Auto’s die bedoeld zijn voor rijplezier en die bovendien 1 op 20 halen? Dat lijkt een illusie.
Je krijgt niets voor niets. Dat is een algemeen geaccepteerde stelregel die voor ons hele universum geldt, het is de grondregel van thermodynamica en waarschijnlijk zo onveranderlijk als de wetten van de natuur. Concreet en rationeel. Snelle auto’s vergen meer vermogen. Wil je dat een motor meer vermogen levert? Dan moet hij meer brandstof hebben. Simpel. Toch zijn er momenteel auto’s leverbaar die een aantrekkelijk compromis beloven. Auto’s als de Mini Cooper en Ford Fiesta 1.0 EcoBoost Black of Red Edition. Auto’s die rijden een pleziertje maken, en die je doen glimlachen als je een pomp voorbijrijdt omdat je nog niet hoeft te tanken.
Beide auto’s zijn eerst en vooral bestemd om rijplezier te bieden. Zo zijn ze beide in de markt gezet en beide hebben diverse voorzieningen die geënt zijn op sportiviteit; daarbij oogt de Fiesta vooral sportiever en biedt de Mini de mogelijkheid een sportstand te selecteren. En het is natuurlijk een Cooper, een sportieve variant die de naam van John Cooper mag dragen. Toch beloven beide modellen een verbruik van 4,5 liter per 100 kilometer tijdens die idioot exacte, gecombineerde cyclus die de Europese Unie heeft bedacht. Dat kan natuurlijk niet waar zijn: dikke pret tegenover de soberheid van schraalhans.
Daarom gaan we uitzoeken of deze auto’s werkelijk de wetten van ons universum op hun kop gaan zetten en fysici te kijk gaan zetten.
Ze lijken erg veel op elkaar, dus let even goed op. Beide hebben drie cilinders met drukinlaat door middel van een kleine turbo, hoewel de motor van de Fiesta een bescheiden inhoud van net geen liter heeft en die van de Mini juist een gigantische inhoud van anderhalve liter. Ze leveren een vergelijkbaar vermogen, waarbij de Fiesta met 140 pk iets verder reikt dan de Mini met 136, terwijl het koppel van de Mini juist hoger is (220 tegenover 210 Nm). Ook bij verbruik en uitstoot zijn de verschillen te verwaarlozen: beide halen 4,5 l/100 km, de Mini stoot 105 g/km CO2 uit, de EcoBoost van de Fiesta 104 g/km CO2.
Beide hebben voorwielaandrijving, handgeschakelde versnellingsbakken – waarbij de Fiesta het moet stellen met een vijfbak, terwijl de Mini er zes heeft. Wel is de Fiesta iets trager, de acceleratie van stilstand naar 100 km/u vergt 9,0 seconden, waar de Mini dat in 7,9 seconden doet. Ook de top is met 201 km/u bij de Fiesta iets lager dan de 210 km/u van de Mini Cooper. De Mini is ook iets zwaarder: 1.060 kilo tegenover de luttele 991 van de vlieggewicht Fiesta. We realiseren ons dat je niet warm of koud wordt van deze opsomming. Maak je geen zorgen, over beide auto’s is meer te vertellen dan deze droge cijferbrij.
Neem de Fiesta. Dat is eigenlijk een light-versie van de ST. Het onderstel is vrijwel identiek aan die versie, anderhalve centimeter verlaagd, en met stuggere vering en dempers. De torsieas achter is eveneens verstevigd, bovendien is de besturing aangepast om iets meer gevoel en precisie te bieden. De velgen zijn standaard 17 inch lichtmetaal met fatsoenlijke banden in de maat 205/40 en het uiterlijk is opgetuigd met alle gebruikelijke elementen van een hete hatch. Dat is allemaal prima, zeker wanneer je bedenkt dat hij anderhalve liter per 100 kilometer minder verbruikt dan de dikke ST met 182 pk, en dan heeft ie bovendien een a-label, dus dat scheelt in de bijtelling.
De Mini is de meest recente variatie op het succesnummer, geheel vernieuwd en voorzien van multi-link achterwielophanging met meerdere draagarmen per wiel die geavanceerder en duurder is dan de enkele as van de Fiesta, en bovendien een groter spoorbreedte heeft. Ook de Mini staat op 17 inch lichtmetaal met banden van het formaat 205, al ziet ie er wel wat meer gerijpt – of volwassener – uit naast de Fiesta.
'In een reeks opeenvolgende bochten is er tussen beide auto’s weinig verschil in snelheid merkbaar'
Dit exemplaar is voorzien van elektronisch geregelde demping waardoor je kunt kiezen uit drie standen: Sport, Normaal of Groen. Wel moet worden gezegd dat de aanschafprijs al snel de pan uitrijst zodra je begint te winkelen in de lijst met opties. Theoretisch heb je in Nederland al een Mini Cooper voor 21.495 euro – in België voor 20.050 euro, maar die van ons zit al op een onwaarschijnlijk bedrag van dik 35.000 euro, en dan biedt de Fiesta als Ecoboost Red/Black Edition met z’n 18.865 euro in Nederland en 19.100 euro in België wel erg veel waar voor je geld. Houd je in met die opties, raden we aan. We eten onze schoenen op wanneer we een Mini Cooper aantreffen die werkelijk voor net boven de 20.000 euro is gekocht.
