BMW i5 vs Mercedes EQE review: Wat is de beste elektrische zakenauto?

Er was een tijd dat BMW echt de grenzen oprekte, telkens spectaculair niet op safe wist te spelen en innovatie zo stevig omarmde dat het diens ribben brak. Maar toen was het nog geen wedstrijdje ‘wie kan de lelijkste voorkant maken’. De i3 was zijn tijd zo ver vooruit dat hij alweer had ingepakt en op weg naar huis was toen de anderen nog niet eens waren vertrokken. De i8 was een hybride sportauto die zo experimenteel was dat eigenlijk niemand goed wist wat ie er nou mee aan moest.

Maar de tijden zijn veranderd. De nieuwe 5-serie (codenaam G60) heeft nu ook een elektrische versie, de i5, maar deze deelt zijn platform met zijn broertjes met verbrandingsmotoren – wat onvermijdelijk leidt tot compromissen. In de tussentijd maakte Mercedes een specifiek platform dat tot doel heeft de voordelen van elektrisch rijden zoveel mogelijk uit te buiten; de EQE is al vanaf de tekentafel een EV. Het lijkt er dus op dat Mercedes vol op de EV heeft gewed, terwijl BMW de inzet heeft gespreid. Maar het ligt iets minder eenvoudig.

De BMW i5 is een stuk knapper dan de Mercedes EQE

Allereerst: de BMW ziet er beter uit. Ja, het is een wat conservatieve mening, maar naast de ei-achtige EQE straalt de BMW in onze ogen meer vorm en textuur uit. En hoewel het een traditionele carrosserievorm is, zijn de zacht golvende vlakken en de proporties een stuk vriendelijker voor het oog dan die van de Mercedes, die lijkt te zijn ontworpen door hem een tijdlang op de bodem van een snel stromende rivier te laten liggen.

De Mercedes heeft visuele massa, waar de BMW geometrische spierbundels laat zien. Zeker, die wijd opengesperde neusvleugels, met hun beweegbare plastic schotjes, zijn een beetje veel van het goede. Maar het past beter bij de auto dan de neus van de EQE, waar een denkbeeldige plastic zak overheen lijkt te zijn getrokken.

Beide hebben onnodig gecompliceerde wielen – de test-BMW op de foto’s, is uitgerust met aerodynamisch gevormd 21-inch ‘Individual’ lichtmetaal, terwijl de even grote exemplaren van de EQE zijn opgebouwd uit zo’n 400 lastig schoon te maken spaken. Maar als je om de auto’s heen loopt, zie je dat de brede achterlichten van de i5 de auto lager en breder laten lijken, terwijl de EQE er van achteren juist een beetje geknepen uitziet.

Ook het interieur van de BMW is mooier

Binnenin is het hetzelfde verhaal. De BMW heeft een naadloos aaneengeschakelde set van schermen, de Mercedes een keurig display voor de bestuurder en een ietwat opgeplakt ogend, rechtopstaand scherm in het midden. Je kijkt uit over de motorkap van de BMW, al zit je wel achter een veel te dik stuur. De neus van de Mercedes valt geheel weg. In de BMW voel je je (en zit je ook) lager, ben je meer de bestuurder dan de bediener. In de Mercedes krijg je een beetje het gevoel in een laag uitgevallen SUV te zitten.

Zowel de BMW als de Mercedes lijdt aan de ziekte dat elke functie digitaal geregeld moet worden, maar in de BMW is dat net iets makkelijker. Het moet wel gezegd dat je in beide veel dingen naar eigen smaak kunt configureren, als je daar wat tijd aan wilt besteden. En het is die tijd waard, want laten we wel wezen: je zult veel van de toegevoegde waarde die bepaalde functionaliteiten bieden nooit gebruiken als je ze niet eerst fatsoenlijk bruikbaar hebt ingesteld. En dan nog. Het is niet vreemd dat de mens veelal van simpel houdt.

De assistentie gaat uit van een perfecte wereld

Een ander aspect van toegevoegde technologie is dat beide auto’s over allerhande, vaak behoorlijk irritante rijhulpjes beschikken, hoewel je die elektronische bemoeiallen ook na veel te veel knoppendrukken en swipen kunt uitzetten. Misschien dat ze wel zouden kunnen werken, als je leeft in een Truman Show-achtig experiment dat bestaat uit perfect geschilderde witte lijnen, voorbeeldig geplaatste verkeersborden en overdreven beleefde medeweggebruikers.

Maar we leven nu eenmaal in een wereld die wat ruig is rond de randjes, waar tijdelijke wegwerkzaamheden worden uitgevoerd en je mensen achter het stuur tegenkomt die vermoeid zijn en/of te kampen hebben met vlagen van totale verstandsverbijstering, wat betekent dat dit soort systemen vaak eerder afleidt dan helpt.

Als het aankomt op ruimte aan boord, zou je denken dat de als EV ontworpen Mercedes de BMW alle hoeken van zijn interieur laat zien. Maar er is voldoende (zij het niet overdreven veel) ruimte achter in de BMW i5, terwijl de Mercedes EQE weliswaar punten scoort qua schouderruimte, maar kleiner aanvoelt door de aflopende daklijn. De BMW heeft geen frunk (alleen wat leidingen en een ruimte waar niemand wat mee kan), maar de EQE ook niet, en op de een of andere manier is de bagageruimte van de BMW veel groter. Het feit dat je de BMW ook met brandstofmotoren kunt krijgen, levert dus geen enkel nadeel op. En dan hebben we nog geen meter gereden.

Hoe rijdt de BMW i5?

Voor een sportieve sedan voelt de i5 wat zwaar aan, maar hoe sneller je gaat, hoe leniger hij wordt. De besturing is precies, de controle over de carrosserie stevig en het onderstel komt over alsof er veel geld en aandacht aan besteed is. Hobbels en bobbels zijn voelbaar, maar leiden niet af, en er is een balans van kalmte. Het is een leuke auto om wat mee te spelen, al wordt het nooit echt opwindend.

De EQE is daarentegen veel limo-achtiger en minder accuraat. Hij lijkt hier en daar wat van zijn stuk te worden gebracht door onvolkomen-heden in het wegdek; de BMW smoort dat soort dingetjes, de Mercedes wil ze terugkoppen. En de Mercedes is gewoon niet een erg vermakelijke auto om te rijden – heerlijk om in rond te cruisen, maar voor het overige wat afstandelijk.

Van beide auto’s zijn er ook tweemotorige versies die vele malen sneller en minder conservatief zijn. De EQE 53 heeft 626 pk en 949 Nm (of zelfs 687 pk en 1.000 Nm met het AMG Dynamic Plus-pakket), waarmee hij in 3,5 of 3,3 seconden op 100 km/u zit. De BMW i5 M60 xDrive is heel erg níéteen elektrische M-auto, maar met 601 pk, 820 Nm en een 0-naar-100’je in 3,8 seconden kun je hem ook beslist geen sloompie noemen. Geen van die twee voelt ook maar in de verte aan als de minder potente versies die wij hier hebben, maar de intellectuele afstand tussen de snelle en de langzame(re) EQE is groter dan die tussen beide BMW’s.

De prijzen van de BMW i5 en Mercedes EQE

Nog ingewikkelder wordt het bij de specificaties, want beide gamma’s aan versies en uitvoeringen zitten nogal moeilijk in elkaar en de optielijsten zijn ellenlang. De i5 eDrive40 begint in Nederland bij iets meer dan 77k, de basis-EQE 300 bij een tikje meer dan 71k. Maar de versies zoals wij ze hebben getest, pakken iets anders uit.

Deze EQE kost flink wat meer (met onder meer een Premium Plus-pakket van 17 mille), maar ook BMW maakte onze test-i5 dik 21.000 euro duurder met allerlei opties en pakketten. Waarmee hij maar een mille of vijf onder de beginprijs van een M60 zit. Ons advies: hou het rustig met die opties, of vraag je af of je dan niet beter maar meteen voor het topmodel kunt gaan.

Waarom je beter voor de BMW kunt gaan

Maar als je de prijs voor deze auto’s binnen het redelijke kunt houden – voor zover het woord redelijk hier überhaupt van toepassing is – lijdt het geen twijfel dat de BMW de meer tevredenstellende auto is. Ja, hij is wat traditioneler, maar hij is ook effectiever. Hij mag dan geboren zijn op een ‘gecompromitteerd’, niet speciaal voor hem gemaakt onderstel, maar de manier waarop hij rijdt, stuurt, aanvoelt en zich laat bedienen maken hem tot een betere auto dan de EQE.

Daarnaast is hij sneller, laadt hij met een hogere gemiddelde snelheid en komt hij nauwelijks minder ver op een lading, hoewel hij een kleinere batterij heeft. Hij ziet er ook strakker uit, al is dat subjectief. Hoe dan ook, een overtuigende overwinning voor de i5. BMW mag dan niet de leider zijn qua innovatie, de uitvoering van hun idee is hier alsnog erg geslaagd.

Uitslag: BMW i5 vs Mercedes EQE

Winnaar: BMW i5 eDrive40 M Sport (16/20)
Zeer solide EV. Niet zo enerverend als een M60, maar biedt lol en efficiency. Oogt voor BMW’s doen vrij subtiel.

Tweede plaats: Mercedes EQE 300 AMG Line (12/20)
Keurig. Op sommige punten geweldig, stelt op andere dan weer enigszins teleur. Goed, maar nog niet top.

Specificaties van de BMW i5 eDrive40 M Sport (2024)

Motoren
1
Power
340 pk/250 kW, 400 Nm
Accu
84,4 kWh
Aandrijving
achterwielen, traploos
Prestaties
0-100 6,0 s
Topsnelheid
193 km/u
Verbruik
15,9 kWh/100 km
Actieradius
582 km
Laadtijd
24 min. bij 205 kW (80%)
Afmetingen
5.060 x 1.900 x 1.515 mm (l x b x h)
Wielbasis
2.995 mm
Gewicht
2.105kg
Bagage
490 l

Specificaties van de Mercedes EQE 300 AMG Line (2024)

Motoren
1
Power
245 pk/180 kW, 550 Nm
Accu
89 kWh
Aandrijving
achterwielen, traploos
Prestaties
0-100 7,3 s
Topsnelheid
210 km/u
Verbruik
16,5 kWh/100 km
Actieradius
622 km
Laadtijd
34 min. bij 170 kW (80%)
Afmetingen
4.946 x 1.961 x 1.510 mm (l x b x h)
Wielbasis
3.120 mm
Gewicht
2.330 kg
Bagage
430 l