TopGear bedwingt vijfentwintig passen in het meest bochtige en bergachtige deel van Europa met een auto die er als geen andere voor bedoeld is: de Alfa Romeo 4C.

Hoe lang is deze trip?

Terwijl fietsen tegen het asfalt kletteren en het om ons heen klikt van de selfies, sluiten we onze ogen. We zijn in Frankrijk en staan op een parkeerplaats aan de voet van een steile weg. Vier cilinders schuren tegen onze rug, onze handen sluiten zich om een sidderend stuur. Lokale kinderen zijn uit het hele dorp samengekomen en drommen joelend om onze auto heen. We proberen ze even uit onze gedachten te sluiten en een klein zen-momentje te creëren. Dit wordt bergpas nummer één van de vijfentwintig die we de komende vijf dagen gaan rijden. Zo’n 2.000 kilometer van de meest uitdagende wegen die Europa te bieden heeft zullen we stukje bij beetje opslokken. Het wordt een reis die aan de basis ligt van dromen, die de verbeelding van iedere autofanaat uit elkaar laat barsten van onvermogen om de perfectie te bevatten. Althans, dat stellen we ons zo voor, en dus moeten we ons even voorbereiden. Adem in, adem uit.

Er rijdt van alles wat mee

De stuiterende jochies verstommen, want er komt een 911 GT3 langs, op de voet gevolgd door een Ferrari 599 GTB. De twee stuiven naar boven, hun hemelse herrie galmend door het dal. We openen onze ogen. We zijn er klaar voor. Het is de mooiste nazomer ooit en we rijden de 25 Collen Challenge. Dit is een rit over de bergpassen van Frankrijk, Zwitserland en Italië, georganiseerd door het Nederlandse CarChallenge. We trokken al eens eerder met hen op; wellicht herinner je je onze tocht over de ruwste paden van Zuid-Amerika met een Kia Sportage of onze modderige trip door Afrika met een Opel Mokka. Deze keer blijven we dichter bij huis, maar het spektakel is er niet minder om. Zeker niet in de laatste plaats door het gereedschap dat we bij ons hebben. Het is geen Rio of Meriva. Het is de Alfa Romeo 4C.
Met een groepje van dertien equipes zijn we van­ochtend vroeg uit Nederland vertrokken. De enkele honderden saaie kilometers naar de eerste col hadden we in ons hoofd opgebouwd tot een absolute hel, gezien de eerste en enige ervaring die we tot nu toe met de Alfa Romeo 4C hadden: een bevlogen kwartiertje over een serie klaverbladen, nadat we een collega op het TopGear-hoofdkwartier de sleutels van zijn testauto ontfutselden. Van die korte indruk herinneren we ons vooral het gevecht met het stuur en het knallende lawaai. Zodoende verwachtten we dat de 4C tijdens de snelwegrit naar het zuiden na niet al te lange tijd op onze zenuwen zou gaan werken, als een grappige kleuter die niet van ophouden weet.

Het tegendeel is waar

Zoals het een karakteristieke Alfa betaamt, blijkt de Alfa Romeo 4C zo innemend dat het niet lang duurt voor we ons aanpassen aan z’n maniertjes en van z’n ongemakken beginnen te houden. Onze lijven vormen zich naar de harde stoelen. Onze handen weten als vanzelf het dribbelende puppygedrag van de voorwielen op te vangen. We kweken eelt op onze trommelvliezen. Stilte, comfort. Wat moet je ermee als je zo betrokken kunt zijn bij elk aspect van het asfalt-avontuur? We zijn niet de enigen die in plezierig mild ongemak verkeren. Het gros van de deelnemers rijdt Porsche, variërend van een klassieke 911 tot een feloranje 997 GT3 RS. Niet de meest zalvende modellen om mee onderweg te zijn. Ook is er een nieuwe 911 Turbo cabrio die doorgaans weigert zijn dak dicht te doen. Dan zijn er een paar opvallende uitschieters, zoals de eerder genoemde Ferrari. Hij maakt steevast zo veel tempo dat hij overal als eerste arriveert en als eerste weg is. Er is een licht gekietelde, met blubberende V8 uitgeruste Dodge Dart uit 1969. Wij rijden met de kleine, venijnige, herrieschoppende Alfa Romeo 4C.

Pas op voor de koeien

We maken achtereenvolgens kennis met de Ballon d’Alsace, Mont Crosin en Col du Chasseral. Absoluut voorbeeldige opwarmers voor wat gaat komen. Imponerende uitzichten, strak wegdek en niet al te veel verkeer, we kunnen niet wachten. Het enige wat ons tegenhoudt zijn een stel overstekende, copulerende koeien waarvoor we op de rem moeten. Na een overnachting aan het meer van Lausanne wachten ons op de tweede dag zeven passen, kort en lang, breed en smal, hoog en laag. Nu begint het echt.
Een sms’je vanuit de CarChallenge-BMW op kop waarschuwt voor een horde wielrenners die de eerste col van de ochtend, Crèt de Chatillon, vijf man breed met een uitputtend slakkengangetje beklimmen. We wijken uit en koersen rechtstreeks naar de Col du Télégraphe, waar een afdalende fietser op de verkeerde weghelft de hoek om zeilt en zich bijna op de motorkap van de Dodge werpt. We hopen hardop dat dit niet de toon zal zetten voor de rest van de reis. Gelukkig komen we verder alleen nog verstandige fietsers tegen die meestal hun duim opsteken en wilde gebaren op ons afvuren om extra gas te geven. Dat laatste verzoek krijgen we wel vaker. ‘Laat ‘m eens horen’, zegt de man met de V12-Ferrari bij de lunchpauze. De Alfa ligt goed in de groep en oogst uit alle hoeken bewondering. Zelfs de meest doorgewinterde Porsche-rijders spreken hun fascinatie uit. Alleen organisator Jan Willem vindt het niks. ‘Al die lijnen, veel te rommelig. Ik kijk er niet graag naar.’ Hiervoor hebben we een oplossing: meer snelheid.

Als een parelmoerwitte voetzoeker bedwingen we pas na pas

Wanneer we ‘Alpe d’Huez’ zeggen, of ‘Col du Galibier’, zijn dat ongetwijfeld namen waarbij je je een voorstelling kunt maken. Met ‘Col du Lautaret’ of ‘Col de la Madeleine’ kun je – als je zoals wij geen zier verstand hebt van de Tour de France – waarschijnlijk wat minder. Het fijne van de CarChallenge-route is dat je bepaalde herkenningspunten tegenkomt om je aan vast te klampen, terwijl er tussendoor een serie openbaringen plaatsvindt die het leven van iedere aan bochten verslingerde autoliefhebber voor altijd verrijken. Terwijl we de grens tussen Frankrijk en Zwitserland diverse keren oversteken, ervaren we een kamerbreed spectrum aan pretwegen, variërend van steil en smal – voorzien van betonnen paaltjes zodat je bij een stuur- of remfout, alvorens je naar beneden stort, eerst genadeloos gevierendeeld wordt – tot heerlijk ruim en vloeiend. Na elke stuurbeweging wordt ons de adem opnieuw benomen door alweer een ansichtkaartwaardig uitzicht. Omdat een aantal passen minder bekend zijn, is er vaak nauwelijks verkeer en kan er volop worden doorgereden. De Alfa Romeo 4C kreunt, sist en blaast zich met elke kilometer dieper ons hart in. Naast de Lotus Elise is het anno 2015 zo’n beetje de enige nieuwe auto zonder stuurbekrachtiging, en dat betekent twee dingen: hard werken en dubbel en dwars beloond worden. Je voelt z’n koolstofvezel carrosserie zich schrap zetten, z’n besturing trekken met elke oneffenheid. De motor zie je schokken en bokken in je achteruitkijkspiegel wanneer je zo veel mogelijk benzine die kant op trapt en daarmee geluiden veroorzaakt die je nooit eerder met een verbrandingsmotor had geassocieerd. Je vingertoppen raken vergroeid met de flippers en de rauwe schakelmomenten resoneren tot in je longen en maag. Het is alsof je gekraakt wordt door Arnold Schwarzenegger terwijl Mila Kunis je honing voert.

Opstoppingen krijg je er gratis en voor niets bij

De derde dag beginnen we met veel wegwerkzaamheden en bijbehorende stoplichten, waar we soms tot twintig minuten voor moeten wachten terwijl er in tunnels om ons heen ontploffingen klinken. Vervolgens applaudisseren wegwerkers en sporen ze ons aan om hard langs hen heen te blèren; oké jongens, als jullie erop staan. Na Col des Montets, Col de la Forclaz en de schitterende Simplonpas komen we uit in Italië op een weggetje dat qua breedte voor een ezelspoor zou kunnen doorgaan.
Niet veel later belanden we in Ascona aan de Zwitserse kant van het Lago Maggiore, waarna we de San Bernardinopas afvinken – de oude, wel te verstaan. Aan de 2.066 meter hoge top, bij het mistige en mysterieuze Laghetto Moesola, vragen we ons af of het nog mooier kan worden; en prompt worden we getrakteerd op de onvergetelijke Splügenpas en de wereldse, gestrekte Malojapas. Tussen de heftige bochten door komt nu en dan de realisatie opborrelen wat we eigenlijk aan het doen zijn: in noodtempo ’s werelds meest briljante bergwegen afgummen met een Italiaans heethoofdje. We knijpen onszelf. ‘Het is moeilijk om de 4C te overschatten’ Plots glijden we van onze wolk af, want in de Alfa is – hoe cliché – een olielampje gaan branden. Geen reden tot paniek, want een vlugge inspectie leert dat het niets met het peil te maken heeft. Het dashboard meldt dat de olie simpelweg aan vervanging toe is. Terecht advies, want het spul is nogal smoezelig. De vorige berijder van deze Alfa Romeo 4C was Jeremy Clarkson, die ermee het circuit op ging voor de dvd The Perfect Road Trip 2; je zou toch zeggen dat de auto na een handvol dagen met ‘de orang-oetan’ (© Richard Hammond) wel een beurtje had verdiend. Aangezien we nog altijd een geplande route rijden en dealers niet tegen berghellingen groeien, kunnen we er weinig aan doen, dus zetten we de 4C in overleg met Alfa Romeo nog even aan het werk. Bij thuiskomst zal ie in de watten worden gelegd.

Na de derde overnachting (in Zuoz) komt het leukste deel

Waar we wederom door hordes blije kinderen worden onthaald, plus een klein leger aan zorgzame moekes met drankjes – sturen we richting een weg waar we vanaf het begin naar uit hebben gekeken: de Stelviopas. Ooit riepen Clarkson, Hammond en May dit uit tot de beste weg van Europa. Ze kwamen hier later weer op terug toen ze door Roemenië reden. Overrated, zeggen anderen. Te populair, dus te veel verkeer, en enkel trage haarspeldbochten in plaats van de glooiende, snelle wendingen die andere passen in de omgeving kenmerken. Toch staan we te popelen. Het wordt de meest memorabele dag van de reis. De weidse Berninapas en de smalle, griezelige en vaak vangrailloze Mortirolo- en Gaviapas leiden ons naar de beroemde Stelvio. In het stof van de GT3 RS stormen we naar boven. Jankend door een paar tunnels en ademloos wevend door de ontelbare haakse bochten. Misschien ligt het aan de tijd van het jaar, maar de hoeveelheid campers en ander plezier-vergallende gevallen valt mee. Hierdoor komt het tempo steeds hoger te liggen.
Het is moeilijk om de Alfa Romeo 4C te overschatten; al probeert ie zich soms onder je greep uit te wringen, als een springerige pony houd je ‘m met aandacht en doortastendheid gemakkelijk bij je. Z’n remmen verdienen een speciale vermelding, want wat we ook doen, hoe hard we ook afdalen over de nabijgelegen Umbrailpas, het pedaal blijft aanvoelen als een klomp graniet en we verliezen geen greintje vertrouwen. Het zal helpen dat de Alfa Romeo 4C ongeveer evenveel weegt als een bord pasta met stukjes wurst.

