Luidruchtig, agressief en gespierd versus effectief, soepel en (be)gripvol. Raad maar welke beschrijving bij welke auto hoort. Niet moeilijk, toch? Rustig maar, dit is niet zo’n vraag waarbij dan het tegenovergestelde blijkt. Je raadde het goed: de nieuwste RS 4 is alles wat we inmiddels verwachten van een snelle Audi, en hetzelfde geldt voor de Mercedes C 63 S. Ze zijn dus karikaturen van zichzelf, en in het bestek van de supersedans zijn ze de twee zijden van hetzelfde mes. Ze hebben opvallend veel gemeen: ze wegen op tien kilo na hetzelfde, claimen identieke tijden van 0 naar 100 km/u – 4,1 seconden – hebben tot op 4 g/km dezelfde CO2-uitstoot, ze hebben een identieke bagageruimte van 1.510 liter met de achterbank weggevouwen, en in lengte verschillen ze maar 10 millimeter. Wie puur rationeel beslissingen neemt, zou kunnen kiezen door een muntje op te gooien. Maar op een meer filosofisch niveau zijn ze mijlenver van elkaar verwijderd. De Audi focust op veilige, betrouwbare snelheid. Hij leidt de 450 pk’s en 600 Nm’s van z’n twin-turbo 2,9-liter V6 naar alle vier de wielen, heeft diagonaal gelinkte dempers om de carrosserie te stabiliseren en zorgt ervoor dat het vermogen daar is waar het het hardst nodig is. De achterwielen van de Mercedes staan alleen voor de zware taak om de 510 pk en 700 Nm te verstouwen, en dat vermogen komt uit een twin-turbo 4,0-liter V8 in het geval van deze C 63 S (de versie zonder S moet het doen met een armzalige 476 pk en 650 Nm). Maar 700 Nm is een kolossale hoeveelheid koppel voor een setje niet overdreven brede (265-millimeter) achterbanden. De vermogensafgifte van de C 63 S kan het best worden omschreven als woest. Hij werkt zichzelf als een dolle door het middengebied van de toeren heen. Alles op de weg dat de grip of de koppelverdeling kan verstoren (witte lijnen, kattenogen, bananenschillen), zal deze ook verstoren. De kunst bij deze auto is om de achterkant in het gareel te houden.
Dit is het moment waarop we de Mercedes-AMG C 63 S even laten voor wat ie is en het over de Audi RS 4 moeten gaan hebben. De laatste auto die we met deze aandrijving reden, was de RS 5, een van de meest teleurstellende auto’s van 2017. De RS 4 heeft veel van z’n onderdelen met ’m gemeen, maar de techneuten van Audi geven toe dat ze aan de afstelling hebben gesleuteld. Dat is te ­merken. Om te beginnen reageert de motor scherper dan we ons van de RS 5 herinneren: hij is responsiever en veel happiger als je het gaspedaal aanraakt. Het geluid dat ie maakt bij normale en lage snelheden is nog steeds een beetje blikkerig en nep, maar als je ervoor gaat en je begint te concentreren op de snelheid, wordt z’n geluid toepasselijker. Het wordt helderder en eerlijker. En dan ineens, veel te snel, is het allemaal voorbij. De rode lijn bevindt zich bij 6.250 tpm; een Bentayga V8 klimt nog 1.000 tpm hoger. Oké, de begrenzer komt er pas in bij 6.600 tpm, maar het voelt toch aan alsof de Audi RS 4 in z’n bloei wordt beknot.
De achttraps automaat is even snel als een bak met dubbele koppeling, de overbrengingen zijn kort, en dat zorgt ervoor dat de RS 4 prettig direct aanvoelt – en het geeft ’m geweldige sprintkwaliteiten. Zoals gezegd claimt Audi dat ie in 4,1 seconden naar de 100 km/u rijdt, maar hoewel we het niet zelf hebben nagemeten, weten we vrijwel zeker dat ie zelfs de opgegeven tijd van de RS 5 – 3,9 seconden – weet te verslaan. Hij is verschroeiend effectief.

