Autotest: Renault Megane R26

Het heeft even geduurd, maar eindelijk is er nu een Mégane op de markt die echt indruk maakt. De veroorzaker van al dit moois: een limited slip differentieel.

 

Voor de typenaam van de het nieuwe model moet je even de tijd nemen: Renault Mégane Renaultsport 230 F1 Team R26. Zelf heeft Renault ook even de tijd genomen om met deze top-Mégane op de proppen te komen. De training begon in 2004 met de introductie van de 225 RS (of Renaultsport, wat je wilt), een model dat niet bij iedereen gelijk in de smaak viel. Daarna kwam een iets pittigere versie, de Trophy. Beide modellen worden gebroederlijk naast elkaar verkocht. Tussentijds was er nog even de F1-versie, een gelimiteerde oplage van de RS met aangepaste remmerij, Recaro-kuipjes en speciale velgen. Maar ja, met veertig stuks voor de Nederlandse markt was dat model snel uitverkocht. En nu hebben we dan de R26.

 

De R26 zou wel eens het laatste wapenfeit van deze Mégane kunnen worden. In 2009 wordt er een opvolger verwacht voor het model. Mensen die het zouden kunnen weten, vertellen dat er een nog zwaarder kanon in stelling wordt gebracht. Misschien dat die ooit verschijnt, tot dan toe is de R26 de beste sport-Mégane tot nu toe. De belangrijkste reden daarvoor is dat Renault eindelijk wat leuke technische speeltjes heeft toegevoegd. De vering is straffer, de diameter van de reactiestangen nam toe. Ook de besturing is directer. Het belangrijkste verschil is echter dat er een limited slip differentieel aan de aandrijflijn is toegevoegd.

 

Hoewel de meerprijs van deze auto, die in maart in de Nederlandse showrooms zal staan, nog niet bekend is, is het differentieel een welkome aanvulling. Bovendien, het laatste actiemodel gebaseerd op de RS, de F1-uitvoering, was goedkoper dan de basis, dus Renault zal ook deze keer de liefhebbers het vel niet over de oren halen. Wij schatten de meerprijs op zo’n 1.500 euro. En dat zou een koopje zijn. De auto is puur, een sportieveling pur sang. De grip van de voorwielen is indrukwekkend en zelfs als je echt hard gaat scheuren blijft het lampje van de tractiecontrole uit. Met deze auto kun je echt tot het gaatje gaan.

 

Het limited slip differentieel is een mechanisch apparaat dat in de bochten de aandrijfkrachten naar het wiel met de meeste grip stuurt en zo onderstuur uitbant. Als je halverwege de bocht gas geeft, zie je de neus van de R26 naar binnen gaan en de bocht nóg scherper ronden. Het mooie is dat de R26 meer vermogen meekreeg (230 in plaats van 225 pk) en dat je daar in het stuur helemaal niks van voelt. Geen moment wordt hij zoekerig. Maar ja, het gaat ook om slechts 5 pk.

 

Alle technische wijzigingen tezamen én het gemodificeerde uitlaatsysteem dat een nadrukkelijker geluid ophoest, maken van de R26 aan heerlijk scheurijzer dat nog écht snel is ook. Het verschil tussen de doodse 225 en deze versie is schrijnend.

Nog puntjes van kritiek? Wij zouden nooit voor die afschuwelijke optionele stickers kiezen en de wielophanging zou iets comfortabeler mogen. Hij is nog niet zo’n oncontroleerbare stuiterbak als de Seat Leon Cupra op een circuit, maar op slecht wegdek zou het toch welkom zijn. Maar we blijven erbij: dit is de Mégane die je hebben moet. Misschien is het wel de hothatch die je hebben moet.