Alleen met het oog daarop hebben we een kostuum in de klerenkast hangen. Maar vandaag hebben we het gevoel dat het weleens een gepast moment zou kunnen zijn om de mottenballen even aan de kant te schuiven. Kijk, Toyota mag dan recentelijk in de onderdelenbak van BMW hebben gegraaid om de Supra voort te brengen, maar er is één model in het aanbod van dat merk dat rigoureus Japans blijft: de Century. Binnen het bedrijf wordt hij gezien als het paradepaardje. De Century werd geïntroduceerd in 1967 en was de eerste chauffeurslimousine van Japanse makelij. Zijn naam verwees naar het feit dat de oprichter van het bedrijf, Sakichi Toyoda, 100 jaar geleden werd geboren, en het model is sinds die tijd onafgebroken en uitsluitend in het thuisland leverbaar geweest.

Het Aziatische antwoord op luxe auto’s

De Century werd helemaal nieuw ontwikkeld en kreeg een ingetogen maar statig uiterlijk. Hij was het Aziatische antwoord op opzichtige luxe. De Toyota-limousine was het resultaat van verfijnd Japans vakmanschap en werd opgetuigd met de allernieuwste technieken. Wie in de jaren zestig het geluk mocht proeven om achterin te zitten, beleefde iets ongeëvenaards. Het model veroverde zich een onwrikbare positie op de Japanse automarkt en was maar liefst 30 jaar lang leverbaar voordat er een nieuwe versie op de markt kwam. De tweede generatie wilde niet revolutionair vernieuwend zijn en ging voort waar de eerste was gebleven. Hij kreeg een speciaal ontwikkelde 5,0-liter V12 met 48 kleppen – de eerste en enige Japanse twaalfcilinder met de motor voorin en achterwielaandrijving – en was de daaropvolgende 21 jaar (!) leverbaar. En nu is er, ruim 50 jaar nadat hij tot leven werd gewekt, een derde generatie Century. De nieuwe Century staat op ons te wachten in het ondergrondse hol van Toyota in hartje Tokio. Hij bezit iets – je zou het een ziel kunnen noemen – wat de meeste andere hedendaagse auto’s niet hebben. Hij straalt autoriteit uit. Heel gepast. Tot de bezitters van een Century behoren de Japanse keizerlijke familie, de premier en… de Yakuza, de Japanse maffia, het grootste misdaadsyndicaat ter wereld.

We stappen in de Century

Helaas behoren wij tot een wat meer bescheiden sociale klasse dan voornoemden, en hebben we slechts een slechtzittend pak om een beetje te doen alsof we erbij horen. Naar goed gebruik trekken we een paar witte handschoenen aan, om niets van het interieur te bezoedelen met ons inferieure DNA. We spiralen zorgvuldig de parkeergarage uit en komen onderweg een heel bataljon Toyota­leidinggevenden tegen die zó diep buigen dat hun voorhoofd hun knieën raakt. Opeens is de eerbiedwaardige status van deze auto bijna tastbaar. Het lijkt ons, de eerste westerlingen die achter het stuur van zitten, daarom geen goed idee om de zeven lagen lak die een toegewijde vakman er in vijf dagen op heeft aangebracht, te beschadigen – of erger.
Om het risico zo klein mogelijk te houden, en om te ontsnappen aan het krioelende gekkenhuis dat Tokio is, voeren we de naam Gotemba – een plaats met warmwaterbronnen aan de voet van de berg Fuji – op Google Maps in, zodat we alle tijd hebben om deze moderne vintage mastodont in al zijn al dan niet aangeboren eigenaardigheden te leren kennen. Neem de zittingen. In plaats van van leer, zoals in zo’n beetje iedere limousine ter wereld, is de bekleding van wol. Dat voorkomt dat de achterkant van je benen bij warm weer plakkerig wordt, maar je moet wel verrekt goed oppassen als je een sigaartje opsteekt. Er zijn bovendien gehaakte kantgordijntjes in plaats van getint glas, optionele stoelhoezen, een schoenlepelhouder, een tijdschriftenrekje en een led-leeslampje van kunststof. In deze tijd van hippe sneakers en iPads kun je makkelijk van de Century zeggen dat hij eruitziet als een verzorgingstehuis uit de jaren zestig. Maar het betreft geen retrotrucjes om hem een oude look met een knipoog te geven. Dit is wat de Century-clientèle nu eenmaal wil.

