BMW bouwt al stationwagens sinds 1987, maar in de afgelopen 35 jaar zijn de woorden ‘M3’ en ‘Touring’ altijd bij elkaar uit de buurt gehouden – tot nu toe. Dit is de BMW M3 Touring, waarmee je toegang krijgt tot dezelfde 3,0-liter twin-turbomotor als in de M3 Competition, maar dan met extra bagageruimte voor al je spullen.

Maar waarom duurde het zo lang voordat er een BMW M3 Touring kwam? Audi verkoopt al sinds de jaren negentig snelle stationwagens en ook Mercedes kwam al in 1998 met de C 43 AMG. Daarbij moeten we trouwens zeggen dat er wel al twee keer een M5 Touring verscheen. Maar dit was geen goede aanleiding om ook een M3 Touring te maken, blijkbaar.

De E46 was er alleen als coupé

De reden waarom we nu wel (en nu pas) een BMW M3 Touring krijgen, is het platform. BMW overwoog al een M3 Touring bij de E46-generatie, maar die M3 kwam alleen als coupé. Het ombouwen van een M3 Coupé naar een station was een te grote investering. Het bleef dus alleen bij een studiemodel van de M3 E46 Touring.

Daarna verschoof de vraag vanuit de klanten meer naar snelle SUV’s. Er kwamen M-versies van de X3, X4, X5, X6 en zelfs de X7. Voor de vorige generatie M3 vond BMW het wel even welletjes. Wat er bij deze generatie anders is, is dat de M3 nu ook leverbaar is met xDrive-vierwielaandrijving. Een snelle stationwagen mét vierwielaandrijving, daar zag BMW wel brood in. En daarom hebben we nu wel een M3 Touring.

Hieronder zie je onze uitgebreide walkaround van de BMW M3 Touring.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)