We weten allemaal dat TopGear, ahum, de beste is. Maar we willen fysiek bewijs. Dus hebben we enkele records gebroken.

In mijn hand houd ik een stuk karton dat ik zojuist van een doos heb gescheurd. Ik kruip achter de Nissan GT-R en knip er zo nauwkeurig mogelijk een rechthoek van. Als de mannen van het mannenministerie dit maar niet zien. Ik moest een apparaat meenemen waarmee je de straal van de tijdswaarneming op een juiste manier kunt breken, maar die ben ik, eh, vergeten. Dus maak ik er nu zelf maar een. Een stuk karton gewikkeld in een ruime hoeveelheid tape, die ik vervolgens met nog meer plakband aan het voorste sleepoog bevestig.

Het ziet er eerlijk gezegd uit als een dronken stuk karton, schuin en allerminst professioneel. Nerveus rijd ik de GT-R langzaam naar de technische keurmeesters. ‘Laat me raden,’ zegt een van de heren, ‘tape rond een stuk karton?’ Ik knik zwakjes, er zeker van dat ze me gaan vertellen dat deze recordpoging al over is nog voor we zijn begonnen. ‘Niet slecht. Dat hebben we tijdens heuvelklims veel erger gezien. Succes.’

Welkom bij TopGear op Recordjacht. We bevinden ons op de drie kilometer lange startbaan van Elvington Airfield in Yorkshire. Onze bagage is een lijst met Britse snelheidsrecords. Die is trouwens verrassend lang en we hebben hem nauwkeurig nagelezen op breekbare records. Een ervan is bijvoorbeeld twintig jaar geleden gezet door een Peugeot 205 diesel. Een ander staat al bijna 40 jaar. Er is ook een record gevestigd in iets dat een Ibex heet. Je kunt TopGear in ieder geval niet beschuldigen dat we te hoog inzetten. We willen gewoon onze naam in de annalen.

Geheel in lijn met deze sloophamer-om-een-noot-te-kraken-filosofie hebben we een Radical SR3 SL meegenomen om een uit 1974 stammend record voor auto’s met motoren van 1,5 tot 2,0 liter te breken. Op de klassieke vliegende mijl staat deze op een snelheid van 215 km/u. Om het geheel van een element van spanning te voorzien hebben mijn collega-redacteur en ik afgesproken dat we ieder in elke auto een poging heen en terug krijgen. Geen warming-ups, geen laffe oefenruns. We hebben een dag om vier records te breken. Daarbij worden we nauwgezet in de gaten gehouden door mannen in kekke schoenen die de eerste vier uur van de werkdag in de weer zijn geweest met een indrukwekkende hoeveelheid draden en apparatuur die dreigende, sissende geluiden maakt.

Gezien het feit dat ik op weg naar de start in de Radical al na anderhalve kilometer 215 km/u op de klok heb staan, is er volgens mij niet veel om me zorgen over te maken. Omdat ik echter wil dat de heren het gevoel krijgen dat ze hier voor een serieus doel in de weer zijn, zet ik de Radical voor mijn recordpoging zo ver naar achteren dat de achterbanden het gras net raken. Daarnaast schuif ik, om de luchtweerstand te verkleinen, zo ver op de stoel naar voren dat mijn rechterbil de versnellingspook bijna raakt.


Een man met een platte pet geeft me een korte knik en vol gas ga ik ervandoor. Mijn voornaamste zorg is om de komende drie kilometer met de flippers te schakelen zodra de schakelindicator rood oplicht. Ik rijd al iets meer dan 200 km/u en het is een flink kabaal in de Radical als ik in mijn ooghoek nog net de pilon zie die het begin van de vliegende mijl aangeeft. Dit wordt een eitje. Maar dan speelt de natuurkunde zijn gemene spelletje, als de lucht zich in de Radical wild mengt en ophoopt. De rest van de lawaaiige, wazige afstand komt er nog maar 20 km/u bij. Met een beetje wind in de rug bereik ik op de terugweg een iets hogere top, maar ik ben teleurgesteld doordat mijn snelheid bijna 30 km/u lager ligt dan de door Radical opgegeven topsnelheid. Ik rijd terug naar onze provisorische pits om enkele modificaties door te voeren. De vleugel en de zijspiegels moeten eraf.

Juist op het moment dat ik op zoek ben naar inbussleutels, herinnert mijn collega me fijntjes aan ‘de regels’. Het beeld van hem gehuld in een raceoverall en achter het stuur van een Golf diesel is echter onsamenhangend genoeg om mijn kamikaze-bedoelingen te doen vergeten. Dat is waarschijnlijk maar goed ook. In mijn ogen maken het verwijderen van de vleugel en de zijspiegels van de Radical me tot de incarnatie van die karakteristieke mannen die vroeger records braken terwijl ze een pijp rookten. En ik herinner me dat niet veel van hen hun heldhaftige pogingen hebben kunnen navertellen.

