Audi TT RS Roadster

In 2014 reden we voor het eerst met deze generatie TT, en in 2016 met de TT RS. In 2019 kreeg Audi’s snelste kleintje een facelift met een paar nieuwe bumpers. En nu, in 2022, is het grote nieuws vooral dat hij nog bestaat. AMG gaat van acht naar vier cilinders, BMW bouwt voorwielaandrijvers. Alles verandert, maar deze Audi TT RS Roadster weigert te zwichten. Hij pronkt nog altijd trots met een 2,5-liter vijfcilinder turbomotor: 400 pk sterk, 3,9 seconden van 0 naar 100 snel en 5.000 bulderende schaterlachen goed.

Audi is verdraaid slim. Ze weten dat we lang, heel lang geen persintroducties hebben kunnen doen waarbij we met een snelle auto over een uitzonderlijke weg reden. Dus wat doen ze? Ter ere van 40 jaar quattro zetten ze ons in een Audi TT RS Roadster op de Col de Turini (zie onze video hieronder – van de coupé, die we ook reden). Nadat ze ons eerst in de nieuwe Audi RS 3 hebben laten meerijden met coureur Frank Stippler aan het stuur. En óf we daar jubelend van terug zullen komen. We voelen ons een stel kleuters in Disneyland.

Die RS 3 is geheel nieuw en krijgt een sperdifferentieel op de achteras, wat ’m een vrolijk zwiepend kontje moet geven. Inmiddels hebben we hem ook zelf gereden. Het belangrijkste is: hij behoudt zijn vijfcilinder. Als het op deze motor aankomt, kan de merkgemiddelde CO2-uitstoot Audi heel even gestolen worden. Ze bouwen wel wat extra e-trons. De vijfcilinder is de spil van hun historie. De vijfcilinder blijft.

Leeftijd is maar een getal

Zoals eerder vastgesteld is de TT RS een oude auto. Hij heeft geen hip differentieel. Maar op dit moment zou z’n aandrijving uit samengebalde sokken kunnen bestaan; het zou ons niets kunnen schelen. Er is even niets beters denkbaar dan deze auto met deze motor op deze plek.

We zitten te stuiteren van geluk wanneer we met de Audi TT RS Roadster tegen het historische rallyparcours op vliegen. Het geluid is met niets te vergelijken, de melodieuze huil van een zeldzaam beest – diep en toch helder, onheilspellend, verkwikkend. In mindere Audi’s tolereren we de S-tronic-transmissie, maar hier en nu is ie briljant: trek aan een flipper en hij reageert, denk en hij doet. Hij sluit prachtig aan op de motor, op de weg, op ons. De TT en wij bestormen deze Alp als één geheel.

Slecht asfalt is geen probleem voor de Audi TT RS Roadster

Het asfalt is nat en hier en daar beroerd. De compacte Audi danst en springt, hopt en klauwt zich een weg omhoog. Hij is laag en gedrongen, z’n besturing nauwkeurig, z’n onderstel gefocust. De remmen zijn niet keramisch, maar behandel ze met respect – korte en harde actie, koeltijd maximaliseren – en ze geven je bocht na bocht vertrouwen. We mogen niet overdrijven: de TT is geen vederlichte superskelter, dit is niet de ultieme vorm van autorijden. Maar het is zo’n goede balans, zo’n verslavende cadans. En het is zo gemakkelijk en vanzelfsprekend om hem op 80 procent te rijden.

De eigenwijsheid van de Audi TT RS Roadster gaat verder dan z’n motor en z’n gedrag: geen centraal display dat alle aandacht opeist, maar een clean dashboard met een universeel tellerscherm. Geen los aircopaneel, maar een oer-origineel idee van bediening ín de ventilatieopeningen. Dit is een uitspattinkje binnen het degelijke Audi-gamma, een fel fonkelend pareltje – met een hart zo vol en fraai dat we het eigenlijk niet verdienen. Techniek in naam van milieu en klimaat is prachtig en hard nodig; maar momenteel zeuren, zuigen en drammen we de verbrandingsmotor via astmatische driecilinders rücksichtslos de vergetelheid in. Nou, deze jongen is er nog. De 2.5 TFSI weerkaatst zijn vijfstemmige galm tegen de bergwand en laat ons weer voelen dat we leven.

Video: Audi TT RS (coupé) op de Col de Turini

Specificaties Audi TT RS (2022)