De Century past goed bij het traditionele Japan

Serieus. Japan is zeer traditioneel ingesteld en de Century is emblematisch wat betreft de uiterst trage acceptatie van techno­logie. Door al die hogesnelheidstreinen en automatisering zou je kunnen denken dat Japan super-hightech is. Maar het land is wat betreft technologische vooruitstrevendheid allang ingehaald door China en Korea. In de metro zie je mensen met overjarige openklapbare mobieltjes, op kantoren worden de fax nog gebruikt. De Century past helemaal in dat plaatje. Tot een paar jaar geleden kon je nog kiezen voor een cassettespeler…

‘Al snel besef je dat het de bedoeling is om zo snel mogelijk in een soort Zen-toestand te geraken’

Maar dat is maar een deel van het verhaal – en van het excuus. Gezien het feit dat de Century zo’n 160.000 euro kost, zijn de uitrusting, de afwerking en het entertainmentsysteem wel heel magertjes in vergelijking met andere hedendaagse limo’s van Mercedes, Bentley en Rolls-Royce. Goed, hij bezit een paar pronkstukken: voor het maken van het feniks-logo – geïnspireerd op de Kinkaku-tempel in Kioto – heeft een Takumi-kunstenaar zes weken nodig. Maar de digitale displays zien er echt uit als die van een overjarige magnetronoven. De knopjes van de deurvergrendeling zitten niet gecentreerd en de lompe plastic versnellingspook is bepaald geen juweeltje. Het is niet de subtiele aandacht voor details en de verfijnde afwerking die je zou wensen en verwachten voor dat geld, zeker met het oog op wat er in Europa aan alternatieven te koop is.

We verlaten de autoweg

We passeren Nihons wispelturige tolpoortjes en rijden vervolgens langs de weelderige onsens naar de voet van de berg Fuji. Boven ons wieken Chinooks, tussen de bomen klinkt het vuren van allerlei wapentuig en we zien een hele roedel van het Japanse equivalent van de Humvee – zijn we hier ongemerkt op militair terrein beland, of is er een oorlog uitgebroken? Dan stuiten we na een heel stuk slingerende weg op een checkpoint met bewapende militairen. Gelukkig zitten we in een Century. Dus we rijden onverschrokken door tot bij de soldaat, buigen lichtjes en rijden verder alsof er een heel hoge pief achterin zit. In werkelijkheid is het een fotograaf met een warrige haardos.
Deze met kersenbloesem omzoomde weg die als een udon-­noedel langs de berg ligt, is de perfecte plek om te testen wat bij de Century wél state-of-the-art is: de aandrijving. Helaas moeten zelfs vermogende Japanners blijk geven van enig ecologisch normbesef, en dus is de oude V12 ingeruild voor een 5,0-liter V8 die wordt bijgestaan door twee elektromotoren/generatoren, die op hun beurt worden gevoed door een lithium-ion accu zoals ook de Lexus LS heeft. De bescheiden elektro-aandrijving geniet de voorkeur, waardoor het de Century ontbreekt aan het koppel dat je graag zou willen voor zo’n massieve auto, en dus wordt voort­durend de hulp ingeroepen van de V8. Dat gebeurt door een ongelooflijk vocale CVT-transmissie. Maar als ie eenmaal op gang is gebracht, zoeft de Century heerlijk over het asfalt op zijn weelde­rige luchtvering.