Porsche-fanaten die Alfa’s bestellen? Het kan!

Na een visueel hoogtepuntje in de vorm van de Ofenpas (ook Pass dal Fuorn genoemd) rijden we via de Albulapas naar het westen om te eindigen bij ons laatste hotel in het schilderachtige plaatsje Vals. Hier vertelt de bestuurder van de witte 911 uit 1970, zelf Porsche-specialist, dat hij zo weg is van de Alfa Romeo 4C dat hij er inmiddels een besteld heeft. Dat noemen we nog eens daadkrachtig. Het einde nadert en dat bevalt ons niks. We hebben het veel te goed naar ons zin in deze omgeving, met deze auto en deze groep gelijkgestemden. Het scheelt dat CarChallenge een paar van de mooiste collen voor het laatst bewaard heeft. Aan de oude Gotthardpas hebben we vandaag helaas niet veel. Voor het asfalt hoef je ‘m niet te rijden (want dat is er niet) en het uitzicht wordt ons ontnomen door de dikste laag mist die we ooit tegenkwamen. Maar de overige passen die we op de vijfde dag rijden zijn meer dan waardige afsluiters. De Oberalp, de Nufenenpas en met name de Furkapas en Grimselpas zijn prachtig. Sterker, mocht je één gebied uitzoeken om een paar lekkere wegen aaneen te rijgen, doe het dan vooral in dit stukje van Zwitserland.

Over de 25 Collen Challenge

Nog beter: schrijf je in voor de volgende editie van de 25 Collen Challenge, die plaatsvindt van 5 tot 9 september 2015. Doe het niet omdat wij het zeggen. Doe het omdat jij en je auto het waard zijn om onuitwisbaar in elkaars wezen geëtst te worden door de meest fantastische wegen die er bestaan. Bewonderden we de Alfa Romeo 4C voorheen om zijn gewaagdheid en pure insteek, na deze knallende vijf dagen blijft hij voor ons altijd de auto die ons liet zien hoe prachtig het kan zijn om te rijden om het rijden, op weg naar niks, in intiem contact met elke bocht en hobbel. De weg is de ponskaart, de Alfa het kraakheldere orgel, wij beleven de muziek en horen haar nog lang en diep nagalmen.

Is het een race?

Nee. Er wordt geen tijd gemeten en de groep blijft niet per se bij elkaar; sommigen rijden vlot en bevlogen, anderen maken er een rustige toerrit van. Aan jou de keus.

Is mijn auto geschikt om mee te doen?

We zouden het niet direct met een zompige SUV ondernemen, maar in principe: ja. Groot of klein, veel of weinig power, je zult je absoluut vermaken. Zorg wel dat je je auto vooraf goed laat nakijken, vooral de remmen.

Hoe kan ik dit ook meemaken?

Simpel: ga naar www.carchallenge.nl en schrijf je in voor de 25 Collen Challenge 2015, die start op zaterdag 5 september in Baarn en eindigt op dinsdag 8 september in Zuoz, Zwitserland; plus een epiloog de dag erna. Voor het inschrijfgeld van 990 euro per persoon doet CarChallenge alle organisatie. Ze regelen de overnachtingen in fijne hotels, het ontbijt en de diners. Tijdens de reis betaal je zelf je brandstof, tolgeld, lunch en drankjes.

Specificaties Alfa Romeo 4C


Motor
1.750 cc
viercilinder turbo
240 pk / 350 Nm

Aandrijving
achterwielen
6v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 4,5 s
top 258 km/u

Verbruik (gemiddeld)
6,8 l/100 km
157 g/km CO2

Afmetingen
3.989 x 1.864 x 1.183 mm (l x b x h)
2.380 mm (wielbasis)
895 kg
40 l (benzine)
110 l (bagage)

Prijzen
NL € 71.050 (25%)
BE € 51.500

Reacties