TopGear Magazine reed onlangs de nieuwe Infiniti Q30. In het komende nummer het complete verhaal, hier alvast de highlights.

Testobject: Infiniti Q30
Uitvoering: 2.0t Sport
Locatie: Lissabon, Portugal
Weersomstandigheden: Zwaar bewolkt, 18 graden, stevige buien

Wat reden we?
De Q30 is de eerste kleinere auto van Infiniti, het luxemerk van Nissan. Infiniti heeft het moeilijk in Europa, wat komt door de nog vrij beperkte naamsbekendheid en het feit dat ze alleen grotere sedans en SUV's leveren. Een Golf-concurrent is dus niet alleen welkom, maar bittere noodzaak.

Beviel het? 
Dat deed het. Wat belangrijk is om te weten, is dat de Q30 in feite onderhuids een Mercedes A-klasse is. De Duitsers hebben namelijk al langere tijd een samenwerkingsverband met Renault/Nissan. Infiniti had ook voor het onderstel van een Pulsar of Mégane kunnen gaan, maar als je het toch voor het kiezen hebt… Plus: Infiniti vindt zichzelf ontzettend 'premium', en om dan met 1.2-motortjes aan te komen zetten – mwoah. Overigens heeft Infiniti niet domweg een andere koets op een A gezet: ze hebben zo'n beetje alles veranderd. Onderstelafstemming, besturing, versnellingsbakverhoudingen: ze zijn echt tot op de bodem gegaan, en het zou flauw en onterecht zijn ze van 'badge engineering' te beschuldigen.

Nog bijzonderheden?
Nogal. Wij vinden het nogal opmerkelijk dat hij er niet alleen beter uitziet dan een A (oké, persoonlijk), maar ook beter rijdt. Hij is net wat hoger dan een A-klasse (en net wat lager dan een GLA), maar gaat dynamischer de bocht door terwijl hij toch comfortabeler geveerd is. Hij is aanmerkelijk stiller, stuurt preciezer en directer – het voelt allemaal een klasse volwassener. Het interieur is erg fraai afgewerkt met leer (of alcantara, afhankelijk van de uitvoering) op het dashboard, al zie je een hoop knopjes die je ook in de A tegenkomt. En dat terwijl de Q30 iets goedkoper is dan een A. Al geldt dat niet voor alle uitvoeringen: zo is onze heerlijke tweeliter turbo alleen leverbaar met zeventraps automaat én vierwielaandrijving. Dat drijft de prijs lekker op, want zonder die twee zou ie zo'n 11 mille minder kosten…

Welke modellen komen er, wat gaan ze kosten en wanneer staan ze in de showroom?
Er zijn twee diesels, een 1.5 en een 2.2 van respectievelijk 109 en 168 pk, onze 211 pk sterke tweeliter turbo en er zit nog een 1.6 turbo aan te komen. Prijzen lopen van € 28.610 voor de 1.6-benzine tot bijna 50 mille (!) voor onze topversie. Al met al in vergelijkbare versies net iets goedkoper dan een A-klasse, al heb je daar wel aanzienlijk meer keus. Alle versies zijn nu te bestellen bij één van de twee (da's wel een probleempje, dat dan weer wordt opgelost door een haal- en brengservice) dealers. 

Kom maar door met dat eindoordeel dan!
De Q30 is een verbazingwekkend goede auto – verbazingwekkend vooral omdat hij in een hoop opzichten domweg beter is dan zijn Duitse donor, toch geen beroerde auto. Dus als jij het aandurft een Duits topmerk te laten staan voor een relatief onbekend Japans topmerk: onze zegen heb je.

Reacties