Oh jee, horen we je denken. TopGear in een Prius. Dat wordt een hoop ginnegapperij, een hoop geplaagstoot, flauwe grappen en leedvermaak ten koste van dat arme autootje dat ook alleen maar zijn best doet om braaf en zuinig te zijn. Ha, lekker, denk je als volbloed petrolhead, en je gaat er eens even goed voor zitten. Ben je er klaar voor? Komt ie: deze geheel nieuwe en verse Toyota Prius Plug-in Hybrid die je hier ziet, is een serieus goed ding.

Oké, nu alle lezers zijn afgehaakt die Toyota’s oerhybride bij voorbaat een flukse ondergang toewensen, zullen we ons nader verklaren. Want ja, we zijn omgeslagen ten opzichte van de tijd waarin een Prius voor ons automatisch Het Kwaad vertegenwoordigde.

En we zullen je nog eens wat vertellen: zelfs van die oudjes, die gezichtsloze stukken zeep op Matchbox-wieltjes die 25 jaar geleden haast eigenhandig de hybriderevolutie in gang zetten, zijn we inmiddels best gecharmeerd. Een klein beetje dan. Ouder, wijzer en zo – of we hebben ons gewoon gerealiseerd dat het een aandoenlijk klassiekertje in spe is, met een significante autohistorische betekenis.

Waarom nog voor een Toyota Prius kiezen?

Wat ook meespeelt in onze nieuwe waardering voor het model: Toyota’s intenties met de Prius zijn enigszins veranderd. Inmiddels is zijn hybridetechniek doorgesijpeld naar verschillende andere hoeken van het gamma; praktischer spul als de Corolla Touring Sports, maar ook bereikbaarder spul als de Yaris profiteert inmiddels mee. Waarom zou je nog een Prius kiezen, met z’n stoffige stigma en z’n onconventionele uiterlijk, als je zelfs bij Toyota zelf zoveel andere opties hebt? En wat voor een rol is er eigenlijk nog voor de pionier weggelegd als ie effectief door z’n eigen nazaten voorbij wordt gestoken?

In eerste instantie dachten wij dat de volgende Prius een nieuwe revolutie zou gaan aftrappen. Dat ie iets bijzonder vooruitstrevends zou worden – een betaalbare massa-EV met een vastestofaccu, draadloos opladen, dat soort dingen. Maar daarvoor is het wellicht nog te vroeg. In plaats daarvan steekt Toyota deze vijfde generatie vrij conservatief in: hij is er opnieuw als vol- of plug-in hybride (in Europa krijgen we alleen de Toyota Prius Plug-in Hybrid), heeft geen al te bizarre tech, geen extreem opzienbarende specificaties. Wel een grotere benzinemotor trouwens: die groeide van 1,8 naar 2,0 liter.

Is het erg dat de Toyota Prius Plug-in Hybrid niet super hightech is?

Een gemiste kans in deze tijden? Niet per se. Er zijn immers nog meer zaken die een auto interessant kunnen maken, en laat Toyota zich daar nu eens op hebben gefocust. We halen de vorige Prius, het uitgaande model, er even bij. Die zag er niet uit, zoveel is duidelijk, maar zoals we destijds bij de eerste test concludeerden: hij reed verrassend goed. Een actieve zitpositie, geavanceerde wielophanging, meer connectie, betere respons – Toyota had zich, op aandringen van racetopman Toyoda, zowaar de nodige moeite getroost om de Prius plezierig te maken.

Die insteek wordt hier onverminderd voortgezet, maar dan in combinatie met een uiterlijk dat… tja, gewoon best tof is. Niet dan? Om z’n onbeholpenheid af te schudden kreeg de Prius een langere wielbasis en een lagere daklijn waarbij het hoogste punt verder naar achteren ligt, zodat z’n proporties compleet veranderden. Het front en de voorruit lopen in een strakke wigvorm omhoog, en met wigvormen krijg je bij ons de handen altijd op elkaar. Frisse verlichting, een futuristische achterkant, grote wielen – over of ie ook echt mooi is zullen de meningen verschillen, maar saai of suf is ie in ieder geval niet.

Het interieur van de nieuwe Prius

In het interieur zien we een rond stuur, een console met een pookje en wat knopjes, een klein tellerscherm en een groot display in het midden. Vrij normaal dus; hooguit de meterslange A-stijl in je oog geeft aan dat je in iets eigenzinnigs zit. De vormgeving straalt kalmte uit en de opstelling is ruimtelijk, mede door de grote glaspartij. We zoeken vergeefs naar een laadplateau voor een telefoon, maar USB-C-aansluitingen zijn er genoeg, onder andere in een verborgen vakje waar ‘#hiddencompartment’ in staat. Niet alleen Jeep kan lolligheidjes in zijn auto’s bouwen.

De nieuwe hang naar dynamiek bezorgt de Prius Plug-in Hybrid een leuk statistiekje: hij is maar liefst 101 pk sterker dan zijn voorganger. Met 223 pk knalt ie nu in 6,8 seconden van 0 naar 100 km/u, wat betekent dat ie veel van z’n critici in hun viercilinder-BMW’s uit 1998 bij een stoplichtsprint subiet de mond zal snoeren. Dat dat moment nog eens aan zou breken. Elektrisch haalt hij een maximumsnelheid van 130 km/u, in de hybridemodus 180 km/u.

De motor is rustiger door de extra power

De extra kracht zorgt bovendien dat de benzinemotor niet bij de minste of geringste acceleratie jengelend in de toeren hoeft te gaan hangen. Ook in de EV-modus (160 pk sterk) is ie al aardig vlot, en als je je bij het bestellen inhoudt qua wielformaat, kun je volgens opgave zomaar 86 kilometer ver komen op een volle accu. Helaas gaat laden vrij traag, met tot 3,3 kW, maar met 13,6 kWh aan cellen heb je aan een uur of vier stekkeren alsnog voldoende. Of bestel het zonnepanelendak en laat je Prius een aantal dagen buiten staan.

Omdat we ook weer niet zo ruim in de tijd zitten, rijden we stug door wanneer de accu leeg is. En wat blijkt? Zelfs dan verstookt de Toyota Prius Plug-in Hybrid op onze gevarieerde route niet meer dan 4,5 l/100 km. Het is nog niet zo lang geleden dat het dubbele geen uitzondering was bij dit soort laadschuwe PHEV-capriolen.

De Prius denkt met je mee

Hij past z’n regeneratie- en hybridegedrag slim aan je locatie aan, en zelf je stroom-brandstofmix managen kan gemakkelijk door te wisselen tussen de EV- en hybridemodus en/of de acculading vast te houden voor later gebruik. Dit doe je in een handomdraai met twee knoppen op de middenconsole; veel beter dan dat je zes menu’s diep in het scherm moet porren, zoals bij veel plug-ins het geval is.

En het rijden zelf? Ook dat valt niet tegen. De Prius heeft de typische afstandelijke besturing die we van zuinige Toyota’s gewend zijn, maar reageert levendig en gewillig op je commando’s, en z’n onderstel is mooi in balans. Dat maakt dat ie bij vlugge wendingen of een begeesterd genomen snelwegoprit misschien niet als een GR86 aan je knuisten hangt, maar ook zeker niet over z’n ecobandjes naar buiten drentelt, zoals vroeger. Hij is rap in z’n respons en tegelijk licht en vriendelijk in z’n bediening, waarmee hij een heel aardige poging doet om zowel rijders aan het kalme als aan het sportievere deel van het spectrum te bedienen.

Wat kost de Toyota Prius Plug-in Hybrid?

Z’n prijs van 45 mille (48 in België) is bepaald niet mals – je hebt er tegenwoordig ook een Tesla Model 3 voor – en hoewel de Prius flink is doorontwikkeld, van de elektrotechniek tot de rijhulpjes, zal ie op technologisch vlak niemand echt steil achterover doen slaan. Maar dat hoeft ook niet meer, zegt Toyota – hij heeft zijn punt gemaakt, zijn inzet heeft zijn vruchten afgeworpen. Als gelauwerde hybridevaandeldrager mag hij nu wat meer lol hebben in het leven, en dat uit zich dus in z’n uiterlijk en prestaties. Groot gelijk Prius, ouwe dibbes. Onze zegen heb je.

Toyota Prius Plug-in Hybrid Solar Edition (2023)


Motor
1.987 cc
viercilinder hybride
223 pk @ 6.000 tpm
208 Nm @ 4.400 tpm
Aandrijving
voorwielen
traploos
Prestaties
0-100 km/u in 6,8 s
top 180 km/u
Verbruik (gemiddeld)
0,5 l/100 km
11 g/km CO2 A label
Afmetingen
4.599 x 1.782 x
1.430 mm (l x b x h)
2.750 mm (wielbasis)
1.520 kg
40 l (benzine)
284 l (bagage)
Prijzen
€ 53.595 (NL)
€ 48.870 (B) – Premium Plus

Reacties

  • Maarten heeft op 28 augustus 2023 geschreven:

    Kan me inderdaad zo maar voorstellen dat het vergelijk -zoals de auteur zelf ook doet- met een model 3 gemaakt wordt. De M3 is bijna 13K goedkoper in aanschaf, dan deze Solar edition. (en sneller, zuiniger, veiliger, goedkoper in gebruik en bied dubbele bagageruimte).

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)