Voor sommigen is het aantal cilinders onder de motorkap heel erg belangrijk. Sommige mensen denken dat het om status gaat, maar dat is niet helemaal het geval. Je kunt nu eenmaal niet te veel cilinders hebben. Hoe meer cilinders een motor heeft, hoe soepeler, stiller en mooier deze loopt. Driecilinders zijn er vooral voor de goedkopere auto’s. Dus in dat opzicht is het wel interessant om te weten wat de duurste driecilinders zijn.

Waarom zijn er eigenlijk driecilinders? Simpel: een laag verbruik (dus uitstoot), lage productiekosten en ze zijn heel erg gemakkelijk te plaatsen, omdat ze zo weinig ruimte innemen. Nadelen zijn er ook: een driecilinder klinkt een stuk luider en loopt minder gecultiveerd. In een kleine of sportieve auto is dat niet erg, maar wel in een dure middenklasser of premium-auto.

Wat zijn eigenlijk de duurste driecilinders?

Sommige fabrikanten gingen een stap verder met een driecilinder motor. Nu kennen we dat motortype uit diverse kleine A- en B-segment hatchbacks, maar we zien de driecilinder in een grote hoeveelheid automodellen. Sommige daarvan zijn heel erg prijzig. En dat zette ons aan het denken: wat zijn eigenlijk de duurste driecilinders?

Dus gingen we kijken naar de duurste driecilinders. Het is vooral een overzicht om je te verbazen hoeveel duur een driecilinders kan of kon zijn. Sommige modellen zijn niet meer leverbaar, anderen zijn volgehangen met opties. Uiteraard staat het er dan bij in de tekst.

Jaguar E-Pace 160 R-Dynamic SE: 81.117,97 euro

Grace, Pace and Space. Dat was het adagium van Jaguar. Gek genoeg lijkt de nieuwe Type 00 daar meer aan te voldoen dan dit geval. Het is een Jaguar E-Pace, dus de kleinste crossover. Nu was dat niet direct een lelijke of slechte auto, maar er is niet zoveel ‘Jaguar’ aan. De motor is dat ook niet: een anderhalve liter grote driecilinder turbomotor met 160 pk.

De prestaties zijn echt bedroevend: van 0-100 km/u accelereren duurt 10,3 seconden en de topsnelheid is 197 km/u. Desondanks is het een hele dure auto, want als je koos voor de SE-uitvoering met R-Dynamic pakket kostte de E-Pace je meer dan 80.000 euro. Daarvan was meer dan 24.000 euro aan BPM-boete. Dat is eigenlijk wel vreemd: dan heb je een pepermolen onder de motorkap en betaal je alsnog enorm veel BPM. Sinds kort is E-Pace nieuw alleen nog uit voorraad leverbaar.

Land Rover Range Rover Evoque P300e AWD Autobiography: 84.161 euro

‘Dat is geen echte Range Rover’, zeggen de mensen weleens. Nu kun je daar een boom over opzetten, maar qua prijs doet ie er niet zoveel voor onder. De Range Rover Evoque kon je net als bovenstaande E-Pace met enkel als driecilinder krijgen, maar dan zijn je opties qua uitvoering beperkt. De plug-in hybride heeft ook een driecilinder, maar dan met elektromotor erbij. De duurste was de P300e AWD Autobiography, die meer dan 84.000 euro kostte.

Land Rover Range Rover Evoque P300e PHEV Autobiography Black Pack (L551) brons (2023) zijkant voor schuin links

Ja, kostte. Land Rover heeft deze specifieke uitvoering uit het gamma gehaald en vervangen met de P270e, die enkele duizenden euro’s goedkoper is. Leuk weetje: de Range Rover met plug-in hybride aandrijflijn weegt ongeveer hetzelfde als de Range Rover V8 in P38 uit 1995. Dus qua prijs en gewicht is het toch een Range Rover. Totdat die driecilinder gaat loeien.

Morgan Super 3: 91.724 euro

De eerste Threeweeler had een V-Twin van S&S en was eigenlijk bedoeld voor motorfietsen. Die klonk geweldig en zag er briljant uit, maar was helaas ook te vervuilend. In plaats van de motor aanpassen om aan de emissie-eisen te voldoen, kon Morgan net zo makkelijk een nieuwe motorenleverancier kiezen. In dit geval herhaalt de geschiedenis zich en koos Morgan voor Ford-motoren. Het gaat om de Ford 1.0 EcoBoost driecilinder turbomotor, die we kennen uit de Puma en de Focus.

Morgan Super Three groen zijkant voor schuin zonsopkomst

Hier, in de Morgan Super 3, levert de motor 120 pk, maar omdat de Morgan Super Three slechts 635 kilo weegt, zijn de prestaties meer dan aansprekend: zeven seconden om de 100 km/u te halen en een topsnelheid van 209 km/u. Het is vooral heel erg spannend, want je zit laag, het is helemaal open. Het genoegen is alleen niet goedkoop. Bij Louwman hebben ze een nieuw exemplaar staan met heel veel opties en die komt uit op 91.724 euro.

Toyota GR Yaris Performance Automaat: 98.295 euro

De meest beroemde driecilinder van het moment. Ondanks dat het een Japanse hatchback is met een driepitter, heb je geen enkel moment het idee in een Daihatsu Cuore te zitten. Sterker nog, de unieke loop en het raspende geluid dragen juist bij aan de beleving van de Toyota GR Yaris. Een viercilinder motor zou hem juist saaier maken.

De vanafprijs is 79.995 euro, maar als je voor de automaat gaat (waarom je dat zou willen, geen idee) dan stijgt de prijs naar 94.295 euro. Als je kiest voor de Performance (en dat wil je, het is een GR Yaris) dan is de prijs 98.295 euro. Daarmee is het een van de duurste driecilinders van dit moment. En aller tijden. Maar het is niet dé duurste driecilinder.

Lexus LBX Morizo RR: net ietsje meer dan de GR Yaris

Een driecilinder Lexus waar we blij van worden. Het bestaat. De Lexus LB Morizo RR is een rare combinatie van de LBX-crossover van Lexus met de aandrijflijn van de Toyota GR Yaris. Dat betekent dus een 1,6-liter grote driepitter met een enorme turbo, goed voor 304 pk. Er zijn zat viercilinders die het met minder moeten doen.

Lexus LBX Morizo RR blauw zijkant voor schuin

Er is geen Nederlandse prijs, want er worden 100 exemplaren voor gemaakt en die blijven allemaal in Japan. Maar ja, de LBX Morizo RR is daar ietsje duurder dan een GR Yaris Performance automaat met alle opties, dus in Nederland (met een flink BPM-bedrag) zou het bedrag nóg hoger uitvallen. Op zich is het ook niet gek dat Lexus er maar 100 van bouwt, dan kunnen ze het nog gooien op exclusiviteit om de hoge prijs te rechtvaardigen.

BMW i8 Spyder First Edition (I12): 180.990 euro

De BMW i8 was zijn tijd eigenlijk ver vooruit, net als de BMW i3. Die i-modellen kwamen op de markt in een tijd dat we elektrisch rijden nog niet helemaal serieus namen. De BMW i3 was nog een klein succesje, maar de i8 was lastig te verkopen. Met een nieuwprijs van 180.990 euro is het een van de duurste driecilinders ooit gebouwd.

BMW i8 Spyder brons zijkant voor schuin deuren open haven water

Die 181 mille geldt voor een First Edition, daar kon je nog opties op selecteren om zo boven de twee ton uit te komen. Een succes is de i8 nooit geworden. Het grote probleem was waarschijnlijk die 1,5-litermotor. De i8 had óf een zescilinder moeten hebben (zonder accu’s) of volledig elektrisch moeten zijn. Maar ja, achteraf is het makkelijk praten.

Koenigsegg Gemera: 1.500.000 euro

Beter gezegd: dit zou de duurste driecilinder aller tijden zijn. Koenigsegg is een fabrikant van hypercars (zelfs spreken ze zelfs van megacars) met extreem krachtige achtcilinders. Het idee van de Gemera met driecilinder was niet zo raar. Een 2,0-liter driecilinder met 600 pk in combinatie met elektromotoren, die samen goed waren voor 1.700 pk

Koenigsegg Gemera grijs zijkant voor schuin

Koenigsegg was er zelf ook niet helemaal zeker van en bood de auto ook aan met een V8. Bijna iedereen koos voor de achtcilinder. Sterker nog, er waren dermate weinig belangstellenden voor de driecilinder dat Koenigsegg ze gebeld heeft met de vraag ‘wil je écht geen V8?’. Uiteindelijk bleken de klanten zeer meegaand en zal de duurste driecilinder ooit – genaamd The Friendly Giant – het levenslicht niet zien. Niet in deze auto in elk geval.

Bonus: BMW 418i Gran Coupé met alle opties

Bij BMW kun je optioneel ervoor kiezen om kosteloos de badge eraf te laten. Dat is wat de meesten deden met een BMW 418i. Daarin sloeg BMW een beetje door, want een anderhalve liter driecilinder in een premium D-segment coupé is zo gepast als een scheetkussen op een crematie. Qua geluid lijkt het er ook een beetje op, trouwens. Maar ja, het scheelde best veel geld.

Dat kon je dan mooi stukslaan aan opties, want in principe kon je gewoon alle opties die je ook op de 440i kon selecteren, ook op de 418i krijgen. Die 418i had je vanaf 47.000 euro. Meer dan 35.000 euro aan opties was prima mogelijk en dat is dan nog voor dat je het BMW Individual programma ging raadplegen. Op een M2 was dat niet mogelijk, maar op een 418i wél.

Reacties

  • Wijsneus heeft op 24 december 2024 geschreven:

    Ik heb zelf ook een drie-cilinder in de neus liggen.
    En daarnaast nóg één.
    En in het kader van de efficiëntie delen die één krukas.
    Helaas werkt dat verhaal van een laag verbruik ineens niet meer op deze manier.
    Maar leuk is het wel!

    • Dirk heeft op 25 december 2024 geschreven:

      3 cilinders is boerenbedrog, ja in theorie zijn ze zuinig, als je rijdt zoals je grootmoeder van 98…als je wat vlot rijdt zitten die dingen steeds toeren te maken en wat krijg je als veel rpm maakt? Jawel, hoog verbruik….het draait rot, haalt geen hoge kms en je zit steeds in een opstijgend vliegtuig dat maar niet van de grond wil….geef mij maar een 4 cilinder. Enige die voordeel doet bij 3 cilinder is de fabrikant, lekker goedkoop te bouwen…

      Reageer
    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear