Kleinere motoren zijn helemaal hip. Ze zorgen ervoor dat auto’s goedkoper worden, en zuiniger bovendien. Maar soms heeft een gedownsizede motor nog meer te bieden. Soms is het namelijk een 4,0-liter twin-turbo V8 die is gemaakt door AMG. En dat is exact de motor die Aston Martin in de DB11 heeft gelegd, waardoor de prijs van de grote GT in Nederland zo’n 40.000 euro lager uitvalt dan die van de versie met de V12. Hij kost hier nog altijd 230.000 euro, trouwens.

Maar buiten verwaarloosbare waar-voor-je-geld-praatjes is er ook een echt valide reden om deze uitvoering te verkiezen boven de V12: het is de meer opwindende auto.

Waar kunnen we deze motor nog meer vinden?

Dat viel ergens wel te verwachten, gezien de afkomst van de motor. Die stamt namelijk uit een hele reeks Mercedes-AMG-producten, waaronder de AMG GT. Aston heeft de motor naar eigen smaak getuned, met andere afstellingen en een nieuw uitlaatsysteem. Hij stuurt 510 pk en 675 Nm naar de achterwielen via dezelfde achttraps automaat als in de V12 DB11 ligt; al hebben de schakelflippers een kortere klik, zodat handmatig op- of terugschakelen urgenter aanvoelt.

Een kleinere motor betekent minder gewicht, en dus is de DB11 met V8 115 kilo lichter dan de V12, al weegt ie nog altijd 1.760 kilo. Cruciaal is echter dat de kleinere motor iets doet met de gewichtsverdeling van de DB11; nu bevindt zich 51 procent aan de achterkant van de auto en 49 procent aan de voorkant, bij de V12 is dat precies omgekeerd. Een subtiel verschil, maar een klein percentage kan van belang zijn.

Merk je verder nog verschil met de V12

Aston heeft de ophanging zo aangepast dat de auto even comfortabel is als de V12, maar heeft de V8 wel zwaardere besturing en een nieuwe stabiliteitscontrole gegeven, en meer gefocuste demping wanneer je de sportievere rij-modi van de DB11 inschakelt.

Kortom: dit is de sportauto, de V12 is de grand tourer. En dat voel je op de weg. Dat de balans is verschoven, is duidelijk: de voorkant gaat nu makkelijker de hoek om, en de achterkant is speelser als je de bocht uitkomt en weer op het gas gaat. Dat brengt luidkeels een lading koppel in het spel, waar de achteras zich maar wat graag actief van kwijt.

Waar de V12 een kalme, beheerste auto is die slechts tot leven is te wekken door ‘m uitbundig te besturen of in de regen te rijden, betrekt de V8 je ogenblikkelijk bij z’n dadendrang. Is het droog, dan is ie prachtig voorspelbaar, en nadat de stabiliteitscontrole een paar keer heeft ingegrepen, kun je deze wat terugschroeven om volop te genieten van een goed uitgebalanceerde en plezierige auto. In de regen is ie wat prikkelbaarder, hoewel de Track-modus van het ESP je in staat stelt de natuurlijke balans van de auto te blijven benutten, maar dan met een veiligheidsnet achter de hand.

Kom je niet tekort met de V8?

Je voelt ook niet aan de V8 dat hij 100 pk minder heeft dan de V12. Wellicht zou de goedkopere versie aan het kortste eind trekken bij een sprintje rechtdoor, maar belangrijker is hoe ze je rijstijl beïnvloeden. De minder opgewonden manier van doen van de V12 zorgt ervoor dat je kalmpjes achteroverleunt, in de wetenschap dat je altijd genoeg vermogen hebt. In de V8 zet je alles meteen in de Sport-modus, begint handmatig te schakelen en rijd je zo hard als de omstandigheden en de wet je toestaan. Je reist veel sneller in de V8 DB11 doordat ie je aanspoort tot sportief gedrag. De motor heeft de hooligan-genen van AMG duidelijk meegebracht.

Deze DB11 kent echter ook het GT-­kunstje. Houd ‘m in de Comfort-stand, en je hebt een rustige, verfijnde reisauto. Hij is uitstekend om lange, saaie stukken snel mee af te leggen, maar we vermoeden dat hij je uiteindelijk altijd zal aansporen om van de hoofdwegen af te wijken en op zoek te gaan naar heel erg spannende slingerpaadjes.

Je wilt natuurlijk ook weten hoe ie klinkt. Aston maakt al eeuwen V8-motoren, dus het is niet vreemd om een achtcilindergeluid uit de DB11 te horen komen. Al is het een beetje anders dan anders. Hij dondert wel als een AMG, maar Aston heeft ‘m minder bassig gemaakt bij lage toeren. Er zijn veel knallen en puffen als je de aandrijving in de Sport Plus-stand hebt staan, wat sommige mensen misschien wat ongepast zullen vinden.

Zijn er nadelen?

De motor is wel kleiner geworden, maar de DB11 zelf niet. Hij is een speelse auto op leuke wegen, maar je zult altijd rekening moeten houden met z’n breedte – vooral als je wat harder rijdt. Bij uitbundig rijgedrag gooien de remmen op een zeker moment de handdoek in de ring. Hij mag dan lichter zijn dan de V12, toch is er nog steeds een hoop gewicht dat moet worden afgeremd.

Het eindresultaat is een auto die de technologische aantrekkingskracht van moderne Astons combineert met de brute donder van de coupés uit de jaren tachtig en negentig. De motor wil hard, klinkt kwaad en geeft de achteras – en jou – volop werk. Koop je een DB11 vanwege z’n GT-kwaliteiten, dan zit je daar niet op te wachten. Maar koop je ‘m omdat je een Aston wilt die echt vermakelijk is om te rijden, dan val je voor de V8. Dat ie goedkoper en zuiniger is dan z’n grotere broer is dan leuk meegenomen.

Aston Martin DB11 V8


Motor
3.982 cc
V8 biturbo
510 pk @ 6.000 tpm
675 Nm @ 2.000 tpm

Aandrijving
achterwielen
8v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 4,0 s
top 301 km/u

Verbruik (gemiddeld)
9,9 l/100 km
230 g/km CO2

Afmetingen
4.739 x 1.940 x 1.279 mm
(l x b x h)
2.805 mm (wielbasis)
1.760 kg
78 l (benzine)
225 l (bagage)

Prijzen
€ 230.000 (NL)
n.n.b. (B)

Vonnis
Wonderlijk geval: de Britten willen Europa nog niet uit of ze bewijzen zelf dat samenwerking wel degelijk loont. De DB11 met een kleinere motor is niet alleen goedkoper, maar ook opwindender om te rijden dan de V12

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)