Tijden zijn onbelangrijk

Maar tijden zijn niet belangrijk, noch het feit dat áls ie eenmaal grip gevonden heeft, de Mercedes iets sneller is dan de Audi (van 50 naar 110 km/u was de Mercedes-AMG C 63 S destijds 0,1 seconde sneller dan de RS 5, met 3,0 seconden). Maar bij het soort rijden waar wij van houden, met bochten en draaien, is de Audi RS 4 sneller. Door de aandrijving – en dus grip – op vier wielen komt ie sneller uit langzame bochten, en die diagonaal gelinkte dempers helpen ’m bij hogere snelheden. Anders gezegd: hij maakt het je makkelijk om op snelheid te komen en die snelheid te handhaven.
Is dat wat je belangrijk vindt? Alleen snelheid? Niet het gevoel, of de opwinding, of z’n behendigheid? Want dat zijn de zaken die er voor ons toe doen. Wij gaan liever iets minder hard, maar dan met meer plezier. En zo komen we weer terug bij de Mercedes, want die geeft je precies dat. Hij is zeker wat bruusker dan de Audi; er is meer resonantie en geluid in het interieur. Tijdens een langere rit voel je dat de kilometers gaan tellen; de stoelen die je heupen nauw omsluiten zijn minder comfortabel, je voelt de grond onder de wielen, je voelt de motor werken, je voelt de mechanica z’n best doen.

Meer textuur in deMercedes-AMG C 63 S

Maar de manier waarop de Mercedes-AMG C 63 S rijdt, biedt zoveel meer textuur. Dit is een auto die van je eist dat je met ’m samenwerkt. Hij heeft een meer directe, steviger en gevoeliger besturing, je voelt het differentieel verstrakken als je de bocht uitkomt, je voelt de krachten zich verplaatsen, je voelt ’m zich aanspannen als je accelereert. In de Comfort-modus is ie al agressiever dan de Audi RS 4 in de Dynamic-stand. Hij is een veel gespierder, veel vermakelijker auto, en hij communiceert tijdens het rijden veel beter met je. Hij betrekt je echt bij de rit en eist je aandacht op, al is het maar door middel van een beetje wielspin. Maar dit zijn ook compacte gezins­stationwagens. En je weet wat dat betekent: ze moeten het werk aankunnen dat van compacte gezinsstationwagens wordt verwacht. Kinderen en honden en boodschappen en school. En dan komt de Audi toch weer bovendrijven. Als een auto waar je simpelweg instapt en mee wegrijdt, is hij vriendelijker. Hij start met wat minder geweld, en de cabine is aanzienlijk beter als het gaat om het design, de kwaliteit van de materialen en de geïntegreerde technologie. Achterin heeft ie meer beenruimte, de stoelen zijn comfortabeler, en hij heeft een kleinere draaicirkel, een soepeler schakelende bak en is wat minder stug geveerd. Maar is ie ook zuiniger?
Verbazingwekkend genoeg niet. Hij heeft iets minder luchtweerstand, maar de Mercedes was in ons geval minder dorstig (12,0 l/100 km tegen 12,4). Hoe rijdt de Audi verder? In de stad is ie iets te veel geveerd en niet genoeg gedempt, waardoor hij iets te beweeglijk is. Toch hebben we dat liever dan de stugheid van de Mercedes of het houten onderstel van een oudere Audi RS. Dat rijdt minder lekker, en de rijeigenschappen worden er ook niet beter op. De Audi is wat dat betreft oké.

