Een hot hatch met een dieselmotor roept bij ons een hoop vraagtekens op. Helaas heeft de Mégane RS 2.0 dCi 175 die niet allemaal kunnen wegnemen.
 
‘Hoe haal je het in je hoofd om zonder mijn medeweten je geld uit te geven aan zóiets?!’ Het zal de eerste reactie zijn van je man/vrouw/vriendin/vriend als je de Mégane dCi 175 voor de deur parkeert. En tien tegen één dat de volgende dag je accountmanager van de bank dezelfde vraag stelt.
 
Maar let op, hier een korte les om hun gemoederen te sussen en goed weg te komen met je aankoop. Zet je pokerface op, vertel hoe zuinig hij is (6,5 l/100 km), hoe voordelig hij is in de verzekering (‘het is maar een dieseltje’) en bovendien dat hij een lage CO2-emissie heeft. Zeker dat laatste argument snijdt in deze tijd hout. Met de groeten van Al Gore.
 
De kritiek zal omslaan in bewondering voor je doordachte keuze.
 
En dat is het eerste probleem waar je met deze auto tegenaan loopt. Renault geeft hoog op van dit model. Het zou hun eerste hot hatch met een dieselmotor zijn. Nee, niet zomaar een vlotte wagen, een heuse hot hatch. Nu is in onze beleving het verstand wel de laatste drijfveer om een hot hatch aan te schaffen. Natuurlijk, het is de gulden middenweg tussen een degelijke gezinsauto en iets als een Donkervoort, maar een echte hot hatch moet bij zijn koper toch een sprankje schaamte oproepen. Zo van: ‘Ik zou het eigenlijk niet moeten doen, maar ik kon de verleiding niet weerstaan’. Hetzelfde gevoel dat sommige (?) getrouwde mannen krijgen als ze in het geniep de voor- en achtergevel van een passerende schoonheid taxeren.
‘Het beetje gebrek aan passie doet niets af aan de kwaliteiten van de Mégane. Het onderstel is soepel en direct, de tractiecontrole is zelfs voor Renaultsport-begrippen magnifiek geprogrammeerd’
 
De dCi 175 is zeker niet zo opwindend dat hij je van je ratio berooft waardoor je blind van verlangen je portemonnee trekt en zó de showroom uitrijdt. Toch zal menigeen kwijlend van verlangen de reis naar Rotterdam aanvaarden om deze auto in het echt te zien. Want alleen Renaultsport-dealer Van Kerkhof & Visscher in de Maasstad haalt deze snelste diesel-Mégane naar Nederland. Om het leed van de reis te verzachten krijgen de eerste twintig kopers de auto voor een speciale prijs van 32.500 euro. Vanaf nummer 21 moet 35.500 euro worden afgerekend.
 
Het beetje gebrek aan passie doet niets af aan de kwaliteiten van de Mégane. Het onderstel is soepel en direct, de tractiecontrole is zelfs voor Renaultsport-begrippen magnifiek geprogrammeerd. De 175 is verre van sloom. De tweeliter dCi komt uit de Laguna GT en presteert onvermoed kwiek. Renault claimt dat deze diesel de Mégane 225 op de tussenacceleratie van 80 tot 120 km/u in de vierde versnelling het nakijken geeft. Niet dat je veel hebt aan zulke mededelingen, maar het geeft wel aan hoeveel koppel er voorhanden is. Het komt niet in een orkaan van kracht vrij, maar wordt gelijkmatig over het toerengebied opgebouwd.
 
En hij is stil, o zo stil. Desgevraagd vertelde een Renault-woordvoerder dat de ontwerpers van deze Mégane er bewust voor hebben gekozen om de geluidsproductie laag te houden. De geluidseffecten moesten wijken voor het snelwegcomfort. Bovendien zou het lastig zijn om een fatsoenlijk geluid uit een viercilinder diesel te toveren.
 
Klink logisch, maar logisch is nu niet het eerste woord dat je associeert met een hot hatch. Als Renault de 175 iets minder gelikt had gemaakt, was het een briljante auto geweest. Nu is het een prima, volwassen auto. Maar een hot hatch? Dat zeker niet.

Reacties