Je kunt rustig stellen dat Porsche weinig vrienden heeft gemaakt met het besluit de Boxster en Cayman voortaan van een viercilinder te voorzien. Het toevoegen van ‘718’, omdat dat per ongeluk toevallig ooit de modelnaam van een raceauto met een viercilinder was geweest, hielp nauwelijks. Niet, eigenlijk. Het was niet dat het niet begrepen werd – het werd gewoon niet gewaardeerd. Natuurlijk begreep zelfs de meest rabiate Porsche-gelovige ook wel dat het bedrijf íéts moest doen aan de CO2-uitstoot van het gamma, vanwege de enorme boetes die het anders zou krijgen.

Dat je dan niet heel ver komt door een stofzuigermotor in een Cayenne te hangen: ook duidelijk. En dat vier jaar geleden de Taycan nog verre toekomstmuziek leek (was), snapte ook het sektarische gedeelte van de aanhang wel. Maar kom op: een fantastische sportauto zijn zescilinder afpakken ten gunste van een hijgerig viercilinder turbootje – dat kun je niet maken. Dat is net zoiets als een sterrenkok een nagelschaartje in handen duwen, zeggen dat ie het hier ook wel mee redt, en zijn messenset op Marktplaats zetten.

En eerlijk is eerlijk: Porsche heeft er alles aan gedaan om de transitie zo pijnloos mogelijk te maken. De viercilinders leverden méér vermogen dan de zescilinders (zo’n 35 pk) en waren nog goedkoper ook. Ook rijden deden ze als vanouds. Alleen dat geluid, hè… Zo makkelijk als het is een zescilinder, of het nou een zes-in-lijn, V6- of boxermotor is, goed te laten klinken, zo’n hel is het om dat met een viercilinder te doen. Zeker als er nog zo’n geluid-wegmompelende turbo aanwezig is ook. Wij zijn nog nooit een 718 tegengekomen die we lekker vonden klinken. Luid, dat zeker. Maar rauw, snerpend, gemeen en karakterloos. Niet mooi – allesbehalve zelfs.

Plots was er de Porsche 718 Boxster GTS 4.0

En nu is er opeens de Porsche 718 Boxster GTS 4.0. Een Boxster (of een Cayman, als je dat liever hebt) mét een zescilinder! GTS is altijd, bij alle modellen, al het kenmerk dat aangeeft dat dát degene is die je moet hebben, omdat ie altijd precies de spullen heeft die je er bij een normale versie bij zou (moeten) bestellen om hem perfect te maken. En dat dus aangevuld met zo’n zalige, ongeblazen zescilinder boxer met een inhoud van liefst vier liter, die moeiteloos 400 pk vermogen en 420 Nm trekkracht naar de achterwielen stuurt. Je hoeft geen paranormale gave te hebben om te weten dat dit het recept is voor een behoorlijk onvergetelijke auto.

Nog één dingetje. Er wordt weleens gezegd dat het merk met deze Porsche 718 Boxster GTS 4.0 ‘een fout heeft rechtgezet’ of ‘tot inkeer is gekomen’. Dat lijkt ons op z’n minst wat zelfgenoegzaam en op zijn best niet waar. Porsche luistert maar naar één ding, en dat is het geluid van een rinkelende kassa. Die viercilinder was geen fout, ze kónden niet anders. Wellicht heeft de komst van de Taycan wat ‘CO2-ruimte’ geschapen, en zag Porsche daardoor mogelijkheden voor een model waarvan ze wisten dat er belangstelling voor zou zijn. Ofwel: de GTS 4.0 is niets meer of minder dan een verdienmodel.

Maar wat voor een! Allereerst heeft Porsche visueel, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de eerdere, duidelijk meer op circuitgebruik afgestemde GT4, alles min of meer bij het normale gehouden. Je zult, tot je de contactsleutel hebt omgedraaid, mensen waarschijnlijk omslachtig moeten uitleggen waarom je 45.000 euro méér hebt uitgegeven voor een auto die er nagenoeg hetzelfde uitziet als het basismodel. Ja, er zijn wat zwarte accentjes hier en daar, wat rookglas op de koplampen, maar verder (op de potsierlijke GTS 4.0-bestickering op de flanken na – je kunt hem godzijdank ook zonder bestellen) niets bijzonders. Het opvallendst (kun je nagaan) zijn nog het feit dat hij zijn uitlaten niet in het midden heeft zitten maar rechts en links, en dat hij maar één ‘rib’ in de luchtinlaten op de flanken heeft in plaats van twee.

In het interieur geldt hetzelfde: standaard Boxster, dus ook met die middenconsole met drukknopjes waarvan zelfs in deze topversie de helft leeg blijft. Oogt toch een tikje armoedig, alsof je te krenterig was om er meer op te bestellen. Nou ja. Wel een zalig met alcantara bekleed sportstuurtje, datzelfde spul op de stoelen, een uitstekend touchscreen en dito digitale meterboel: het is gewoon een heerlijke plek om te verblijven. Onderhuids is de Porsche 718 Boxster GTS 4.0 2 millimeter lager dan een gewone Boxster, en hij heeft elektronisch instelbare dempers, een mechanisch sperdifferentieel en een sportuitlaat die je met een knopje op de middenconsole kunt activeren – allemaal ‘des GTS’ dus.

Het gaat om de motor

Maar de parel van de Porsche 718 Boxster GTS 4.0 is uiteraard de motor. Het is dezelfde motor als de GT4 had, een van drie naar vier liter opgeboorde zescilinder boxer zonder turbo’s, die zo lekker vrij kan ademen dat zijn rode lijn pas bij 7.800 toeren per minuut ligt. Nu zou je daardoor misschien denken dat je, om het beste uit hem te halen, ook constant naar die rode lijn moet jakkeren. Maar niets is minder waar. Dit apparaat is zó heerlijk lineair – ook bij lage toeren biedt hij onmiddellijk respons en klinkt hij heerlijk. Laat de toeren klimmen en je wordt er weer aan herinnerd hoe anders zo’n ongeblazen blok klinkt bij elk toerental, terwijl de versnelling als één streep toeneemt. Hij gromt stationair, wordt heser bij 2.000 tpm, roffelt bij 3.000, snerpt bij 4.000, jankt bij 5.000, brult bij 6.000 en gilt tot 7.800, telkens met zalige nuances en toonverschillen.

De handmatige zesbak (een PDK is mogelijk) is een zaligheid om te bedienen – hij glijdt door de versnellingen en geeft, als je de sportstand hebt geselecteerd, automatisch tussengas bij terugschakelen. Klinkt heel professioneel, ook als je dat zelf niet bent. Je kunt hooguit zeggen dat ze wat lang gespatieerd zijn; waarom zou de tweede versnelling tot 120 km/u moeten lopen als je zó’n fantastische bak tot je beschikking hebt? Ach, klein bier.

Het onderstel van de GTS

Het onderstel is al even fenomenaal. Je kunt nauwelijks een auto vinden waarin de balans voorbeeldiger is dan deze. Zijn middenmotor maakt hem veel neutraler en lichtvoetiger dan een 911 (hoe voortreffelijk die ook is) en de chirurgisch-precieze besturing maakt het feest compleet. De betere Boxsters lieten je je nog weleens afvragen waarom je nog een 911 zou aanschaffen. Bij de GTS 4.0 hebben we op die vraag geen antwoord meer. Dit is de beste Boxster ooit, en een triomf van een auto.

Geen koopje, die Porsche 718 Boxster GTS 4.0

Dat kunnen wij nou wel zo leuk zeggen, dat je met een GTS 4.0 geen 911 meer nodig hebt, maar eerlijk is eerlijk: dat mag ook wel, voor die prijs. ‘Koopje’ en ‘Porsche’ zijn zelden vriendjes van elkaar geweest, en de 4.0 is op die regel bepaald geen uitzondering.

In Nederland ben je dus minimaal 125k kwijt (in lucky België maar 87k), maar op de onze zaten een paar extra’s (die kleur bijvoorbeeld, en nog wat betrekkelijke kleinigheidjes), waardoor hij zomaar, ga zitten, 154.221 euro kostte. Ter vergelijking: een gewone Boxster, met die viercilinder en 300 pk, is er vanaf 86k (60k in België).

Maar zo zou je bijna vergeten hoe duur zijn grote broer eigenlijk is. Een 911 Cabrio is er vanaf 159.000 euro (124k in België). Die heeft dan wel 15 pk minder, maar is net zo snel en tsja, wel een 911. Je kunt het trouwens ook nog wat gekker maken qua Boxster: de  Spyder kost 138.800 euro (96k in België), heeft 420 pk en haalt wél net de 300 km/u. Keuzes, keuzes… Maar doe ons die GTS maar.

Specificaties Porsche 718 Boxster GTS 4.0 (2020)


Motor
3.995 cc
zescilinder boxer
400 pk @ 7.000 tpm
420 Nm @ 5.000 tpm
Aandrijving
achterwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u in 4,5 s
Top 293 km/u
Verbruik (gemiddeld)
10,9 l/100 km
247 g/km CO2 G label
Afmetingen
4.379 x 1.801 x 1.262 m (l x b x h)
2.475 mm (wielbasis)
1.380 kg
64 l (benzine)
275 l (bagage)
Prijzen
€ 124.796 (NL)
€ 87.314 (B)

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)