, al moet ie het niet van grote hoeveelheden communicatie hebben. En hoewel de Prius nou ook weer geen karrenvrachten pk’s te bieden heeft, kan ie er genoeg snelheid mee opbouwen om flink zorgwekkend te zijn. En de remmen zijn solide: ze vliegen niet eens in de fik, maar ik zou mijn tong er toch ook weer niet tegenaan willen leggen.
Na een paar rondjes doet de navigatie weer ‘ping’. The Stig zoekt de pits op, stapt uit en wil zijn plek op de achterbank terug. Rijden op de openbare weg, met al die ‘regels’ en ‘voetgangersveiligheid’, lijkt nu nog saaier. We zijn weer terug op de route. En ik vraag me nog altijd af wat me zojuist nou weer is overkomen.
Hoe is de cabine van de nieuwe Toyota Prius?
Om mezelf te kalmeren, richt ik me maar eens op het interieur, met de geur van de gemartelde remmen nog in mijn neus. Het binnenste is ‘modern Toyota’; emotioneel heel wat passiever dan de buitenkant. Het is niet slecht, maar ongeveer zo inspirerend als kantoorvloerbedekking. Groot touchscreen in het midden, display voor de bestuurder, allebei met wonderlijk ouderwetse graphics.
Voor mensen van een bepaalde grootte belemmert het stuur deels het zicht op de tellers (de bedoeling is dat je over het stuur heen kijkt) en de zitpositie is oké voor de meesten, maar voor niemand perfect. Dat ligt vooral aan de eigenaardig korte zittingen – als je lange benen hebt, eindigen ze ergens ter hoogte van het midden van je bovenbenen, wat niet echt briljant is. Maar goed, hij heeft tenminste fysieke knoppen voor de airco en stoelverwarming en er zijn veel USB-aansluitingen en opbergvakjes, dus het is hier in ieder geval praktisch.
Het Prius-interieur krijgt alle kansen om te bewijzen hoe comfortabel en bruikbaar het is (en grijpt ze ook) als we Perth achter ons laten, langs Crieff rijden en een hotel pakken in Crianlarich. The Stig mag dan helemaal niet willen stoppen, maar wat moet, dat moet, en ik ben ook maar een mens.
We gaan verder richting onze bestemming
Heel vroeg de volgende morgen tref ik The Stig aan op exact dezelfde plek, op de achterbank van de auto, naar het lijkt in een soort standby-stand. De motor slaat aan, want de elektriciteit is op, en de aandrijflijn gedraagt zich nu wat CVT-achtiger dan toen hij nog voldoende hulp van de accu’s kreeg. We gaan weer op pad via bochtige A-wegen, kapotte B-wegen en een scala aan wegen dat zich nog wat verderop in het alfabet bevindt.
De Prius vindt het allemaal best. Een trouwe, betrouwbare metgezel zonder al te veel dynamische sprankeling, maar nog altijd met veel efficiency: het verbruik schommelt zelfs zonder bijgeladen elektrohulp nog rond de 1 op 25. Het is gewoon een erg fijne auto. Natuurlijk zou ik er wat exclusievere dempers op laten zetten om hem wat lager te krijgen, en wat chiquere velgen, maar dan nog.
The Stig is het met me eens, denk ik. Hoewel dat moeilijk is vast te stellen, omdat hij niet heeft gesproken sinds… nou ja, ooit. Maar de manier waarop hij zijn hoofd houdt en de subtiele hoek in zijn over elkaar gevouwen armen – het spreekt allemaal boekdelen. Ik weet niet of hij het een goede auto vindt; de Prius komt in ieder geval een pk of 300 tekort om daarvoor bij The Stig in aanmerking te komen. Maar toch bespeur ik iets van respect.
Bestemming bereikt
En zo bereiken we, niet dankzij het uitbundige en hartverwarmende gezelschap van The Stig, een uur of twee later onze coördinaten: het rotsachtige, fantastische geologische rommeltje van Glen Etive, beroemd geworden als de weg uit James Bonds Skyfall. De dageraad is voorzichtig aan zijn werk begonnen, een vuist van wolken heeft de bergtoppen vastgegrepen en perst regen de vallei in. Voordat de auto helemaal tot stilstand is gekomen, opent de achterdeur zich. The Stig stapt uit en loopt gewoon weg. Zonder ook maar een sterrenwaardering of een fooi achter te laten, begeeft hij zich naar de horizon om Joost mag weten wat te gaan doen.
Ik word achtergelaten met een mosterdgele Toyota Prius en het fraaiste uitzicht ter wereld. Goed, ik moet een roteind terugrijden, maar het had een stuk erger gekund. De nieuwe Prius heeft zich van zijn beste kant laten zien. Hij mag dan net iets minder praktisch zijn dan voorheen, hij is nog altijd zuinig, betrouwbaar en verstandig. En hij ziet er nu ook nog eens goed uit. Al met al is er eigenlijk maar één logische conclusie. Deze Prius is zonder enige twijfel een veel slechtere Uber dan vorige generaties. Maar hij is ook een veel, veel betere auto.
Specificaties van de Toyota Prius 2.0 Plug-in Hybrid Executive (2024)
Prijzen
€ 47.195 (NL)
€ 48.540 (B) – Premium Plus
Motor
2.0 viercilinder hybride
223 pk/164 kW, 208 Nm
Aandrijving
voorwielen
CVT-automaat
Prestaties
0-100 km/u in 6,8 s
top 177 km/u
Verbruik/uitstoot
0,7 l/100 km
16 g/km CO2
Gewicht
1.530 kg
Reacties