De uittocht van de lemmingen begon vorige maand bijzonder soepeltjes. Op de westelijke verkeersslagader van Londen door Chiswick en vervolgens over het verhoogde deel van de A4 stond het ­verkeer nergens vast, en dat vond ik opvallend. Normaliter begint de ellende veel eerder. En toen het misging, was de schuldige een grote SUV, zoals altijd.

Wie deze lemmingen zijn? De kosmopolitische, op Ubers vertrouwende elite die geen behoefte heeft aan een persoonlijk transportmiddel voor hun dagelijkse beslommeringen, maar die desalniettemin een gloednieuwe XC90 voor de deur heeft staan, louter om deze vol te laten poepen door vogels.

Geen probleem, tot…

Tot ze er eens in de zoveel tijd, bijvoorbeeld dus met Pasen, op uit trekken om het platteland te bekijken en te lunchen in de zogeheten gastronomische pubs. Dit soort mensen zijn zonder enige twijfel de slechtste bestuurders. Vergeet de aso-jongeren en de 30 km/u tuffende tachtigjarigen: de sporadisch rijdende SUV-bestuurder vormt in deze tijd de ware bedreiging.

De A4 verbreedt zich van twee naar drie rijstroken, waarna hij de M4 gaat heten, net voorbij de geneesmiddelentempel van GlaxoSmithKline – en dat is exact de plek waar deze losgeslagen gekken besluiten hun talenten te botvieren. Vanuit het niets, als ik mijn richtingaanwijzer aanzet om naar de derde rijstrook te gaan, verschijnt er een gigantische en nutteloze, niet voor het terrein gemaakte terreinwagen voor me, die ineens ook naar de buitenste strook gaat. Hij geeft weliswaar richting aan, maar dat is voor de bühne, want hij heeft helemaal geen enkele auto om in te halen – ik was hém aan het inhalen.

Waarom?

Waarom hij dan naar de buitenste baan kwam? Ik heb geen idee. Ik vermoed dat het zoiets is als de Wet van Murphy: iedereen weet dat die bestaat, maar niemand kan uitleggen waarom. We zullen nooit weten waarom de brave mensen uit Islington goedbetaalde banen hebben waarin op intellectueel niveau veel van hen wordt gevergd, terwijl ze niet eens even in hun spiegeltje kunnen kijken voordat ze besluiten van baan te wisselen. Maar dankzij mijn gedetailleerde veldwerk, dat ik nu al decennia beoefen, staat in elk geval wel vast dat ze hier echt niet toe in staat zijn.

De tijdens dit veldwerk opgedane visuele bewijslast wijst verder uit dat een deel van het probleem de hoeveelheid afleiding aan boord van hun privétrucks is. Zelfs de op Hollywood-achtige wijze verduisterde achterruiten van hun babyvrachtwagens kunnen niet verhullen dat er op drie verschillende schermen naar drie verschillende films wordt gekeken, terwijl de mini-Islingtonezen op de achterbank elkaar de ­hersens proberen in te slaan.

Ik bedoel: waarom zou je je nog aan de verkeersregels houden als de kleine Arabella ontevreden is met de instellingen van haar Dolby 5.1-systeem terwijl ze naar een tekenfilm kijkt? Het plebs zal simpelweg even afstand moeten houden tot vader de equalizer heeft bijgesteld. Ik ga verzitten in mijn bestuurdersstoel en aanschouw het tafereel. Het heeft geen zin om met het grootlicht in de weer te gaan of ’m aan de verkeerde kant in te halen. Dit volk reageert daar nooit goed op.

Wat dan wel?

De ervaring heeft me geleerd dat wachten de enige optie is. Dit zijn immers de mensen die, als ze niet het verkeer aan het ophouden zijn, het gewone leven van anderen in de war sturen omdat ze geen idee hebben wat samenleven betekent, of hoe sociaal gedrag eruitziet. Inderdaad: dit zijn de mensen die hun auto vijftien centimeter naast de jouwe parkeren en dan hun deur opengooien alsof jouw auto helemaal niet bestaat, en dus ook niet eens merken dat ze je lak beschadigen.

Want auto’s doen er voor hen niets toe. Ze zijn in hun ogen enkel een vervuilend, noodzakelijk kwaad. De enige reden dat ze er een bezitten, is omdat ze anders in een lang weekend niet snel en gemakkelijk naar hun favoriete buitenverblijf kunnen afzakken. Maar wat ik echt verbluffend vind, is de hoeveelheid geld die ze willen neertellen voor iets waar ze niets om geven – of in elk geval minder dan mensen die ooit van een studiebeurs hebben moeten leven en hun geld en hun auto’s wel op waarde weten te schatten.

Verloederde SUV

Het is altijd, zonder uitzondering, een heel riant uitgevoerde X5 of Range Rover die vreselijk is behandeld – vol deuken en krassen, met kapotte velgen. Een auto die is verwaarloosd als een Koreaanse hond. Een prachtig object dat vanaf de eerste dag iemands voetveeg is geweest. Waarom zou je zo’n mooie en letterlijk kostbare machine kopen als het je werkelijk helemaal geen snars kan interesseren?

En waarom zou je er zo slecht in rijden? Het moet hen toch ook opvallen dat wij hen minachtend aankijken als de lange rij auto’s in hun kielzog eindelijk, bij Gods gratie, de ruimte krijgt om in te halen? Maar misschien is zelfs dat niet zo. Misschien gaan ze puur toevallig of volstrekt willekeurig opzij, en hebben ze werkelijk geen benul. Of misschien zijn ze op zo’n moment juist druk bezig om zichzelf te prijzen, omdat ze zo goed zijn geweest terug te gaan naar de middelste rijstrook.

Want nooit, echt nooit, zullen ze naar de langzaamste strook gaan. De af-en-toe-SUV-rijdende elite blijft nu eenmaal per definitie ver verwijderd van die plek op de weg. Die is voor vrachtwagens (de echte dan) en voor het klootjesvolk, voor arme mensen, voor arbeiders. Eigenlijk is zelfs die middelste strook lastig te verklaren. Misschien zien ze het als een soort goed doel.

Dat is waarom ik normaliter alleen tussen dinsdag en donderdag naar het westen van Engeland rijd. De lemmingen rijden immers alleen op vrijdag heen en op maandag terug, en daar houden ze zich strikt aan. Dus als ik me ook strikt aan mijn schema houd, kan ik elk contact met hen ­vermijden. Zo niet, dan is een machinegeweer ook vrij effectief.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear