De wereld der autoliefhebbers liet collectief de onderkaak op de vloer vallen. ‘Dat kun je niet maken!’ Juiste naam, verkeerde auto. We associeerden ‘Puma’ allemaal met een toerengretige Yamaha-motor, een van de fijnste handbakken ooit en een tv-spot met Steve McQueen (die zie je onderaan de pagina). Niet met een of andere wannabe-sportieve SUV die tien jaar te laat nog eens kwam kijken welke niche Nissan ook alweer geschapen had.

Maar even afgezien van zijn uiterlijk – dat heeft de Juke ook nooit tegengehouden, of wel? – heeft Ford zo’n beetje alles goed gedaan met de reïncarnatie. Hij rijdt eigenlijk precies zoals je verwacht (als een Fiesta met een aardige corona-pens) en heeft een bijzonder slimme bagageruimte die hem domweg enorm praktisch maakt. Een hoekje van de markt dat vol zat met nogal oppervlakkig ontworpen auto’s kreeg plots gezelschap van een exemplaar met zowaar wat diepte.

De Ford Puma ST

En nu is er een snelle versie. Een sport-SUV voor iedereen die een Cayenne of Urus wat over de top vindt (of hem gewoon niet kan betalen…) en duidelijk maakt dat Ford ons gemopper al wel zag aankomen en maatregelen heeft genomen om ons de mond te snoeren. Hij opereert in een ander universum dan de laatste snelle Puma, de iconische Racing die hem hier vergezelt. De bonkige weg die leidde naar de productie van de Racing Puma (die in Nederland overigens nooit leverbaar is geweest) is een verhaal dat zich beter leent om verteld te worden bij een knapperend haardvuur en een rustig in het glas roterende single malt, maar laten we zeggen dat hij om zeep werd geholpen door zijn eigen 155 pk, of liever door het feit dat hij 12 mille duurder was dan de gewone Puma (die maar 30 pk minder had).

De Puma ST kreeg een harttransplantatie van de heerlijke Fiesta ST. Je hebt dus een zeer bekwame 1,5-liter turbo-driecilinder die er met zijn 200 pk een sprintje naar 100 km/u uitknalt in 6,7 seconden – maar 0,2 seconde minder dan zijn motordonor. De extra 100 kilo van de Puma wordt gecompenseerd met nogal koortsachtige aanpassingen aan de ophanging. Zo is hij achter liefst 40 procent stijver gemaakt dan de Fiesta – ja, hij is stug. Je kunt nog opteren voor een Performance Pack dat een sperdifferentieel tussen de voorwielen plaatst – er zijn niet veel Racings die het zo ver geschopt hebben.

Zeker, de oudere auto is als ervaring memorabeler. Maar dat mag verdorie ook wel. De Racing Puma is een enorm specialistisch apparaat, met speciale Alcon-remmen en een glasvezel bodykit die je een financiële hartverzakking bezorgt als er iets mee gebeurt. De ST daarentegen is een familieauto die in de toverketel is gevallen. Afgezien van een paar extra euro’s en een wat ‘toegewijder’ weggedrag verschilt ie weinig van een normale Puma, terwijl ie je een rijervaring kan bieden die maar een héél klein beetje hoeft toe te geven op de geniale hot hatch waar hij van is afgeleid. Ja, je moet net iets meer gewicht meeslepen, en zijn limieten liggen net iets dichterbij. Als dat je iets kon schelen, had je wel een Fiesta gekocht.

Ford heeft nu al half zoveel Puma’s verkocht als ze van de vorige in vijf jaar tijd wisten te slijten. Over de verkoopaantallen van de Racing Puma zullen we het maar helemaal niet hebben. Raap je onderkaak van de grond en snap waarom iedereen in de tussentijd gewoon de Ford-crossover heeft gekocht waar ook jij stiekem op wachtte.

Autofabrikant van het Jaar 2020

Ford glijdt zelden uit, zelfs niet als het op de bananenschil trapt die ‘het p lakken van een heilige badge op een verkeerde auto’ heet. Niet alleen ‘Puma’ is verhuisd naar de SUV-wereld, ook ‘Mustang’. We moeten nog rijden met de Mach-E, maar een galopperend paard op een elektrische SUV plakken kon nog weleens zo geniaal worden als de zet om de Evoque bij Range Rover onder te brengen. Zeker als je een 1.400 pk sterk driftmonster en Ken Block achter de hand hebt om de sceptici het zwijgen op te leggen. Diezelfde krachtbron werd vervolgens in de Cobra Jet dragracer gelegd – Ford snapt hoe het internet werkt.

En mocht je nog lekker willen leeglopen op een V8: ook voor zo’n Mustang kun je nog altijd bij Ford terecht. In eigen land is ook nog de Bronco herboren, als terreinbestormende 4×4 en kleinere Sport. En deze bewijst dat Ford niet zozeer koekvormpjes gebruikt om de EV’s en crossovers eruit te stampen die wetgeving en koperspubliek van ze eisen, maar dat ze auto’s maken die we ook daadwerkelijk willen hebben. Dat ze de namen gebruiken waar wij nerds van houden (op auto’s die we misschien minder gepast vinden), toont alleen maar aan dat het ze menens is. En ondertussen doen de nederige Fiesta en Focus gewoon in de top van hun segmenten mee, nog verbeterd door hybride technologie. Gelukkig is er nog íémand die 2020 geen schijtjaar vond.

Het spotje van Steve McQueen

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)