Zo nu en dan gaat er iets mis in het TopGear-universum. Heel erg mis. Zo erg dat we er pas jaren later over mogen praten. Zo was het met de Mazda Furai.

Begin 2008 onthulde Mazda de Furai-conceptcar. Een volbloedracer van koolstof. Later dat jaar mocht TopGear als eerste met de Furai rijden. Vervolgens verdween de auto op mysterieuze wijze; er werd nooit meer iets van vernomen. Was ie getransporteerd naar een geheime collectie? In een vitrinekast verdwenen? Nee. Niet echt. Nu eerst de achtergrond van het verhaal.

Gedurende de periode 2005 tot 2008 produceerde Mazda een aantal indrukwekkende ontwerpen, waarmee de 'Nagare'-designstijl tot leven kwam. Hoewel Mazda het Nagare-thema met de Shinari-concept ontwikkelde tot 'Kodo'-thema in 2011 (ook te herkennen in de CX-5 en Mazda 6, al blijft het allemaal designgeneuzel om een leuk verhaaltje bij een nieuwe auto te hebben), blijft het Nagare-thema symbool voor een wereld waarin de Mazda-designers alle vrijheid hadden om grenzen te verleggen.

De Furai was het paradepaardje van Nagare, de laatste en tevens spannendste auto die uit die filosofie zou voortkomen. De Furai werd ontworpen als conceptcar om te laten zien hoe een raceauto voor op de weg eruit zou kunnen zien. Dit was het geesteskind van een designafdeling die apetrots was op haar autosportverdiensten. Dit was de meest extreme conceptcar van z'n generatie. Wereldwijd werd ie bewonderd, maar er was méér dan dat: de Furai was wellicht het belangrijkste concept van z'n tijdperk. Dat maakt de navolgende gebeurtenissen des te tragischer.

Wat gebeurde er die zomer? 19 augustus 2008, Bentwaters Parks, Engeland, 11.52 uur. Tijd voor een paar laatste shots. De Mazda Furai gromt dreigend op het circuit. Dit is geen poppige conceptcar die alleen bekeken mag worden, dit is een levende, vuurspuwende creatie. Onder de koolstofvezel carrosserie ligt een LMP2 Courage-chassis en een 460 pk sterke rotatiemotor. Hij loopt op pure ethanol. De Furai is erg luidruchtig. Erg snel. En op dit moment is TopGear het enige magazine ter wereld dat in de Furai heeft gereden. Dat zal ook zo blijven.

The Stig kwam uit het niets aansnellen over de twee kilometer lange Bentwaters-baan. De witte helm knikte naar een TG-journalist en verdween vervolgens met de auto in de verte. Na The Stig is het de beurt aan een testrijder om over het circuit te scheuren, onder het toeziend oog van het Furai-team en de lokale brandweerploeg. Daarna is het onze beurt.

Terwijl we foto's maken, zie ik dat de Furai een kleine blauwe vlam uitspuwt als de testrijder terugschakelt. Dit wil ik bij het laatste rondje op de foto hebben. De coureur wordt geïnstrueerd en vertrekt rap terwijl wij in de volgauto springen en de support-crew en brandweerploeg achter ons laten. We halen de Furai in bij de top van de heuvel (het asfalt op Bentwaters ligt in het midden hoger, iets wat hierna van belang blijkt) en de fotograaf schiet plaatjes of zijn leven ervan afhangt. Als de testrijder vaart mindert en terugschakelt voor een bocht, gaat het mis. De Furai maakt een vreemd geluid dat lijkt op dat van een gewonde olifant. 'Dat klinkt niet goed', sputtert de fotograaf vanachter zijn camera.


Als de weg weer recht is, zien we een kleine vlam vanuit de motorruimte. Een onbetaalbare conceptcar met vlammen. Oei.

