Review: DualSense-controller (PS5) voor racegames

Het was eventjes afzien, maar we hebben het gehaald. We moesten ons een week lang vermaken met Spider-Man, Sackboy: A Big Adventure en Demon’s Souls* voordat we de PlayStation 5 konden gebruiken voor een next-gen racegame. Maar we hebben doorgezet en het doorstaan, voor jullie. Sinds gisteren konden we eindelijk aan de slag met de PS5-versie van de nieuwe Dirt 5. Deze upgrade krijg je gratis bij het digitale PS4-spel (dus niet bij een schijfje). Tijd om de DualSense-controller te ervaren.

Overigens konden we gelijk aan de slag met de de PS4-versie van NFS Hot Pursuit, Gran Turismo en eigenlijk alle PS4-games die we al hadden liggen. Deze zien er dan hetzelfde uit als op de PlayStation 4 en maken geen gebruik van de nieuwe functies. Je kunt zelfs hiervoor je oude PS4-controller koppelen aan de PS5, als je dat fijn vindt. We betwijfelen echter dat je de voorkeur gaat geven aan de oude DualShock-controller.

*Geintje, hebben we niet echt gespeeld. Veel te eng.

De eerste indruk

De controller ligt fijn in de hand dankzij het grotere formaat. Iets waarin Microsoft met de Xbox al die jaren geleden toch gelijk in bleek te hebben. Aan de achterzijde van de PS5-controller voel je een soort reliëf dat verder niet veel om het lijf lijkt te hebben. Maar als je goed kijkt, zie je dat het allemaal kleine driehoekjes, rondjes, vierkantjes en kruisjes zijn. Dit subtiele patroon vind je trouwens ook terug op de console zelf.

Als je tussendoor overstapt op de oude PS4-controller, voelt die ineens wat minder hoogwaardiger aan – wat goedkoper zelfs. Dat komt waarschijnlijk door het extra gewicht van de nieuwe controller. Het komt allemaal wat meer solide over. Voor het gevoel kwalitatief een stap vooruit, dus. De PS4-controller werkt trouwens niet met PS5-games.

Nieuwe features

De belangrijkste nieuwe features zijn de haptische feedback en de adaptieve triggers. We hebben moeten wachten tot we met een racegame aan de slag konden die gebruikt maakt van deze functies. Nu is eindelijk de PS5-upgrade van Dirt 5 beschikbaar. Het eerste wat opvalt na de upgrade zijn de graphics, die maken een lekkere stap vooruit. De circuits ogen gedetailleerder en de reflecties op nat wegdek zijn levensechter. Het was op de PS4 al een lekker spel, maar op de PS5 des te meer.

Goed, de controller dus. De haptische feedback is eigenlijk een geraffineerde trilfunctie. De kleine verschillen moeten beter voelbaar zijn, en dat is echt zo. Als je gewoon over modder rijdt, trilt de controller zachtjes in de handen. Land je na een flinke sprong met een klap op het asfalt, dan voel je dat doorwerken in de DualSense-controller. Qua controle van de auto voegt het niet veel toe, maar het is wel een fijne feature die je meer betrekt bij de game.

In de hardste stand hoor je de trilfunctie wel vrij duidelijk. Het geluid laat zich het best omschrijven als het geluid dat een skelet maakt in een enge kinderfilm. Of een stel klapperende tanden. Bij andere games hoorden we dit trouwens niet, dus misschien dat Dirt 5 precies een resonantie-frequentie aantikt. We hebben zo het idee dat de haptische feedback zichzelf nog wel meer gaat bewijzen. In de demo van Astro’s Playroom is het namelijk zeer indrukwekkend.

En de adaptieve triggers?

De adaptieve triggers zijn een andere headline van de DualSense-controller. Kort gezegd is dit een veranderende weerstand in de schouderknoppen. Dus stel je voor dat je een boog (van een pijl en boog) moet spannen, dan gaat de schouderknop zwaarder. In Dirt 5 voel je door de schouderknop hierdoor bijvoorbeeld waar je nog grip hebt. Een beetje vreemd, want in een echte auto voel je dat ook niet in het gaspedaal.

In de rechter trigger voegt het dus niet veel toe, maar in de schouderknop voor de rem wel degelijk. Als je stevig remt, voel je de ABS door de schouderknop trillen. En dat is wel heel cool. Voor racegames zal dit de belangrijkste feature blijken. Net als een onderscheidende tril van de haptische feedback voor onderstuur. Belangrijk om te weten trouwens: je bestaande racestuurtjes van Fanatec en Thrustmaster zullen in de meeste gevallen gewoon werken op de PS5.

En de rest van de PS5?

Groot. Dat vooral. Het formaat zou vooral van nut zijn voor de koeling, waardoor hij stiller is. Je hoort de PS5 wel, maar hij stijgt niet meer zo op als de PS4. Bovendien heb je nu twee USB-poorten achter en eentje aan de voorkant. Niet alleen is dat er eentje extra, maar het helpt ook met het netjes wegwerken van de kabels. Bij de PS4 lag er altijd een snoer van het racestuur naar de voorzijde. Bovendien kwam je altijd nét een USB-poort tekort. Een zeer waardevolle toevoeging, wat ons betreft.

Daarnaast is de PS5 pijlsnel met opstarten en het laden van games. De ervaring met de andere games stemt ons zeer optimistisch over de hardware, het is nu aan de ontwikkelaar om de spullen goed te benutten. We hopen bijvoorbeeld op een PS5-versie van Snow Runner waar je de ondergrond goed door de controller moet kunnen voelen. En ook bij arcade-games als NFS moet er vast wel iets leuks te bedenken zijn.