We kunnen bevestigen dat je bij een snelheid van 50 km/u in de 1.260 liter grote bagageruimte van een Land Rover Discovery vrolijk kunt driften met een Crazy Cart, maar we zitten hier niet in een flipperkast. We hebben bastions van bruikbaarheid meegebracht, bronnen van plezier en vertier voor elk terrein. Dit is de TopGear Gids voor Pret: bruikbaarheid.
Weet je, een echt praktische auto – een machine die is ontdaan van designnonsens om plaats te maken, letterlijk, voor nuttig gebruiksgemak – kan evenveel of zelfs meer plezier opleveren dan het vervormen van je gezicht met g-krachten. Lees overigens eerst even deze gids, voordat je aan deze begint.
Bont gezelschap
Het is een bont gezelschap, dat moet gezegd. Een Atom met achterwielaandrijving, een Unimog met portaalassen (die boven het hart van de wielen zijn gemonteerd), een meestal voorwielaangedreven SUV uit Roemenië van een dikke 15.000 euro en een zevenzitter die populair is bij ouders om de kinderen naar school te brengen, kunnen allemaal een brede glimlach op het gezicht toveren.
Om te beginnen moeten we terug naar de basistechniek. En meer basaal dan bij de Dacia Duster kun je het niet krijgen. Van de bijna vier miljoen euro die ons wagenpark in totaal vertegenwoordigt, is dit de goedkoopste auto. Hij is zelfs minder duur dan de Formule 1-oempaloempa van Rory. Maar hij laat je grijnzen omdat hij de hedendaagse variant van een ezel is.
Met een 1,6-liter motor en vierwielaandrijving in deeltijd doet hij geen moeite om met frivole techniek indruk op je te maken. Alles draait om sobere bescheidenheid. Hij geeft geen krimp, is koppig en is voortdurend in de weer om je op de plaats van bestemming te krijgen, ongeacht de omstandigheden.
Dagelijks gebruiken moet je niet doen
In standaarduitvoering heeft hij niet eens een radio. Maar wat maakt het uit? Hij heeft vier wielen en dat levert je de allerbelangrijkste optie van allemaal op: vrijheid. Toch zorgt iets wat zo oprecht, adequaat en rationeel is ervoor dat je er buitengewoon irrationele dingen mee gaat doen. Zoals een handrembochtje op het circuit of proberen om er één na laatste mee te worden.
Wil je jezelf nog blijer maken, dan moet je je heil bij de Discovery zoeken. Net als de Duster heeft hij geen groot ego. Hij is niet zo opzichtig als een Range Rover, maar hij biedt comfort in de meest onherbergzame delen van de wereld en je kunt je er overal mee vertonen.
De techniek is ontworpen om er het moerasland tussen Panama en Columbia mee over te steken, dus dat schept vertrouwen. En in het ruime interieur kunnen de kleintjes fantaseren en wilde plannen maken.
Toch zijn er ook voertuigen die je in leeftijd kunnen terugwerpen naar je jeugd. Voertuigen zoals de Universal-Motor-Gerät, ofwel Unimog in de volksmond.
Wat is een Unimog?
We hebben het hier over een tractor annex pick-up annex sportbestelbus. Een vierwielige mannequin met ladderframe die zich kan hullen in alle mogelijke soorten pragmatische plunje. In de afgelopen 60 jaar is de Unimog van Mercedes gemodificeerd voor de brandweer en voor het leger, altijd op een manier waarop de meest ingetogen volwassenen veranderen in wispelturige kinderen. Het is werkelijk niet te geloven, maar je kunt er zelfs voor kiezen om er een locomotief van te maken.
Alleen al door zijn omvang voel je je een kleuter. Hij is bijna drie meter hoog, dus moet je hand over hand in het interieur klimmen alvorens je je kunt nestelen op de buitenmatig afgeveerde bestuurdersstoel. Het interieur is eenvoudig, vooral opdat de besturing in een vloek en een zucht van links naar rechts kan worden omgebouwd. Het meest opwindende detail is de balknop waarmee je het stuur ronddraait om de meest waanzinnige wieluitslagen teweeg te brengen.
Hoeveel versnellingen? Hoeveel?
Als je de zescilinder lijnmotor met 300 pk tot leven wekt, vrees je dat hij te weinig in huis heeft om deze Goliath van zijn plek te krijgen. Maar zodra je de heerlijk dikke handremknots bedient en een beetje gas geeft (waardoor er een dikke zwarte pluim uit de verticale uitlaatpijp wordt gehoest), zorgt het onwaarschijnlijke koppel van 1.100 Nm ervoor dat de Unimog schuddend en proestend van zijn plek komt. Waarna je ogenblikkelijk naar de volgende versnelling moet overschakelen. Het zijn er zestien in totaal.
Met een doorwaaddiepte van 1,2 meter en van binnenuit instelbare bandenspanning heb je voldoende bodemvrijheid om over allerhande obstakels te manoeuvreren; je kunt ongestoord je gang gaan zonder schade op te lopen. De Unimog is onverwoestbaar. Maar de eindoverbrenging – ideaal om je een weg door de woestenij te banen – is met een top van net 80 km/u te kort voor ons grote vlakke circuit.
Knaloranje geval voor elk terrein
Laten we eens kijken we naar de Ariel Nomad. Een knaloranje gevalletje ‘schat, ik heb de trapauto verbouwd’ voor de openbare weg. Het concept kan zijn ontsproten aan een geest die te veel paddo’s tot zich heeft genomen, maar het is zo goed uitgedacht dat je er zowel met je hoofd als met je hart voor valt.
Praktisch? Nee, niet echt. Om achter het stuur te gaan zitten, moet je jezelf door een raamwerk wurmen. Er zijn zoveel manieren denkbaar om dit te doen dat het geheel al gauw verandert in een klimrek. Dat roept, net zoals bij de Unimog, warme herinneringen aan kinderlijke genoegens op. Bovendien vertoont de Nomad dezelfde lichtzinnige nonchalance en onverwoestbaarheid als het speelgoedautootje dat je door de huiskamer duwde en waarmee je botsproeven tegen de plinten uitvoerde.
Dankzij de 2,4-liter viercilinder van Honda met compressor voelt hij zich thuis in de klasse der lichtgewichten. Maar aangezien hij is voorzien van dempers van Öhlins en met diverse typen banden kan worden uitgerust, weet hij raad met elke ondergrond. Toch is hij zeker niet alleen op onverhard terrein op zijn plaats, want ook op het circuit gedraagt hij zich belachelijk goed.
De soepele ophanging laat elk wiel ver in en uit veren. Dat levert grip op en tegelijk ook voor zichtbaar visueel vermaak zorgt. Maar de Nomad vertoont geen nukken. Zodra je eenmaal gewend bent aan de overhelneiging is hij prima onder controle te houden en aangezien er voldoende vermogen voorhanden is, kun je met het gaspedaal corrigeren.
De Nomad offroad
Veel auto’s moet je tot tig kilometer per uur opjagen om emotie op te roepen. De Nomad is een heel ander verhaal – zeker offroad. We besluiten zijn capaciteiten op onverhard wegdek te testen in het modderige gebied rond het circuit. Een keuze die zowel een briljante ingeving als een fatale vergissing zou kunnen zijn. Het probleem is alleen dat daar diepe plassen staan.
Met één wielomwenteling hebben de voorbanden alle steentjes van de wijde omgeving in het profiel vergaard en meedogenloos in ons gezicht uitgespuugd. Het kan ons niets schelen. Onze tanden, oren en ogen lopen vol bruine blubber en er stroomt zo veel water over het plastic zitje dat het wel een bidet lijkt.
Vijf minuten later – wanneer de pret meestal is weggeëbd – kan het ons nog steeds niets schelen. Het vermogen van de Nomad om bochten aan te snijden, jumps te maken, kuilen te nemen en een waterballet te veroorzaken, staat garant voor rijplezier dat je op asfalt zelden ziet.
We beseffen al snel dat in de Nomad talloze smakelijke ingrediënten vakkundig zijn samengebundeld. Een geweldige handgeschakelde versnellingsbak, zijn neiging om te glibberen en te glijden, een perfect gevoel in de pedalen… De lijst is eindeloos.
Meest vermakelijke instrument
Er is geen twijfel over mogelijk dat dit het meest vermakelijke instrument op vier wielen ter wereld is. Het is een heerlijke parel die je weet te verleiden op een manier waarop andere auto’s dat domweg niet kunnen. Helaas zijn onze traanbuizen dichtgeslibd met opgedroogde modder, dus kunnen we geen traantjes wegpinken als we dat zouden willen. Maar als het kon, dan waren het vreugdetranen.
Reacties