'BRAND! OH GOD, HIJ STAAT IN BRAND!' zeg ik kalm, zeker niet in paniek. De rijder kan mij uiteraard niet horen, dus ik trap het gas in om hem te kunnen waarschuwen voor het gevaar. Het is niet verrassend dat zelfs een gewonde, rokende Furai sneller is dan een familieauto. Met luid claxonneren trekken we eindelijk zijn aandacht.

'MARK! BRAND! BRAND! KOM ERUIT! MARK, HIJ STAAT IN BRAND!' brul ik, nog steeds totaal niet in paniek. De testcoureur zet de motor uit en springt uit de auto, nog voor die tot stilstand is gekomen. Hij begint te rennen en blijft rennen. De motorruimte staat inmiddels volledig in brand. Waar zijn de brandweermannen? Ik realiseer me dat we uit zicht zijn door de heuvel op de baan. Ik rijd al toeterend en met alarmlichten richting de horizon, hopend dat ik de aandacht trek van de brandweerploeg. In mijn spiegels zie ik dat de situatie elke seconde verergert.

Uiteindelijk zijn de brandweermannen gealarmeerd en klimmen in hun wagen om met loeiende sirenes naar het voorval te racen. Ik keer terug naar de Furai, die er niet fraaier bijstaat. De testrijder zit 100 meter verderop geknield, met zijn hoofd in zijn handen en kijkt hoe het vuur om zich heen grijpt. De ethanol heeft nu vlamgevat dus voor de Furai is het game-over.

De brandweermannen arriveren. Slangen komen tevoorschijn; vlammen worden ondergedompeld. De kracht van het water blaast de carrosserie van het chassis. Een brandweerman rukt een deur open om beter bij het vuur te komen. Hij houdt vervolgens de complete deur smeulend in zijn handen. Eerst ben ik ontdaan over de brute manier waarop hij deze onvervangbare auto behandelt. Daarna besef ik dat ik me net zo goed zorgen kan maken over vocht op de ligstoelen van de Titanic. Terwijl de brandweer de Furai blust, valt het Mazda-logo van de neus en eindigt temidden van een hoopje verkoold koolstof.

Acht minuten heeft het slechts geduurd: van het eerste kleine vlammetje naar een doorweekte hoop as. As, die net nog één van de mooiste conceptcars ter wereld was. De Furai is dood. Dood met een angstaanjagende snelheid.

Het lijk wordt snel geborgen. De overblijfselen van de Furai worden bijeen geraapt en gerepatrieerd naar de Mazda Advance Design Studio in Irvine, Californië. Waar de auto nu is, weet niemand.

Maar een klein stuk van de verkoolde Furai ligt op mijn bureau, als herinnering aan een plots fout afgelopen ritje. Ik kijk er dagelijks naar. Begrijpelijkerwijs wilde Mazda dit verhaal over de Furai niet gepubliceerd hebben. Nu gaven ze echter wèl toestemming en wij hopen dat dit een nieuwe stap is in het leven van de Furai. Als er één conceptcar verdient te herrijzen, is het deze wel.


Kleine incidenten

Een selectie uit onze vernederende momenten – bekijk de plaatjes hierboven…

Het incident met de Enzo (Londen)

Een exclusieve tweelingtest met twee zeer begeerde auto's. Een fotoshoot voor de voorpagina, één dag voor de deadline. Geen plan b. Overal heb ik rondgeschreeuwd dat ik dit voor elkaar gekregen had. Enzo versus MC12: de test die zelfs Ferrari en Maserati niet georganiseerd kregen, laat staan wilden organiseren. De MC12 wordt keurig afgeleverd op onze testbaan, vers uit de fabriek. De Enzo wordt op weg naar de shoot aangereden door een bus. Niet een paar krassen, maar praktisch in tweeën gespleten. Afgeschreven. Alle inzittenden waren ongedeerd, maar de auto was versnipperd.

Wat er daarna gebeurde verbaast mij nog steeds. Binnen twee uur hadden de art-director en ik een andere Enzo geregeld, die er ook nog eens op tijd kon zijn. De twee titanen konden de strijd aangaan. Het werd een dag om nooit te vergeten, vol huilende V12's. Nog steeds weet ik niet hoe we dit voor elkaar hebben gekregen.
 

