Stig-test: Renault Mégane R26

Als je er eenmaal in zit, wil je er niet meer uit. Het is als een klap in je gezicht waarvan je suizebolt. Net toen we het gevoel kregen dat de hot hatch helemaal comfortabel en netjes afgewerkt de 21e eeuw in zou rijden, bewees Renault (uitgerekend die Fransozen) dat een vleugje brutaliteit zijn uitwerking nog steeds niet mist. Er zitten niet veel speeltjes in de R26 en hij is rumoerig, trillerig en zo hard als de pest op een slecht wegdek. Je moet hem zien als tweede of misschien wel als derde auto, dus voor erbij. Hij is snel, wendbaar en heeft een ongelooflijke grip. Hij stuurt licht en geeft respons en het slimme sperdifferentieel laat het toch al goede en tot het uiterste getunede onderstel nog beter presteren. We vinden hem allemaal leuk. Bijvoorbeeld in dat saaie Franse blauw. En het is best acceptabel als je nu en dan wat bloed in je urine vindt, als je weer eens een dag in de R26 hebt rondgescheurd.