Audi RS 4 vreet uitstekend kilometers

Maar wat er opnieuw aan ontbreekt, is opwinding. Laten we echter in het oog houden wat ze zijn: kleine stations, geen coupés, dus ze hebben een ander publiek. Er zijn lessen die Mercedes kan en moet leren van Audi. De RS 4 is een geweldige auto om grote afstanden mee af te leggen, hij rijdt doorgaans soepel, de verfijning is goed, en je gezin zal zich er veilig en beschermd in voelen. Maar tegelijkertijd zijn er belangrijker lessen die Audi van Mercedes zou moeten leren, en dan hebben we het over de wijze waarop je een snelle, sportieve auto bouwt die spannend is om te besturen.
Want de Audi RS 4 draagt de verkeerde badge. Hij zou S4 moeten heten. Audi heeft een logische, duidelijke aanduiding voor haar sportmodellen: eerst S, dan RS. Wij vinden dat de S’en vlotte, klinische, onopvallende en efficiënte auto’s zouden moeten zijn, zodat er ruimte is voor de RS’en om agressiever, uitdagend en sportiever te zijn. We weten dat Audi dat het ook allemaal precies zo bedoelt, maar in praktijk hebben de S’en geen smoel. Meer onderscheidend vermogen zou Audi meer bandbreedte geven, en bovendien een modellenstra­tegie waaraan Mercedes, BMW, Alfa en anderen niet kunnen tippen. Dat idee zou beter en nadrukkelijker moeten worden doorgevoerd, maar als de ervaring ons iets heeft geleerd, is het dat als Audi eenmaal iets goeds beet heeft (neem bijvoorbeeld de eerste R8, de TT, de RS 4), het weinig meer doet aan doorontwikkeling.
Er zijn duidelijke redenen om de Audi RS 4 te prefereren boven de Mercedes-AMG C 63 S. Maar wij bevelen ’m alleen aan als je puur op zoek bent naar een snelle, makkelijk te rijden auto voor elke dag. En z’n sterke punten benadrukken de zwaktes van de Mercedes-AMG C 63 S: moet die echt zo agressief zijn? Wat gaan je gezinsleden ervan vinden – zitten die constant huiverend en gillend naast en achter je? Mettertijd zullen ze er allemaal heus aan wennen, maar dit is in principe een auto die uitblinkt als er maar één persoon aan boord is. Als je de honden, kinderen, vrouwen en boodschappentassen hebt uitgeladen kun je ’m eindelijk echt gaan rijden. Dan zwelg je in z’n geluid, dan voel je ’m bewegen en trekken en duwen. En dan zul je blij zijn dat je voor de Mercedes hebt gekozen.

Specificaties Mercedes-AMG C 63 S Estate


Motor
3.982 cc
V8 biturbo
510 pk @ 5.500 tpm
700 Nm @ 1.750 tpm
Aandrijving
achterwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 4,1 s
top 250 km/u
Verbruik (gemiddeld)
8,4 l/100 km
196 g/km CO2 G label
Afmetingen
4.702 x 1.810 x 1.457 mm (l x b x h)
2.840 mm (wielbasis)
1.700 kg
66 l (benzine)
490 / 1.510 l (bagage)
Prijzen
€ 122.782 (NL)
€ 91.839 (B)

Specificaties Audi RS 4 avant


Motor
2.894 cc
V6 biturbo
450 pk @ 5.700 tpm
600 Nm @ 1.900 tpm
Aandrijving
vier wielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 4,1 s
top 250 km/u
Verbruik (gemiddeld)
8,8 l/100 km
199 g/km CO2 G label
Afmetingen
4.781 x 1.866 x 1.404 mm (l x b x h)
2.826 mm (wielbasis)
1.690 kg
58 l (benzine)
505 / 1.510 l (bagage)
Prijzen
€ 119.095 (NL)
€ 84.700 (B)

Vonnis Mercedes
16/20
Deels gezins­auto, deels velociraptor. De Mercedes-AMG C 63 S Estate geeft je dage­lijkse bestaan een extra dosis opwinding en spanning. Alleen al daarom – en om z’n machtige V8 – zou je ’m moeten willen

Vonnis Audi
14/20
De nieuwe RS 4 is een stille presteerder. Hij biedt te weinig drama, maar is bloedsnel en prettig om te rijden. Hij zit ook nog eens prachtig in elkaar. Maar hij had zoveel meer kunnen (en ­moeten) zijn

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)