Genoeg over de specificaties, want deze twee moeten goed rijden om aan de verwachtingen te voldoen. Het spijt ons dat we de uitkomst van dit verhaal alvast moeten verklappen, maar beide rijden voortreffelijk. Ze slaan aan met dat vreemde, ongebruikelijke roffeltje dat motoren met oneven cilinderaantallen typeert en klinken allebei heerlijk. De roffels van deze twee auto’s lijken vaag op het geluid van een boxermotor door een omgevingsgeluiddempende koptelefoon. In de Fiesta zit je te hoog en rechtop in vergelijking met de lage zitpositie in de Mini en het zwarte, met knopjes overladen interieur steekt wat schril af bij het zelfbewuste design van dat van de Mini.
De Ford lijkt, wat je ook met ‘m wil proberen, tot alles in staat, zo ongeveer als de krachtiger ST dat is. Hij is niet uitzonderlijk snel, maar het kleine driecilindertje pakt al bij lagere toerentallen dan je zou verwachten keurig op en stuurt de Fiesta daarmee met een flinke dosis enthousiasme de weg op. De remmen zijn krachtig, en alhoewel de achterkant lekker grillig reageert wanneer je voor de bocht hard remt, heeft ie niet te veel duikneiging. En het onderstel is uitzonderlijk goed in balans. Van hobbels trekt ie zich weinig aan (tenzij je die in een bocht op één achterwiel neemt), de besturing is accuraat en eenvoudig, en al snel zul je ontdekken dat je de Fiesta met steeds hogere snelheden de bochten in jaagt om ‘m te grazen te nemen.
Nee, er is geen sprake van een overdaad aan turbokoppel om je uit de bocht te laten accelereren (beide auto’s hebben daar van de derde naar de vierde versnelling last van), maar dat zorgt er tegelijkertijd voor dat de banden in scherpere bochten altijd grip houden, hoeveel gas je ook geeft. Je gaat dus harder door iets beter na te denken. De koppeling werkt licht, de versnellingsbak is goed, en je kunt zelfs beginnend overstuur oproepen en – net als in de ST – de achterkant laten uitbreken. Dan rijd je weliswaar twintig kilometer minder hard dan in de ST, maar je kunt er net zo veel plezier aan beleven.
De Mini lijkt hier in veel opzichten op, al voelt alles beter doordacht aan. In de Fiesta is het van huis uit fatsoenlijke onderstel iets aangepast voor meer gevoel, dat van de Mini voelt geavanceerder aan. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de versnellingsbak die robuuster en strak aanvoelt, zeker met de – doorgaans overbodige – functie die het toerental vasthoudt. Ook de achterwielophanging strijkt hobbels beter vlak dan die van de Fiesta. Dat wil zeker niet zeggen dat hij zich niet leent voor een verzetje; smijt de Mini een bocht in, dan gaat ie schuiven. De motor heeft net zo veel pit als die van de Fiesta en roffelt gewillig door het gehele toerenbereik. In een sprint voelt ie wat sneller aan, maar in een reeks opeenvolgende bochten is er tussen beide auto’s weinig verschil merkbaar. Het zijn auto’s die een grote grijns op je gezicht weten te toveren en ze doen dat zonder je doodsangst op het lijf te jagen. Al met al zouden we waarschijnlijk kiezen voor de Mini, al was het maar vanwege de prettigere zitpositie en het fraaiere interieur. Maar veel maakt het niet uit.
Toch is er een probleem met beide auto’s, en dat is een groot probleem. In stadsverkeer en op ‘sportief’ gereden trajecten kwam geen van beide verder dan 8 l/100 km, stijgend naar waarden als 11,6 l/100 km voor de Mini en 11,4 l/100 km voor de Ford. Op langere trajecten met een gemiddelde van net boven de 100 km/u schopte de Mini het tot 5,7 l/100 km en de Ford tot 6 l/100 km, waarbij de Mini profiteert van de zesde versnelling en circa 800 tpm minder draait dan de motor in de Fiesta. Daarom stellen we vast dat de wetten van ons universum nog onverkort van toepassing zijn: om de beloofde verbruikscijfers te halen moet je als bestuurder over een Zen-achtige rust te beschikken. Toegegeven, zelfs als deze twee auto’s de wereld niet op z’n kop zetten, ze maken hem in elk geval wel iets gelukkiger. Je krijgt weliswaar niets voor niets, maar best veel voor weinig.
Ford Fiesta 1.0 Ecoboost Red/Black Edition 3-deurs
Motor
998 cc
driecilinder turbo
140 pk / 210 Nm
Aandrijving
voorwielen
5v handbak
Prestaties
0-100 km/u in 9,0 s
top 201 km/u
Verbruik (gemiddeld)
4,5 l/100 km
104 g/km CO2
A-label
Gewicht
991 kg
Prijzen
NL € 18.865
BE € 19.100
Mini Cooper 3-deurs
Motor
1.499 cc
driecilinder turbo
136 pk / 220 Nm
Aandrijving
voorwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u in 7,9 s
top 210 km/u
Verbruik (gemiddeld)
4,5 l/100 km
105 g/km CO2
A-label
Gewicht
1.060 kg
Prijzen
NL € 21.495
BE € 20.050
Reacties