De Citroën C1 is nu officieel dood – dit zijn de alternatieven

We willen niet zeggen dat de Citroën C1 (samen met de Toyota Aygo en Peugeot 108) de hedendaagse evenknie was van de Volkswagen Kever, Citroën 2CV of Piaggio Ape, maar toch is het voor veel mensen een belangrijke auto geweest. In 2005 was er ineens een nieuw alternatief voor de tweedehands auto. En voor andere mensen zorgde het weer voor een gunstig bijtellingsbedrag. Deze mensen zullen verdrietig zijn om het nieuws dat de Citroën C1 dood is.

Hoewel de naderende dood al even bekend was, bevestigt Citroën het vandaag zelf. Sinds 2005 verkocht Citroën 1,2 miljoen exemplaren van de kleine C1, verspreid over twee generaties. Dat is los van de Aygo en de 108. Het succes van de drieling inspireerde andere merken om ook een A-segmenter te komen en zo kregen we de Volkswagen Up en de Hyundai i10.

Waarom de kleine rakker dood is

Citroën zegt dat de dood van de C1 het gevolg is van ‘veranderingen in werkpatronen, beperkt voertuiggebruik in stadscentra en de behoefte aan een ultrabetaalbare elektrische oplossing als antwoord op een groot aantal nieuwe stedelijke mobiliteitsbehoeften’. Die elektrische oplossing is – volgens Citroën – de Ami. Voor wie graag benzine blijft tanken voorlopig, zijn er drie opties.

De alternatieven voor de Citroën C1

Zoals altijd is er nog een mooie tweedehandsmarkt waar je voor het geld van een nieuwe C1 heel aardig kunt shoppen. Daarnaast kocht Toyota de fabriek in Tsjechië op en bouwt nu in zijn uppie een Aygo X. Daarnaast schuift Citroën de C3 You! naar voren als alternatief. De budgetversie van de C3 kost 17.990 euro en dat zou volgens het merk een voordeeltje van 2.300 euro zijn.