Een baanbrekende sportauto die nog altijd in staat is om Richard Hammond breeduit te doen grijnzen.
 
Inderdaad, het is een kleine auto van plastic met een Rover-motor en een aluminium chassis dat eerder in elkaar is gelijmd dan gelast. Iets dat James May aan zijn keukentafel op een schaal van 1 op 12 in elkaar zou kunnen flansen. Er is geen tapijt, geen radio of airco en de zeer beperkte optielijst vermeldt zaken als opbergvakken in de portieren en kunststof lenzen voor de koplampen. Bij mijn kennismaking in 1996 dacht ik nog te maken te hebben met een hardcore sportauto, die ik bij het uitkomen van de allereerste bocht ongetwijfeld tegen een boom zou parkeren.
 
Ik had me nauwelijks meer kunnen vergissen. Afgaand op de kale aluminium vloer en het Spartaanse interieur zou je kunnen denken dat deze auto puur is gemaakt voor ervaren coureurs. En dat klopt. Eenmaal achter het stuur waan je jezelf een ster uit de Formule 1 – niet zo maar een ster in een hardcore karretje. Dat was dus vijftien jaar geleden. Inmiddels zou het effect wel anders zijn, dacht ik zo. Weer mis. Starten, even luisteren naar de snerp van de 1,8-liter viercilinder, het eenvoudige stuur vastpakken en je bent direct terug in dezelfde speeltuin. Een plezierig circus waarin je scherp stuurt en drift alsof je nooit anders gedaan hebt. Deze auto maakt je een betere bestuurder en doet je geloven dat je een superheld bent, terwijl je kramp in je kaken krijgt van de grijns op je gezicht.
 
Dit was ook de auto die aan de basis stond van de wedergeboorte van Lotus. In grote lijnen is hij dan ook geconstrueerd volgens de idealen van Lotus-oprichter Colin Chapman – eenvoud en een zo laag mogelijk gewicht. Termen die je in veel gevallen kunt afdoen als pr-geneuzel, maar in dit geval niet. Het was destijds jaren geleden dat we waren verblijd met een pretpakket als dit. Onze aanvankelijke verbazing en schroom maakten dan ook al snel plaats voor onverholen lust. En hebzucht.
 
De Elise was direct een klassieker, maar niet als voorwerp. Dit is geen auto om naar te kijken. Geen details om te bestuderen, of grappige gadgets om te doorgronden. Het gelijmde aluminium chassis was een primeur voor de auto-industrie, maar van een verhaal over metaal en lijm raak je niet bepaald buiten zinnen – tenzij je James May heet. Bij de vorm van de carrosserie gaat aerodynamische efficiëntie voor het esthetische plaatje, de dwarsgeplaatste motor bevindt zich achter de stoelen, en drijft vanaf die plek de achterwielen aan. Meer hebben we eigenlijk niet te vertellen. Misschien dat het lichtgewicht lcd-display voor de benzinemeter en koelvloeistof in 1996 nog spannend was, maar dat was een mobiele telefoon destijds ook. Dan kun je net zo goed gewoon instappen en wegrijden.
 
Bij deze auto is dat ook precies waar het om gaat. De besturing is niet bekrachtigd zodat je ook kleine oneffenheden in het wegdek goed kunt voelen. Ik heb keukenmachines met meer vermogen dan de 118 pk van de Elise, maar de laatste is met z’n 755 kilo een stuk lichter. Dat minimale gewicht is de sleutel om de kleine viercilinder tot de laatste cc te benutten, zodat je in slechts 5,8 seconden naar 100 km/u snelt.
 
Voor een bocht is het niet nodig je voet van het gas te halen, het enige wat je hoeft te doen is sturen. Nooit zul je in deze auto met de botte bijl accelereren. Alles voelt aan als een soepele, atletische sprint. Daarbij is rijden met de Elise nog goedkoop ook. Zelfs met een zware rechtervoet kun je met gemak uitkomen op een verbruik van ongeveer 1 op 16.
 
Verder heb je dankzij de kunststof carrosserie en het aluminium chassis geen last van roest. Je kunt de Elise dus met een gerust hart buiten laten staan – als het ondeugende kind dat ie graag is. Goed nieuws allemaal, vooral omdat je tegenwoordig voor een bedrag van rond 15.000 euro een prima gebruikt exemplaar kunt kopen. De Elise, dus. In 1996 was het een baanbrekende auto, maar anno 2011 kan ik nog altijd weinig auto’s bedenken met zo’n enorme pretfactor. Het is een auto om voluit van te genieten, en die je vervolgens wegzet tot het volgende moment waarop je behoefte hebt aan een grote grijns.
 
 

Specificaties: Lotus Elise Mk I



 

Productie: 1996 - 2001

Motor: 1.796 cc, viercilinder

Vermogen: 118 pk

Koppel: 165 Nm

0-100 km/u: 5,8 sec

Topsnelheid: 202 km/u

Gewicht: 755 kilo

Reacties

Meer van TopGear