Daniel Ricciardo in een Renault Clio V6

Het is een lastige seizoenstart geweest na de overstap van Red Bull naar Renault, maar als iemand de zon altijd ziet schijnen, is het Daniel Ricciardo wel. We maken een ritje met de Australiër.

Geparkeerd in een ongerept en uitgestorven dorpje in de Engelse Cotswolds, is een knalgele en brede Clio V6 niet echt op z’n plaats. Je verwacht elk moment dat lokale inlanders met hooivorken de hoek om komen, maar het is Formule 1-coureur Daniel Ricciardo. Een beetje te laat, sorry-sorry, hij grijnst en iedereen is relaxt. We hoorden al dat hij ontwapenend is, maar dit is belachelijk: de man is al om negen uur ’s ochtends één bonk positiviteit, nog voor hij cafeïne heeft gehad. We rijden met hem naar de fabriek in Enstone, waar hij over een uur wordt verwacht.

TopGear : Hoe moeten we je noemen? Dan? Daniel? Danny? Ricci?
Daniel Ricciardo: Wat je wilt. Bijvoorbeeld Daniel. Daniel kan, maar eikel kan ook.
TG: En wat denk je hiervan? Ooit een Clio V6 gereden?
DR: Nee, nog nooit. Ik heb er weleens een gezien, hier in Engeland, maar nooit thuis in Oz.
TG: Je hebt al een miljoen keer uitgelegd waarom je naar Renault bent gegaan, maarre…
DR: Het is nu al een saai verhaal, toch?

Ricciardo’s Valkyrie

TG: Ja, dat verhaal kennen we. Dus laten we het over iets anders hebben: auto’s van de zaak. Je hebt je Valkyrie ingeruild voor een Mégane…
DR: Da’s waar.
TG: Maar je staat nog wel op de lijst voor een Valkyrie, toch?
DR: Jazeker. Ik heb dat allemaal geregeld voor ik het andere contract tekende.
TG: Wanneer komt ie?
DR: Duurt nog even, maar ik ga ’m de komende maanden aankleden.
TG: Ga je er echt in rijden?
DR: Nou, het ligt eraan wat je met ‘rijden’ bedoelt. Ik ga er wel in rijden, maar ga ik ’m elke week rijden, of twee keer per jaar? Ik ga er natuurlijk niet heel vaak in rijden.

Andere auto’s

TG: Wat voor andere auto’s heb je gehad?
DR: Ditjes en datjes. Weet je, ik heb pas recent mijn eerste oude auto gekocht. Ik wilde wat volwassener overkomen, want dit jaar word ik 30.
TG: Ga door, wat is het?
DR: Het is een 275 GTS. Het merk begint met een F.
TG: Lekker. Maar als je een F1-auto rijdt om je brood te verdienen, dan zullen de meeste andere auto’s wel wat sloom aanvoelen, toch?
DR: Nou, ja en nee. Ik houd wel van snelle auto’s, maar ik ben geen enorme autofanaat. Ik houd ervan om afwijkende dingen te rijden, zoals oude auto’s met een pook en een H-bak. Zo kom ik ook niet in de problemen. Als ik elke dag een heel snelle auto zou rijden, kreeg ik vast veel meer boetes.
TG: Goed punt, en je kunt geen races winnen vanuit de gevangenis.
DR: Waar.

Tijd voor snacks

TG: We kunnen geen tripje maken zonder snacks, dus we hebben wat voor je meegenomen.
DR: Top, ik ben dol op snacks. [Pakt iets uit de doos met ‘bekende Australische snacks’, red.] Oh, joh! Hoe kom je hieraan?
TG: We kunnen onze bronnen niet prijsgeven, maar vertel eens even wat dit allemaal is? We hebben het nog nooit gezien, maar het ziet er wel apart uit.
DR: Oké, nou, dit zijn dus Barbecue Shapes. Een alternatief voor chips. Oh, en je hebt de Cherry Ripe. Die ga ik waarschijnlijk nu opeten; het is nog wel vroeg, maar ik ga ervoor. Het is chocolade maar met iets van gedroogde kokosnoot en een soort kersen erdoorheen. Klinkt wel vreemd, maar ze zijn heerlijk. En hier heb je de Tim Tams, die vind ik een beetje overschat.
TG: Je hebt net al je Australische fans van je vervreemd.
DR: Ik denk dat ik… ja, ik moet nu even wat eten. Ik ga nu even een hap nemen.
TG: Ga ervoor. Maar schiet wel op, want dit is het moment waarop we tegen je gaan zeggen: zin om een stukje te rijden?
DR: Oh, echt? Ik vind het heerlijk om passagier te zijn. Mensen denken vaak dat ik altijd wil rijden, maar het is juist omgekeerd, we houden ervan te worden gereden juist omdat we zelf rijden. En ik ben gek op muziek. Als passagier kan ik dat in de hand houden.
TG: Echt? Misschien krijg je wel nooit meer de kans om in een Clio V6 te rijden.
DR: Vooruit dan.

Ricciardo in de Clio V6

TG: Voor de zekerheid: kun je wel rijden met een handbak?
DR: Dat zal wel lukken. Grappig, maar ik weet niet zeker of Max Verstappen wel kan schakelen. Hij is geboren na het tijdperk van de koppeling en zo. Ik denk dat als hij nu in deze Clio zou zitten, hij zich geen raad zou weten.
TG: Wat denk je ervan?
DR: Vreselijk. Nee, geintje, hij is leuk. Klinkt ook prima.
TG: Hoeveel pk denk je dat hij heeft? Gok eens.
DR: Nu ga ik helemaal de mist in. 180 pk?
TG: Dat is een belediging. Nee, 255 pk. Nou ja, die had ie vijftien jaar geleden, dus hij zou inmiddels misschien een paar pk minder kunnen hebben.
DR: Kan ik jullie Toppie noemen? Of Toppers?
TG: Je kunt ons noemen wat je wilt.
DR: Toppie.
TG: Prima, doen we het zo. Nu gaan we je een paar echte vragen stellen, goed?
DR: Ga ervoor.

Favoriete coureurs

TG: Noem de drie beste F1-coureurs ooit, en vertel waarom je vindt dat ze de beste zijn.
DR: Ik zal beginnen met de meest voor de hand liggende: Senna. Ik bewonderde hem om de wijze waarop hij zich op en buiten het circuit opstelde. Op de baan was hij meedogenloos, maar hij was bescheiden daarbuiten. Hij kon zijn helm opzetten en compleet veranderen. Hij hoefde niet per se in alle aspecten van zijn leven een enorme klootzak te zijn. Dan komt Mario Andretti, die de Formule 1 en racen in de VS wist te combineren. Stel je voor dat iemand dat nu zou doen. Alonso deed het ook een beetje, met de Indy 500, maar dat was niet hetzelfde. Als derde zou ik zeggen Mark Webber. Omdat hij me, toen ik opgroeide, de realistische hoop gaf dat de F1 mogelijk zou zijn. Ik zag het vanuit de eerste hand, met mijn eigen ogen. Toen ik dichter bij de F1 kwam, was hij degene op wie ik kon leunen, ik kon ’m bellen, en dan sprak hij me bemoedigend toe.

Favoriete F1-auto

TG: Als je een tijdmachine had en je kon elke F1-auto uit de geschiedenis kiezen om te rijden, welke zou dat dan zijn?
DR: Tja, wat zal ik zeggen, ik houd ervan om naar Senna’s boord-camera te kijken toen hij op Suzuka reed. Ik weet eerlijk gezegd niet meer welk jaar het was, maar de McLaren van dat jaar zag er echt gaaf uit. Dus ik denk dat ik zou gaan voor de late jaren tachtig; dat moet cool geweest zijn.

Grootste rivaal

TG: Wie is je grootste rivaal tot nu toe geweest? Vettel, Max, Hülkenberg, iemand anders?
DR: Vroeger was het Bottas. We raceten samen veel in de junior-formules. Ik kartte niet in Europa, maar toen ik voor het eerst naar Europa kwam, reden we in hetzelfde kampioenschap, tegen elkaar. En natuurlijk ook Max. We hebben een paar mooie gevechten -geleverd, wat problemen gehad, wat hoogte- en dieptepunten en wat echt intense momenten. We waren zeker rivalen, maar wel op een gezonde manier.

Het F1-seizoen 2019

TG: Hoe vind je dat je eerste races dit seizoen zijn verlopen?
DR: Nou, de eerste race met Renault had ik me anders voorgesteld. Na 100 meter reed ik de voorvleugel aan flarden. Op papier was het niet wat we wilden, maar als ik voor mezelf spreek, en wat betreft mijn gevoel binnen het team, is het sindsdien enorm verbeterd.
TG: En een goed resultaat in Monaco – dat is misschien wel je lievelingscircuit, of niet?
DR: Ja, ik houd van Monaco, van elk stratencircuit eigenlijk. Ofwel staar je met angst naar de muren, of je staart en je lacht. En ik heb altijd gelachen. Ik houd van dat gevoel om dichtbij een muur te komen en ’m heel zachtjes te raken.
TG: Realiseer je je dat je klinkt als een psychopaat?
DR: Oh, absoluut. Dat ben ik. Ik denk dat we ons voor de camera’s allemaal goed gedragen, dat moeten we nou eenmaal, maar dat we uiteindelijk allemaal gekken zijn.

Max Verstappen

TG: Is het vervelend om Max op het podium te zien staan?
DR: Nee, helemaal niet, en ik zal nu echt eerlijk tegen je zijn. We hebben dat eerder meegemaakt, tijdens onze tijd bij Red Bull – wat dat betreft is er niets veranderd, hoor.
TG: Moeten de regels worden veranderd om meer actie te krijgen?
DR: Ja. De auto’s zijn super, maar het probleem is het volgen. De auto’s zijn zo breed en ze veroorzaken zoveel turbulentie, dat het moeilijk is om dichtbij te komen. We willen in staat zijn om te kunnen volgen en de kans hebben om in te halen.
TG: Oh kijk, we zijn er al. Zeg Daniel, bedankt.
DR: Het was ontroerend.
TG: Neem de snacks maar mee. Nee echt, ze zijn voor jou.
DR: Ik neem ze zeker mee. Het is moedermelk voor me.
TG: Tot kijk.
DR: Ik wil nog even deze Cherry Ripe opeten.
TG: We hebben nog meer te doen vandaag.
DR: Ga je Daniel Ricciardo interviewen of zo?