'Niets accelereert sneller dan een GT-R en het huidige record komt van iets met de aanduiding McRae GM1 – vast een of andere aftandse rallyauto'

De enorme hoeveelheid meetapparatuur wordt in de Golf geplaatst. Dit is niet eens de snelste dieselversie. Er zit een Bluemotion-embleem op. Toch moet 140 pk genoeg zijn om het 20 jaar oude record in de 1,5- tot 2,0-liter dieselklasse, gevestigd door ene A. Hamilton in een Peugeot 205 TD, te verpulveren. Maar wacht even. Hij liet wel een gemiddelde snelheid van bijna 165 km/u noteren terwijl zijn auto een maximum snelheid had van nog geen 160 km/u. Hier was duidelijk iets niet pluis. Mijn collega heeft in ieder geval een aura van eerlijk sporten om zich heen terwijl hij de Golf behoedzaam de startbaan opstuurt.

Ik ga alvast kijken of ik een record heb gebroken. ‘We weten het nog niet’, hoor ik bij de hoge heren. ‘We moeten er nog naar kijken. Heb je een potlood?’

Mijn collega is tien minuten later ineens ook terug (ik heb de Golf nauwelijks gehoord terwijl hij er op volle snelheid de startbaan mee op en neer dieselde) en vertelt over zenuwslopende momenten: een zwaluw die hij op een veer na miste en een moeilijke overgang van de tweede naar de derde versnelling. Alsof dat nog niet genoeg was, stond hij ook nog voor het moeilijke besluit om voor het laatste stuk in z’n vier te blijven of het risico te nemen door voor de laatste meters naar vijf te schakelen.

Terwijl ik in de GT-R spring, hoor ik enkele minuten later het nieuws dat de Radical, dankzij een snelheid van 226 km/u, met stip in de recordboeken komt. Het succes van de Golf, een machtige 179 km/u, wordt eveneens bevestigd. Ik rijd de GT-R dus met een lichter gemoed naar het begin van de startbaan om het record in de 3,0- tot 5,0-liter klasse dan ook maar meteen mee te nemen.


‘Hier ben ik niet zo zeker van hoor’, roept een van de baarden me na. Kom op zeg, 212 km/u? Niets accelereert sneller dan een GT-R en het huidige record komt van iets met de aanduiding McRae GM1 – vast een of andere aftandse rallyauto.

Wat ik niet weet als ik de Nissan, met de ondertussen gemankeerde straalbreker, in de lanceerstand zet, is dat de MSA (Motor Sport Association) geen onderscheid maakt tussen productieauto’s, gemodificeerde modellen of raceauto’s (meneer Hamilton en zijn Peugeot 205 zijn hierbij volledig vrijgesproken). Het blijkt dat ik het in de 550 pk sterke Track Pack technoraket met warpsnelheid-potentie opneem tegen een Formule 5000 heuvelklimracer. Aha.

De launch-control gaat aan en ik zit achter het stuur terwijl het monster dat GT-R heet het onder luid gebrul opneemt tegen de natuurkunde. Daarbij schiet ie zichzelf, en mij, in 2,8 seconden naar 100 km/u en plet hij luchtdeeltjes op een manier waar de deeltjesversneller in Zwitserland niet aan kan tippen. Bij het uitkomen van de te rijden afstand rijden we 272 km/u.

Het blijkt niet genoeg. We komen bijna 10 km/u tekort. Mislukking, een schandalige mislukking. Mijn collega levert zijn bijdrage door een pesterig dansje rond de Nissan te doen. Nu is hij weer aan de beurt voor een race tegen de klokken in een Audi Q7 diesel.

Een V12 diesel met 500 pk en 1.000 Nm trekkracht. Hiermee hoeft hij slechts harder te gaan dan de 203 km/u die 20 jaar geleden in een Ibex terreinauto, met een versnellingsbak van een Defender en een landbouwdieselmotor, is gevestigd. ‘Bij nacht in slaap vallen kost me meer moeite dan dit record verbreken’, zegt mijn collega lachend.

De Q7 dendert over Elvington, terwijl mijn collega binnenin naar het vrouwenuurtje op Radio 5 luistert. Zijn grootste probleem is nog het na afloop tot stilstand brengen van de 2,7 ton wegende SUV. De keramische remmen zijn, naar verluidt, fantastisch, maar een snelle controle van de remmen tussen de twee pogingen door doet de meters van de meetmeesters uit de schaal slaan – ze zijn meer dan 300 graden Celsius.

Toch is de gemeten 234 km/u meer dan 30 km/u sneller dan het oude record en tot tevredenheid van mijn collega zelfs sneller dan ik was in de Radical. Maar ieder record moet geverifieerd worden. Techniek, zoals bijvoorbeeld de motorinhoud, wordt nagekeken en speciale zegels zijn aangebracht om stiekeme modificaties onmogelijk te maken. Maar Audi wil ons niet in de motor van de Q7 laten kijken. En geen controle betekent geen record. We hebben er dus ieder één binnengehaald. ‘Eigenlijk heb ik er twee’, zegt mijn collega triomfantelijk. Als je het kilometerrecord dat ik in de Golf heb gehaald, en jij in de Radical hebt verprutst, ook meetelt.’ Daar komt niets van in. De kilometer is in mijn ogen ongeldig. Ja, het breken van records is een serieuze aangelegenheid.

Reacties

Meer van TopGear