De zwaarste test uit de geschiedenis, in de auto die wel eens de belangrijkste van 2011 zou kunnen zijn. Een non-stop, jetset-duurtest met de Range Rover Evoque, in alle uithoeken van de wereld. Na Schotland reizen we verder naar de VS.
 
Trip 2/4
Las Vegas, Nevada, VS
 
Hartje centrum, en Vegas zindert. Schaars geklede serveersters drentelen wulps rond bij de entree van casino’s terwijl zoetsappige basklanken uit de stripclubs sijpelen en een miljoen knipperende lichten om aandacht – en cash – strijden van honderdduizend opgedirkte, aangeschoten, hun geluk beproevende nachtbrakers. Kijk ze eens, terwijl ze opgetogen van gokmachine naar lapdanseres naar bar strompelen, met in hun hand een cocktail ter grootte van een rugbybal geklemd en een handvol verkreukelde dollarbiljetten tegen de borst gedrukt.
 
Deze stad is gewijd aan de banaalste vormen van aandacht trekken: borsten en lichten en lawaai. Zoals de heer Sinatra nooit heeft gezegd: If you can stand out here, you can stand out anywhere. Als je hier weet op te vallen, dan val je overal op.
 
En weet je wat? Hier, op dit moment, trekt de Evoque in Vegas de meeste aandacht. TopGear is met Koenigseggs door Peking gereden en met Mercedessen SLR Roadsters door Londen, maar ik zweer je dat ik nog nooit heb meegemaakt dat een auto ook maar een-tiende van de aandacht kreeg die de Evoque in Vegas krijgt. Ik weet het, het klinkt vreemd, maar het is echt zo, ik lieg niet. Dit is een bescheiden vijfdeurs diesel SUV-hatch die in een stad van Rolls-Royces, originele Mustangs en Ferrari California’s – om nog maar te zwijgen van de talrijke ingeoliede, uitdagende stripteasedanseressen – al het andere in de schaduw stelt.
 
‘Moet je dat kontje zien!’ gilt een vrouw die zelf ook bepaald een opzichtige derrière heeft. De camera’s van mobieltjes flitsen, stelletjes wijzen en kijken met wijd opengesperde ogen. Iedere keer als we stoppen, dromt men om ons heen. Een paar Nederlanders horen ons uit over alle beschikbare uitvoeringen en versies, Mexicanen willen de motor zien. Een paar figuren uit het Engelse Barnsley sprinten – letterlijk: sprinten – langs twee huizenblokken om de kofferruimte van de Evoque te kunnen aanschouwen. De vrouw van de lange van het stel heeft al een bestelling geplaatst; ze heeft er nooit een in het echt gezien. De korte van het stel dacht altijd dat de Evoque een beetje een meidenautootje was, maar nu is hij verkocht. De Land Rover-dealer in Las Vegas die voor de Evoque heeft gezorgd, zegt dat toen hij ‘m vorige week een paar uur voor zijn zaak had geparkeerd, hij een dozijn aanbetalingen ontving van klanten. Of Las Vegas is stapelgek op de Evoque, óf de mensen hier weten van gekheid niet wat ze met hun geld moeten doen.
 
‘Als je een fotomodel zoekt, kan ik wel iets voor je betekenen’, kweelt een in hotpants gehuld meisje dat waarschijnlijk net van school is. Het pornosterretje-in-de-dop drapeert zich over de motorkap van de Evoque en nipt van een enorme, felgekleurde cocktail ter grootte van een viskom. Ik weet niet precies waarom de Evoque zo veel aandacht krijgt. Misschien omdat ie binnen het bereik is van ons, niet-hedge-fund-managers? Als je in een Murciélago rijdt, gaan mensen ervan uit dat je een idioot met veel geld bent, maar de Evoque bevindt zich precies op het kruispunt van verleidelijkheid en betaalbaarheid.
 
De Evoque heeft heel wat meer te bieden dan alleen z’n prijskaartje. Ik weet zeker dat het van alles te maken heeft met hoe conceptachtig ie eruitziet. De Evoque is ten opzichte van de LRX-conceptuitvoering uit 2008 zo op het oog weinig veranderd, want de wigvormige glazen behuizing en zijn opzichtige juweeltjes heeft ie behouden. Van de luchtinlaten die zijn uitgespaard aan de achterkant van de voorste wielkasten, zijn schitterende koplampconstellaties en de pinlights onder de zijspiegels die heel veel licht geven en op de stoeprand daaronder ‘RANGE ROVER’ te lezen geven, lijkt de Evoque op een of andere manier aan het vervlakkende effect van massaproductie te zijn ontkomen. Het is een auto die zich prettig voelt bij een beetje opzichtigheid.
 
Net als Las Vegas zelf. ‘ONZE BBQ-RIBS ZIJN HET BEST BEWAARDE GEHEIM VAN DE STAD!!!’ loeit een neon-billboard van vijftien meter breed. Ingetogenheid bestaat hier niet. ‘Eén kopen, één gratis! Eén kopen, één gratis,’ schreeuwt een straatverkoper die onduidelijke, lichtgevende objecten aanprijst. Dat is geen speciale aanbieding: dat is de definitie van kopen hier.
 
Het zal Vegas een zorg zijn hoe de Evoque rijdt, maar het zal jou plezier doen om te horen dat ie zich in de stad net zo lekker gedraagt als op Schotse wegen. We rijden in de krachtigere dieseluitvoering met 187 pk (er is ook een 148 pk-uitvoering verkrijgbaar), die over zowel een enorme hoeveelheid raffinement als koppel beschikt, met in de verste verte geen dieselgeronk en allemachtig veel power bij lage toeren.
 
Het is een auto die zich makkelijk door het vierentwintiguursverkeer van Las Vegas laat manoeuvreren doordat ie compact en gracieus aanvoelt, frisjes stuurt en het zicht verbazingwekkend goed is ondanks z’n samengeperste achterkant. Zelfs met die wigvorm heeft zowel de drie- als de vijfdeurs Evoque genoeg plaats achterin, maar als je van plan bent om daar kinderen te vervoeren, houd er dan rekening mee dat de smalle raampjes langere ritten tot een wat claustrofobische ervaring zullen maken. Dat kun je oplossen door te kiezen voor het enorme panoramische transparante dak zoals onze testauto bezit – een optie die 980 euro in Nederland en 660 euro in België kost en het ideale cadeau is voor een astronoom in spe.
 
 ‘Hé, makker!’ De begroeting klinkt als een mitrailleursalvo. ‘Is dat jouw auto?’ Ik draai me om en zie een één meter twintig lange, één meter twintig brede, strakgeklede chauffeur die met zijn vinger naar de achterbumper van de Evoque prikt.
 
‘Eh, het is een Land Rover’, stotter ik verbouwereerd. Zo vaak sta je in het holst van de nacht niet tegenover een agressieve, zwaarlijvige gnoom.
 
‘Ik weet goddomme ook wel dat het een Land Rover is’, blaft hij met een overdaad aan frustratie in zijn verbazingwekkend zware stem. ‘Ik ben niet blind. Ik zoek deze al een tijdje. Ik kan ‘m nergens krijgen? Hoe veel moet je ervoor hebben?’
 
‘Eh.’ Ik merk dat ik een behoorlijk natuurgetrouwe imitatie van koning George VI ten beste geef. ‘Hij is, eh, ik kan ‘m niet verkopen.’
 
‘Goed, beste kerel’, zegt de gnoom met een frons. ‘Ik eis deze auto op. Nou, wat kost ie?’ Een combinatie van snel omrekenen en puur giswerk. ‘Zo’n vijftigduizend dollar. Misschien vijfenvijftig?’
 
‘Je krijgt zestig van me. Contant. In het handje.’
 
Welke idiote gnoom rijdt er nu rond met zestigduizend dollars aan contanten in zijn kofferruimte?
 
‘Ik geloof niet dat ik…’
 
‘Zeventig. Zeventigduizend. Nu meteen.’
 
‘Zoals ik zei denk ik niet dat…’
 
‘Tachtig. Negentigduizend. Ben ik duidelijk? Ik moet en zal deze auto hebben, makker.’ Ik maak een hulpeloos, jammerend geluid.
 
‘Goed, goed, ik snap het al.’ Shit, hij denkt duidelijk dat ik een spelletje speel. Maar ik speel geen spelletjes. Ik knijp ‘m. ‘Ik geef je mijn kaartje. Praat met je bazen, doe wat je moet doen. Als je klaar bent, bel me dan. Ik wacht erop.’
 
Hij tovert een visitekaartje uit zijn borstzak, overhandigt het me, klopt me tegen mijn zij en waggelt terug naar zijn stretch-limo. Ik kijk naar het kaartje. ROMELO, staat erop, CHAUFFEURTAINER.
 
Als een Evoque indruk kan maken op een chauffeurtainer – dat edele beroep – wat voor bewijzen wil je dan nog van zijn urbanproof-geloofsbrieven. Ik verlaat Vegas kwijlend en met knikkende knieën. Het is tijd om erachter te komen hoe de Evoque het doet in, eh, zwaardere omstandigheden.
 
Lees verder in deel 3 van onze loodzware Evoque-test: Dubai.

Reacties