Mocht de vorige B-klasse zich slechts in hoon verheugen, de nieuwe is een stuk beter. En mooier.
 
Het is een beetje flauw, maar die naam ‘B-klasse’, die doet toch een beetje denken aan b-artiesten, b-wegen en b-kwaliteit – waar die ‘b’ impliceert dat het geen ‘a’ is, geen eerste keuze. Dat heeft Mercedes over zichzelf afgeroepen met de vorige B-klasse, en zo’n stigma blijft wel even hangen.
 
Even terug in de tijd: de B dateert van 2005 en was toen niet meteen een succes. Het was een zogeheten MPV, iets wat veel mensen niet direct met Mercedes afficheerden, en dus kwam de B voor ‘busje’ te staan. Dat was weliswaar een overdrijving, maar een schoonheid was het niet, en hij bezat ook niet dat kenmerkende Mercedes-gevoel dat vrijwel alle andere modellen van de Stuttgarters wel hebben. Tijd voor actie, dus, tijd om de B volledig om te katten tot iets dat wel typisch Das Haus uitstraalt.
 
De nieuwe B is volgens B-klassebaas Rüdiger Rutz ‘eigenlijk helemaal nieuw, meer vernieuwd dan enig ander Mercedes-model ooit is geweest. Hij is volwassener maar jonger’. De beste man moet auto’s verkopen dus moeten zulke opmerkingen met een korrel zout worden verteerd, maar helemaal ongelijk heeft meneer Rutz niet. De nieuwe B heeft verrekt weinig van doen met d’oude B.
 
Hij wordt gebouwd op een nieuw ontwikkeld platform, heeft nieuwe versnellingsbakken en eindeloos veel (en dus om de haverklap piepende) veiligheidssystemen. En de B krijgt vier nieuwe motoren. We reden in de sterkste diesel, die 136 pk heeft. Dan is er een diesel met 109 pk, en er zijn twee viercilinder, 1,6-liter benzinemotoren, een met 122 en een met 156 pk. De kleinste motor is al toereikend, maar vanaf 122 pk wordt het vermogen weelderig. Met de sterkste diesel- en de sterkste benzinemotoren rijdt je in een seconde of negen naar de 100 km/u, en zijn topsnelheden te halen van ruim 200 km/u. MPV, wat je zegt. En wat Rüdiger Rutz zegt: nooit eerder presenteerde Mercedes-Benz zoveel nieuwe technologie in één model.
 
Dat is allemaal mooi en aardig – de motoren zijn niet het eerste dat ons opvalt. Dat is het uiterlijk van de nieuwe B. Of liever gezegd: z’n interieur. O-la-la: de bijna futuristische ventilatieopeningen, een iPad-soortig informatiescherm (hoewel internet een optie is), stoelen die zich niet hoeven schamen als ze fauteuils worden genoemd, een afwerking die eerder doet denken aan Mercedes’ S-klasse dan aan z’n MPV-concurrenten, de uitstekende materialen – het is allemaal even vorstelijk en voortreffelijk en Mercedes-waardig. Zelfs in z’n basisvariant ziet ie eruit als een mannequin tijdens een haute-coutureshow.
 
Desondanks is de B, voor Mercedes-begrippen, enigszins ingetogen. Sommige knoppen en hendels doen vermoeden dat Rutz zijn mensen geen greep mocht laten doen uit de mooiste magazijnen van Mercedes. Je wilt je eigen E natuurlijk niet uit de markt prijzen, noch potentiële kopers afschrikken als ze een fotootje zien en denken: dat is te chique voor mij. Maar nogmaals: zelfs op z’n eenvoudigst krijg je alles mooier en meer coherent, zachter en toch meer solide dan bij de MPV-achtige concurrenten.
 
Z’n buitenkant is hoegenaamd onvergelijkbaar met de vorige B. Hij ziet er inderdaad volwassener uit, maar ook sportiever, vrolijker en gretiger. We rijden ‘m in een kleur rood die Jupiter Red heet (dat mocht Jupiter willen, zo’n kleur rood te hebben) en die trekt behoorlijk de aandacht. Misschien is het nog steeds geen echte schoonheid, maar als we ‘m bekijken vanaf de achttiende verdieping van ons Weense hotel dan kun je ‘m toch tamelijk aantrekkelijk en zelfs vrij sexy vinden. Hij heeft wel wat, en dat is precies wat de vorige B ontbeerde. Die had het allemaal net niet.
 
Er past een surfplank in de nieuwe B (zo wordt ons van Mercedes-kant verzekerd, we hebben het niet geprobeerd), maar vooral past er natuurlijk een gezin in, plus zo’n 500 liter bagage. Dat moet genoeg zijn. Met de stoelen plat vervoert de B zelfs bijna 1.550 liter, zodat menig loodgieter wellicht ook gaat peinzen over de aanschaf van een B’tje.
 
Wenen in en Wenen uit – hoe rijdt onze B200 CDI BlueEfficiency 7G-DCT? Uitstekend. De motor en de halfautomatische bak vormen een duo dat voor elkaar lijkt te zijn geschapen. Hij is heel vlot, maar niet bloedsnel, hij is comfortabel en nooit te sportief. Dit is een volbloeds gezinsauto en dat blijkt uit z’n hele rijgedrag. Het is allemaal echt Mercedes: het werkt feilloos en voelt robuust aan. Na vier minuten rijd je ‘m alsof je nooit in een andere auto hebt gereden. Vertrouwenwekkend, op z’n zachtst gezegd.
 
Een stop-startsysteem is standaard op alle versies (de B-diesels hebben mede daardoor een a-label, de benzines doen het met een c-label), de dieselmotor is stil en de veiligheidssystemen zijn bedacht zodat vader-achter-het-stuur nu en dan de ruziënde kinderen op de achterbank tot de orde kan roepen zonder dat hij meteen op een voorganger botst. Dat leidt tot frequent gepiep, hetgeen in ons geval (zonder kinderen aan boord) vooral lijkt te benadrukken dat je deze auto niet koopt omdat je eens een lekker stukje wilt gaan rijden, maar omdat je je partner en kinderen veilig van a naar b wilt brengen.
 
Hoewel ie 1.405 kilo weegt, maakt ie de indruk wat zwaarder te zijn – bij navraag blijkt het zwaartepunt van de B lager te zijn geworden en dat voelt aanvankelijk een beetje gek aan. Echte kritiek kun je z’n rijgedrag niet geven – hij doet precies wat ie moet doen. Dat is wat z’n kopers zich zullen wensen, en dus is Mercedes geslaagd in haar opzet.
 
 

Specificaties: B200 CDI Blue-Efficiency 7G-DCT


 

Leuk 

Het interieur: gelikt en schitterend. We zijn verrukt

 

Niet leuk 

Piepjes hier, piepjes daar. Je schrikt je wild

 

TopGear-vonnis

Een MPV die zich heeft ontworsteld aan het juk van zijn voorganger. De enige echte gezins-Mercedes

 

Prestaties  

0-100 km/u in 9,5 sec., top 210 km/u, 4,6 l/100 km

 

Techniek  

1.796 cc viercilinder, 136 pk, 300 Nm, 1.405 kg, 122 g/km CO2

 

Doen!   

7G-DCT bestellen, dat rijdt perfect

 

Niet doen  

Veel meer opties nemen, nergens voor nodig

 

Prijs NL € 38.452

Prijs BE € 32.331

Reacties