Wanneer kon je voor het laatst een klein Frans sportautootje met middenmotor kopen? Niet sinds de Clio V6; en die telt eigenlijk niet mee. De Alpine A110 Première Edition is hier om aan je sportieve oerverlangens te beantwoorden
Je moet het Renault nageven. Ze nemen geen halve maatregelen om Alpine, hun venerabele sportmerk dat 22 jaar geleden ter ziele ging, terug op de markt te brengen. Een succesvol raceteam op Le Mans, toegewijde Alpine Centers bij geselecteerde dealers (twee in Nederland), meerdere conceptcars met – in onze ogen – de meest schitterende retro-styling sinds de BMW Z8. Vanaf het eerste moment was duidelijk dat hun eerste nieuwe productiemodel niet veel zou afwijken van de Alpine Celebration en Vision. Mede daarom zitten wij al een paar jaar stilletjes te stuiteren van ongeduld. Nu is de Alpine A110 Première Edition er dan eindelijk.
Een legende opvolgen
De oorspronkelijke Alpine A110 is een auto die het waard is om gevierd te worden. Als tweevoudig winnaar van de Rally van Monte Carlo was hij de belichaming van het oorspronkelijke Alpine-uitgangspunt. Snelheid, functionaliteit en bruikbaarheid, niet per se op het circuit, maar op de wegen van het echte leven. Niet voor niets vernoemde oprichter Jean Rédélé zijn merk naar een gebergte. Alpines moesten glooiende passen, venijnige haarspeldbochten en grillige reepjes kronkelend asfalt kunnen veroveren als geen ander. In latere jaren werd dit een beetje uit het oog verloren, met de V6-turbomonsters van de jaren tachtig en negentig. Maar de A110 bleef altijd het boegbeeld voor het merk. Logisch dus dat de Fransen uitgerekend dat model kiezen als inspiratie voor een rentree in de wereld van de compacte, toegankelijke sportauto’s.
‘Hoe zou de A110 eruit hebben gezien als hij nooit uit productie was gegaan?’ Dat was de vraag waarmee de ontwerpers aan de slag moesten. Plus een bescheiden lijstje eisen. Want naast achterwielaandrijving, een middenmotor en een laag gewicht moest er vooral ook dagelijkse bruikbaarheid worden ingebouwd. Onpraktische pretautootjes, die zijn er al genoeg, vindt Alpine. En ze hebben een punt. Met een Lotus of een Alfa 4C valt alleen dagelijks te leven als je over een vreemd soort toewijding en een goede dosis masochisme beschikt. Met de A110 moest het een ander verhaal worden.
Een elegant geheel
De heldere opzet van het concept is aan het gehele ontwerp af te zien. Er is geen overvloed, we zien vooral prachtige functionaliteit. De voorkant, met de klassieke rally-spotlampen als frisse lichtsignatuur erin verwerkt, is nauwelijks hoger dan de voorwielen. Het bevat (net als de achterkant) een ruimte voor een tas of iets anders kleins. Een vlakke onderzijde en functionele diffuser zorgen dat er geen opzichtige spoilers gemonteerd hoefden te worden die de sprankelende lijnvoering zouden onderbreken. De achterste zijraampjes lopen naar binnen, om behalve licht in het interieur ook lucht naar de motor te brengen. Het zwaartepunt zit, zowel optisch als daadwerkelijk, rond de heupen van de inzittenden. Het is een simpel, clean en elegant geheel, dat bovendien meteen een sterke identiteit uitdraagt. Wel zo prettig voor een merk dat velen niet echt (meer) kennen.
De Alpine A110 Première Edition haalt z’n snelheid – van 0 naar 100 in 4,5 seconden, top 250 km/u – uit een 1,8-liter turbo-viercilinder en een zeventraps transmissie met dubbele koppeling. Onze hunkering naar een handbak bij dit soort auto’s blijft bestaan, maar de Alpine A110 Première Edition is zo’n geval waarbij het plaatje met een rappe flipperautomaat eigenlijk beter lijkt te kloppen. Wat niet wil zeggen dat we een handgeschakelde versie niet heel erg zouden waarderen, Alpine, mochten jullie dit lezen. De auto is opgebouwd uit aluminium en haalt daarnaast gewichtsbesparing uit talloze details, zoals de Sabelt-stoelen, de Brembo-remmen en zelfs het Focal-audiosysteem, dat geen versterker heeft en gebruik maakt van unieke speakers. De lichtvoetigheid wordt haast al voelbaar zodra je instapt.
De Nederlandse CEO past achter het stuur
Het is een knusse bedoening in de Alpine A110 Première Edition, maar krap is ie allerminst. Ook daaraan werd volgens Alpine tijdens de ontwikkeling veel aandacht besteed, niet in de laatste plaats omdat de CEO van het merk, Michael van der Sande, een boomlange Hollander is. Leer, nette plastics, stijlvolle stiksels en spaarzame koolstofvezel accenten zorgen voor een upscale sfeertje. Net als het strakke tellerscherm en het stuurtje, dat vreemd genoeg verkeerd om bekleed lijkt te zijn: leer op de tien-voor-twee-positie, alcantara op de bovenste en onderste helft, waar je met je zweethandjes juist niet komt. Ach, het ziet er in ieder geval mooi uit. Het infotainment blijkt overigens even omslachtig en onbegrijpelijk als het standaard Renault-systeem, dus dat laten we fijn voor wat het is.
Hoe ziet het interieur eruit?
De essentiële bedieningselementen zijn eenvoudig. Een startknop op de middenconsole, drie knoppen voor de transmissie (R, N, D) eromheen, en een niet te missen Sport-knop op het stuur. Druk je die in, wellicht omdat je bij het starten van de motor wat teleurgesteld was in het geluid, dan gaan er wat kleppen in het uitlaattraject open en krijg je de volledige brom-, knor- en knettershow te horen. De viercilinder brengt een bevredigend mechanisch zingend geluid voort, maar brult vooral ook schor en rochelt af en toe als een hardlopende kettingroker. Misschien dat er snelwegritten zijn waarbij je er even geen behoefte aan hebt; voor de rest zouden we deze modus nooit meer uitschakelen.
De Sport-stand scherpt ook de gasrespons aan en maakt dat de transmissie in de automatische modus langer vasthoudt aan z’n versnellingen. Met de besturing en het onderstel gebeurt verder niets, die zijn zoals ze zijn, en dat is prima. Goed, je krijgt weinig tegenwicht van het stuur (op zich niet vreemd, met een gewichtsverdeling van 44 procent vóór en 56 procent achter) en de demping is sportief stevig, de vering juist weer wat slap. Maar dat zijn dingen die je vooral op een circuit parten zouden kunnen spelen. Op de openbare weg maakt het de Alpine meegaand en leefbaar. Vergeet z’n mission statement niet.
Over circuits gesproken…
Toevallig krijgen we de kans om in de omgeving van Marseille een klein, in de bossen verscholen baantje met de Alpine A110 Première Edition te bezoeken. Het ligt over een paar heuvels gedrapeerd en heeft enkele leuke bochten, waaronder een chicane die bergaf gaat. Verantwoordelijk als we zijn (en misschien een beetje bang voor een smakelijk verhaal dat ons de rest van onze carrière zal achtervolgen) willen we in een snelle sessie van vijf minuten in een onbekende auto op een onbekend circuit het ESP niet helemaal uitschakelen, maar een meer toegeeflijke speelstand vinden we niet.
Dus rijden we met het systeem aan. Zo tasten we de grenzen van de Alpine A110 Première Edition niet af door hem eroverheen te duwen en te corrigeren, maar door de ESP-ingrepen nauwgezet te vermijden. Achteraf legt iemand ons uit dat het ingedrukt houden van de Sport-knop een speciale Track-modus tot gevolg heeft. Met een schermbrede toerenteller, schakelpiepjes, een transmissie die weigert zelf op te schakelen… én een lossere ESP-stand. Hmm, dat is een gemiste kans.
Wat we tijdens onze tijd op het circuit wel leren, is dat de Alpine verfrissend, enthousiast en opzwepend leuk is om te rijden. Z’n balans is om van te smullen, met een neutraal en vertrouwenwekkend karakter dat de meest lompe bestuurder nog voor ernstige fouten zal behoeden. Niet door elektronische trucjes, maar door inherent solide en berekenbaar weggedrag. Wanneer je een bocht te ruim inschat, is licht liften van je gaspedaal voldoende om de neus als een gehoorzaam hondje naar binnen te leiden. Ga daarna weer op het gas en laat je vingertoppen strak en nauwkeurig opschakelen. De wereld vliegt sneller voorbij dan je bij zo’n klein en onschuldig autootje zou vermoeden.
De Alpine A110 Première Edition is verslavend betrokken
Want snel is de A110. En niet lollig GTI-achtig snel, maar serieus snel. Een gewicht van 1.100 kilo en een niet aflatend, turbo-gedreven pk-salvo werpen zo hun vruchten af, zo ondervinden we opnieuw als we het circuitje verlaten en de fenomenale bergwegen in de omgeving beginnen af te struinen. Dit is een verslavend betrokken auto, vriendelijk in z’n communicatie en tegelijkertijd aanmoedigend om hem en jezelf te pushen. Hij gaat af als een raketje en ketst de hoek om als een kitten. Aan de lichte maar gehoorzame neus wen je betrekkelijk vlot. Korte hobbels maken hem wat rillerig, maar hij wordt nooit zenuwachtig en is al met al niet van z’n stuk te brengen.
Als de Alpine A110 Première Edition een makke heeft, zijn het z’n remmen. Die krijgen we met een aardig bevlogen ritje van enkele minuten (bergop nog wel) al aan het roken. En nee, daar kwamen geen ESP-ingrepen aan te pas. Op het circuit boezemde de remkracht na enkele rondjes ook niet bijster veel vertrouwen meer in. Het doet vermoeden dat Alpine misschien hier en daar wat lichtheid zou mogen opofferen – er schijnt met deze remmen 8,5 kilo bespaard te zijn – ten gunste van materiaal dat beter aansluit bij hun performance-niveau. Zo zou er wat ons betreft ook plek moeten zijn voor een mechanisch sperdifferentieel; momenteel verloopt de koppelverdeling op de achteras elektronisch door, inderdaad, remingrepen.
De Fransen hadden zich geen betere comeback kunnen wensen
Dit aandachtspunt ten spijt is de Alpine A110 Première Edition een auto gebleken waar we spontaan verliefd op kunnen worden. Hij is praktischer en veel minder vermoeiend dan een Alfa 4C. Exotischer dan een Porsche 718 Cayman. En hij biedt rijeigenschappen die zich met de beste kunnen meten. Van z’n beeldschone styling tot z’n veelzijdigheid, van z’n aimabele aard tot z’n rasperige motortje: als je dan toch een comeback maakt, doe het dan zo.
Specificaties Alpine A110 Premiere Edition
Motor
1.798 cc
viercilinder turbo
252 pk @ 6.000 tpm
320 Nm @ 2.000 tpm
Aandrijving
achterwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 4,5 s
top 250 km/u
Verbruik (gemiddeld)
6,1 l/100 km
138 g/km CO2
Afmetingen
4.180 x 1.798 x 1.252 mm (l x b x h)
2.420 mm (wielbasis)
1.103 kg
45 l (benzine)
bagageruimte n.b.
Prijzen
€ 67.500 (NL)
n.b. (B)
VONNIS
Alpine trakteert ons op een ontzettend leuk heethoofdje, met heerlijke styling en een beste dosis karakter. Deze Première Edition (gelimiteerd op 1.955 stuks) is uitverkocht, maar goed nieuws: de instapversie zal dus goedkoper zijn
Reacties