Overhellen en zwaaien

Achter het stuur begrijp je al snel dat het de bedoeling is om in een soort Zen-toestand te geraken. Zijn rijgedrag is zodanig dat de inzittenden achterin zo weinig mogelijk merken. Maar als je een bocht tegenkomt – of, zoals in ons geval, zo’n twintig haarspeldbochten – moet je ermee omgaan als met een boot die van de ketting is geslagen. Hij helt enorm over en zwaait vervaarlijk van de ene kant naar de andere. Het is natuurlijk zeer oneerbiedig, maar toch ook dikke pret om zo’n enorm gevaarte zo ver te krijgen dat er een voorwiel loskomt van het wegdek. Maar door ons onvolwassen enthousiasme halen we ons problemen op de hals – door het geluid van de gierende banden worden een paar legerachtige types met grote geweren gealarmeerd, en ze sturen ons terug naar de voet van de berg voor wat verontschuldigend gebuig. Vermoeid door al dat geknipmes en door elkaar geschud worden, stoppen we bij een van de 55.000 konbini-supermarkten, met een aanbod waarbij Wild Bean Café wel heel bleekjes afsteekt. Als we naar binnen lopen, worden we tegengehouden door een oudere heer met een opgewonden blik in de ogen. ‘Century! Japanse auto! Hééééééél sterke auto!’ aldus de 71-jarige, terwijl hij zich op de borst klopt. Het blijkt dat hij in de jaren tachtig chauffeur was en een Century bestuurde. Hij opent de achterdeur en werpt een blik naar binnen. Als zijn oog op het verouderde 11,6-inch scherm tussen de zittingen valt, stoot hij een reeks in toonhoogte klimmende ooh’s en aah’s uit. ‘Heel, heel mooi. Dank u’, zegt hij beleefd, waarna hij buigt en snel naar zijn kei-car loopt.

Tijd voor een lunch in de Century

Aangezien de Century helemaal is ingericht op de passagier achterin, gaan we daar zitten voor een bescheiden lunch. Om een zo comfortabel mogelijke ambiance te creëren, kun je met een knop op het 7-inch touchscreen in de middelste armsteun achterin de voorste zitting een soort embryopositie laten aannemen, waardoor een Japanse zakenman ruim voldoende beenruimte heeft – en een westerse tiener nét genoeg.
In tegenstelling tot de vorige modellen zit er geen uitsparing meer in de voorste zittingen waar je je benen in kunt leggen om je uit te strekken, maar wel is er een handige poef. Om voor meer binnenruimte te zorgen, is de wielbasis met ruim 6 centimeter verlengd, zijn de dorpels 15 millimeter lager om het in- en uitstappen makkelijker te maken, en ongetwijfeld ook om de kans op panchira (ja, de Japanners hebben een speciaal woord voor het ‘opvangen van een glimp van het ondergoed van een vrouw’ – en dit is het) zo veel mogelijk te beperken. Wat achterin echt opvalt, zijn de rust en de serene stilte. Door het dubbele glas, de vier uitlaatdempers en de ingebouwde noise cancellation zoals dure koptelefoons hebben, is het binnen een soort geluiddichte kamer. Rolls-Royce mag er dan om bekendstaan dat je binnenin alleen de klok kunt horen tikken, de Century is zo stil dat je het relais van de automatische koplampen kunt horen klikken… dat heeft toch niet helemaal hetzelfde cachet. Te midden van alle anderen op de Family Mart-parkeerplaats die pizzabroodjes, bento-boxen of geurige vis naar binnen werken, voelen we ons in het paradepaardje van Toyota net een stel uiterst succesvolle sake-vertegenwoordigers.

Hij redt zich goed in de drukke stad

Na de weidse ruimte op het platteland overdondert de stadse drukte van Tokio ons. Met z’n lengte van bijna 5,5 meter is de Century een beetje te lang voor de smalle straatjes van deze stad. We moeten ons voortdurend zo erg concentreren dat we helemaal verkrampen, en uiteindelijk komen we met het zwarte beest klem te zitten in een steegje. Echt laakbaar rijgedrag voor een Japanse chauffeur. Maar de Century gedraagt zich in de verkeersdrukte van Tokio met waardigheid. Tussen de kei-cars en maffe gyroscopische driewielbezorgscooters is het een exorbitant, maar niet proleterig vervoermiddel. En als ie alleen op de prik van de accu’s rijdt, zit je achterin volkomen ontspannen en ongestoord. Maar de stille inbreng van de elektrische aandrijfkracht is maar heel bescheiden in vergelijking met wat de CVT en de V8-cavalerie leveren als die zich ermee gaan bemoeien.

‘Verrassend hoeveel mensen door zijn grandeur en uitstraling worden aangetrokken’

Terwijl het langzaam donker wordt, komen we langs de apocalypsbestendige kunststof voorbeeldborden voedsel in de restaurant-etalages van de wijk Roppongi, waarna we door de kolkende herrie van Shibuya en Akihabara gaan. Als je door deze drukke straten rijdt, heb je het gevoel door een flipperkast te laveren; de dreunende neonverlichting slaat scheuren in de hemel, je moet je schrap zetten voor een muur van geluid uit pachinko-hallen en karaokebars, en gefrustreerde, uitgeknepen kantoormedewerkers met rode koppen schieten als multiballs uit bars. Gezien de link van de Century met de onderwereld zetten we koers naar de krochten van het zondige district van Tokio: Kabukichō.

Shinjuku is verraderlijk

Op het eerste gezicht lieflijk en aantrekkelijk, maar hoe verder je komt, hoe meer lagen je de diepte ingaat, hoe dichter je het echte verderf nadert. Te midden van de love hotels, host bars en yakitori-tentjes wemelt het in het hoerendistrict van geblindeerde Mercedessen, VIP-Lexussen en vage figuren. Ook al is de Century dan gemaakt voor hoogstaande lieden, hij past heel goed bij een decor van laag-bij-de-gronds onderbuikvertier. Na een dag in overhemden hebben we het gevoel dat er een hondenhalsband van schuurpapier om onze nek zit, dus we doen de dassen iets losser en bekijken de statige Century eens op ons gemak van een afstandje.
Het is verrassend hoeveel mensen door zijn grandeur en uitstraling worden aangetrokken. Voorbijgangers stoppen, nemen een kijkje en prijzen trots het vakmanschap en de traditie waar de Century op kan bogen. De chauvinistische trots is voelbaar, en dat spreekt ook ons aan. De Century is een exotische verrassing, en omdat hij buiten ons bereik is, verlangen we er nog sterker naar. Toch zijn we blij dat hij alleen in Japan te koop is.

Bijzonder omdat hij niet bijzonder is

Er wordt vaak gezegd dat de cultuur in onze almaar sterker geglobaliseerde wereld steeds eenvormiger wordt. Door het obsessieve delen van van alles en nog wat op sociale media gaan culturele gewoontes steeds sneller de grens over, zodat er uiteindelijk niets meer echt bijzonder is. De Century is bijzonder omdat hij niet bijzonder is. Het is juist wat hij níét heeft, en wat hij niet kan, wat hem bepaalt. Daarom spreekt hij zijn kopers ook zo aan. Hij speelt volmaakt in op de culturele trekjes en tradities van Japan. Maar de wereld verandert steeds sneller, en de nieuwe Century kan alleen maar worden omschreven als een volkomen anachro­nistisch vervoermiddel. We betwijfelen heel sterk of hij net als de vorige twee uitvoeringen zo lang bestand zal zijn tegen de eisen van de tijd. Dit nieuwste model heeft weliswaar moderne veiligheidstechnieken en een hybride aandrijving, maar om echt toekomstbestendig te zijn, had hij in technisch opzicht veel vooruitstrevender moeten zijn. De hersenen van de moderne mens zijn in staat om snelle veranderingen te verwerken. Als de oudere kopers die nu nog de Century aanschaffen, er eenmaal niet meer zijn, zal het moeilijk worden om deze uitvoering aan jonge mensen te ­verkopen, in welke culturele context ook. Maar is het een auto om je pak voor uit de kast te halen en diep respect voor te hebben? Zeer zeker.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)