Het incident met de Wiesmann GT (ergens in het Rotterdamse havengebied)

Een brave BMW 640i en een hitsige Wiesmann GT – beide met BMW's overheerlijke V8. Voor de foto moesten beide auto's even dwars, natuurlijk, geen probleem. Een kleine rotonde aan het eind van een doodlopende weg en een beetje regen vormden de juiste ingrediënten. Foto gemaakt, klaar en wegwezen. Alleen dat wegwezen deden we wat al te vlot. De BMW haalde de eerste bocht wel, de Wiesmann net niet. Nog geen probleem, ware het niet dat nat gras zo weinig grip biedt. En een gevlochten hekwerk weinig weerstand. Dus schoof de Wiesmann door het gras, door een hek en kwam op het bewaakte terrein van een olieraffinaderij tot stilstand. Nadat het zand eraf geklopt was, konden we gelukkig wel verder rijden, maar we hebben wel even gejankt toen we vernamen dat de auto niet verzekerd was en we de schade wel even zelf moeten ophoesten.
 

Het incident met de Ferrari 575 Superamerica (Monaco)

Twee blonde modellen reden in een tonnen kostende Ferrari 575 Superamerica. De fotograaf en ik zaten in een helikopter erboven. Terwijl we boven de Ferrari zweven, zie ik een roestige Citroën BX de heuvel op vliegen. Als de Citroën naderbij komt trappen de dames op de rem en de Ferrari komt hikkend tot stilstand. Wat niet tot stilstand komt is de BX, die zich in de achterkant van de 575 boort. Stilte. Vervolgens onze piloot die 'merde' mompelt en terugkeert naar het heliplatform.

Tegen de tijd dat we bij de aanrijding zijn, zitten de dames te zonnen op de motorkap van de 575. De Citroën-rijder geeft toe verantwoordelijk te zijn, waarschijnlijk vanwege de open fles rosé in zijn bekerhouder.
 

Het incident met de GT-R en RS6 (A36, Isle of Man)

Met vier auto's tegelijk reden we herhaaldelijk langs de fotograaf. De weg was voor ons afgesloten, dus we keerden niet, maar reden achteruit terug naar het beginpunt. De fotograaf wilde wat meer snelheid in de beelden. Een langere aanloop leek mij een goed plan. Het leek mij logisch dat de collega achter me, in de RS6, telepathisch was en dus ook verder achteruit zou rijden. Dat bleek niet het geval; hij stopte. Ik reed achteruit op hem in. Op mijn knieën belde ik Nissan. Ze herinnerden me eraan dat dit de eerste en enige GT-R in het land was en dat hij volgend weekeinde bij het Goodwood-festival moest staan om te worden bewonderd door duizenden fans.

Ik belde Audi en ze vertelden me ongeveer hetzelfde verhaal over de RS6. De binnenkant van de kofferbak van de GT-R was onherstelbaar verkreukeld. De plastic bumper bleek in ongeveer de oorspronkelijke vorm uit te deuken, en niemand wist ervan. Tot vandaag.
 

Het incident met de Ford Raptor (Brabant)

Een modderig en hobbelig terrein, de nieuwste F-150 SVT Raptor met 6,2-liter V8 en een volle tank benzine: dit zou een mooie dag worden. Er was ook een klein meertje in de buurt, en we bedachten dat het een goed idee was om met de grote pick-up op volle kracht door het ondiepe gedeelte te banjeren. Voor de foto's, snap je. Ging prima, tot de bestuurder besloot iets verder het water in te gaan en de neus van de grote Ford plots steil omlaag dook. Blub, zei de motor. ^$#%*, stamelden wij.

Nadat alle onboard-systemen begonnen te piepen en kraken en we in het overstromende interieur op de middenconsole waren gaan zitten, hielp een trekker de mastodont op het droge. Het halve meer kwam uit de auto zetten en vanbinnen was ie echt weer brandschoon.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear