Een enkele hyperexoot als Ferrari daargelaten is ­Citroën het laatste merk dat nog geen SUV in het gamma heeft. Heeft? Had. Want dit hier is de C5 Aircross, een SUV die zó SUV is, dat Citroën het niet kan laten hem in de persinformatie consequent ‘C5 Aircross SUV’ te noemen.

Terwijl het, zul je altijd zien bij beweringen die net iets te hard in je gezicht geschreeuwd worden, in feite natuurlijk weer helemaal geen SUV is. Het ding heeft, om maar wat te noemen, niet eens vierwielaandrijving. Ja, op de middentunnel prijkt een fraaie draaiknop met symbooltjes die een sneeuwvlokje en een cactus en een heel hobbelige ondergrond laten zien.

En daarmee een soort woest-stoere onverzettelijkheid doen vermoeden die in de bikkelharde praktijk van modder, zand of een kabbelend riviertje nog weleens bitter kon tegenvallen. Je past er namelijk hooguit de instellingen van het ESP een beetje mee aan, en daarmee ga je het echt niet redden als je onverhoopt op een kiezelstrandje terecht bent gekomen.

De Citroën C5 Aircross is mooi voor het oog

Maar goed, dat geldt voor pakweg 90 procent van de auto’s die zich zo hardnekkig als SUV etaleren. En voor de rest kruist de Citroën C5 Aircross mooi alle vakjes aan die mensen doorgaans over de SUV-streep trekken: een stoer uiterlijk, hoge zit en de belofte van veel ruimte. Om met dat eerste te beginnen: zeker van voren oogt de Citroën C5 Aircross lekker dik.

Zo’n beetje alle lijnen zijn horizontaal en extreem ver doorgetrokken, wat hem heel breed doet lijken. De smalle dagrijverlichting-­streepjes geven het front een tikje gemeenheid, terwijl de afwijkend gekleurde openingen in de onderste ­bumper juist het tegenovergestelde doen: bij de blauwe auto op de foto’s valt het nog mee, maar als je een witte neemt, zijn die openingen rood omrand, wat een bijna clownesk effect heeft.

De rest van het uiterlijk is ook eerder vriendelijk dan agressief; veel rondingen in plaats van de scherpe lijnen die veel concurrenten gebruiken om hun auto die ‘met mij valt niet te spotten’-mentaliteit mee te geven. Op de flanken zitten nog een soort Airbumps; je weet wel, die stootkussens die de originele C4 Cactus een geheel eigen karakter gaven.

Ze zijn meer dan iets anders een stilistische verwijzing (of een designtruc, wat jij wilt…), zeker door ook weer die contrasterende kleuren. Het is, laten we het aardig zeggen, weer eens iets anders. Net als die opvallende, C-vormige chroomstrip bij de achterste zijruiten.

Citroën C5: Het interieur

Het interieur is minder eigenzinnig dan we van Citroën (en zeker van dochter DS) gewend zijn. Sterker: dat van technische tweelingbroer Peugeot 3008 is vele malen aparter – én mooier, als je het ons vraagt. Dat komt waarschijnlijk omdat Citroën wat andere keuzes heeft gemaakt en je een euro nu eenmaal maar één keer kunt uitgeven – komen we zo nog op terug.

Dit binnenste heeft nog het meest weg van dat van de Fiat Panda; ze delen in ieder geval allebei een wonderlijke voorliefde voor de ‘rechthoek met afgeronde hoeken’. Zo’n beetje het hele interieur is er uit opgebouwd, tot het stuur aan toe. Alle meters zijn uiteraard digitaal, en op een centraal geplaatst touch­screen kun je alles bedienen wat er te bedienen valt.

Vormgeving en interface zijn natuurlijk weer net even anders dan anders, maar leiden niet tot al te grote verwarring. Ook de stoelen zijn een beetje apart. Waar de meeste fabrikanten kiezen voor vrij hard meubilair, zak je in deze fauteuils een beetje weg.

Een beetje memory foam-achtig. Waardoor de zittingen, die eerst wat kort lijken, toch voldoende steun aan je bovenbenen blijken te geven. Heel comfortabel. Waarmee we meteen zijn aangekomen bij het sleutelwoord van de C5 Aircross, hét onderscheidende element dat deze auto anders dan alle andere maakt.

Citroën C5 Aircross comfortabel?!

Comfort dus. En welbeschouwd is het redelijk bizar dat het überhaupt mogelijk is dat je met zo’n basisvoorwaarde voor een auto, in zo’n felbevochten segment van de markt, nog onderscheidend kúnt zijn. We zullen niet direct beweren dat alle andere SUV’s uitgesproken oncomfortabel zijn, maar bij geen van alle heeft het nadrukkelijk bovenaan het lijstje gestaan.

Ze leggen eerder de nadruk op de S en de U, en lijken daarmee te denken dat de gemiddelde SUV-rijder er vooral op zit te wachten als een mini-Max door het leven te kunnen, met zijn gemankeerde terreinauto. Ook hier biedt concern­genoot Peugeot het grootste contrast: zowel de 3008 als 5008 zijn uitgesproken stevig geveerd en gedempt.

Citroën denkt daar een tikje anders over. Inmiddels, moeten we daar met enige nadruk bij zeggen, want nog niet zo lang geleden meenden de Fransen bijvoorbeeld dat de DS 5 toch echt een heel sportieve auto moest zijn, en gaven hem een knalharde vering en demping mee. Nog altijd een van de grootste automobiele misvattingen van dit automillennium.

Maar goed, niet blijven hangen in het verleden: daar is men dus gelukkig geheel van teruggekomen. De C5 Aircross moest en zou de roemrijke tijden terugbrengen waarin het comfort van Citroën ongeëvenaard was: de vliegend-tapijttijden van de DS, CX, GS en wat al niet meer.

Fancy termen voor dempers

En daar hebben ze het volgende op gevonden: Progressive Hydraulic Cushions. Een hele mond vol voor een eigenlijk vrij simpele vondst die zijn oorsprong vindt (en dat klinkt bijna tegenstrijdig) in de rallysport – de C3 WRC heeft ze ook. Net als de C4 Cactus, inmiddels, en alle toekomstige Citroëns zullen ermee worden uitgerust.

Simpel gezegd zijn de bumpstops aan boven- en onderkant van de veer en schokdemper vervangen door extra hydraulische dempers, één voor de ingaande, één voor de uitgaande slag. Dat betekent niet alleen dat harde klappen beter worden opgevangen, maar vooral ook dat de normale veren en dempers ‘zachter’ kunnen zijn.

Leuk en aardig, maar werkt het wel?

Werkt het? Het werkt. Zo’n beetje elk wegdek wordt gladgestreken alsof het een verkreukeld overhemd betrof. De echt diepe kuilen zul je heus nog wel voelen, maar veel minder dan in welke andere SUV dan ook. De keerzijde van een softe afstelling, overhellen in bochten, blijft ook nog redelijk binnen de perken, al vraagt de C5 Aircross er door dat haast zweverige karakter eigenlijk nooit om eens stevig door een bocht gejakkerd te worden.

Hij kan het wel, maar waarom zou je, als je zo Zen bent? De keerzijde van die ophanging (en die stoelen, ook achter): ze kosten geld, en wil je je auto een beetje competitief geprijsd houden, dan zul je dus (bijvoorbeeld) je dashboard wat soberder moeten houden. ­Vandaar dus.

Het siert Citroën echter dat ze dat comfort-concept door de hele auto ­consequent hebben volgehouden. De besturing: licht en wat afstandelijk, maar precies. De achttraps automaat: zijdezacht en onmerkbaar. Het geluidsniveau: opmerkelijk laag.

De motor, in ons geval een 181 pk sterk benzinegeval (er is ook een even sterke diesel, en 130-pk versies van beide brandstoffen) doet zijn werk al even onopvallend en geruisloos. Het lijkt veel, 181 pk, maar ze zijn er vooral voor het gemak en de soepelheid. Nogmaals: dit is geen auto die je even goed gaat lopen uitknijpen.

De vorige C5 is niet meer

Citroën probeert met de C5 Aircross niet alleen mensen aan te spreken die uit de vorige C5 (die overigens geen vervolg zal krijgen), een hatchback of een ander merk SUV komen, maar ook mensen die voorheen het type auto hadden waar de Fransen destijds haast een patent op hadden: de MPV. Slim, want dat type auto mag dan volledig uit de gratie zijn, behoefte aan slim in te delen ruimte is er natuurlijk nog altijd.

Daarin voorziet de C5 Aircross dan ook ruimschoots. De achterbank is geen bank, maar bestaat uit drie even grote stoelen die onafhankelijk van elkaar kunnen schuiven (over een lengte van 15 centimeter) of neergeklapt kunnen worden. Je kunt ook de rugleuningen wat meer achterover zetten.

Dat levert een hoop flexibiliteit op. De bagageruimte is minimaal 580 liter groot (enorm); schuif de boel naar voren en dat wordt 720 liter (giga). Gooi alles plat en er kan zomaar 1.630 liter aan rommel mee (vind alles nog maar eens terug).

Waar voor je geld?

Ook voorin is aan alles gedacht wat de gemiddelde moderne mens belangrijk vindt. Er zijn massa’s opbergvakken en -vakjes, je kunt je telefoon draadloos opladen of via USB (achterin zit er ook een) en er is volop connectiviteit, bijvoorbeeld in de vorm van Apple CarPlay en Android Auto.

Daarnaast is de C5 Aircross natuurlijk volgehangen met een hele riedel aan elektronische veiligheidsassistenten, waaronder een filehulpje dat ervoor zorgt dat de auto automatisch weer gaat rijden (en meesturen) als de stilstaande auto voor je weer optrekt.

Laat je trouwens niet al te zeer misleiden door de prijs van onze testauto: wij hadden de duurste versie, maar er is er al een vanaf 30.550 euro (23.716 euro in België) en daar zit heus al een heleboel op.

Citroën zet met de C5 Aircross een auto neer die typisch is voor de waarden waar het merk inmiddels gelukkig weer voor staat. Dat je van comfort een unique selling point kunt maken is op zich natuurlijk vreemd, maar vooruit: als de rest nou juist dát zo laat liggen, en het zit toch al zo verweven in je eigen DNA, waarom dan niet?

Specificaties Citroën C5 Aircross PureTech 180 Shine


Motor
1.598 cc
viercilinder turbo
181 pk @ 5.500 tpm
250 Nm @ 1.650 tpm

Aandrijving
Voorwielen
8v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 8,2 s
top 216 km/u

Verbruik (gemiddeld)
5,9 l/100 km
129 g/km CO2 C Label

Afmetingen
4.500 x 1.860 x 1.689 mm
(l x b x h)
2.730 mm (wielbasis)
1.405 kg
53 l (benzine)
580 / 1.630 l (bagage)

Prijzen
€ 41.990 (NL)
€ 36.600 (B)

Vonnis:
Fabrikanten beweren soms dat ze een nieuw segment hebben uitgevonden. Meestal moeten we daar om lachen. Maar als Citroën hier de eerste CUV (‘Comfort Utility Vehicle’) had geclaimd, hadden ze nog recht van spreken gehad ook.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)