Het is zo ver: we mogen in Europa eindelijk kennismaken met Fords nieuwste speler in de middenklasse, de vierde generatie Mondeo. Lopen we er net zo warm voor als drie jaar geleden, toen ie werd aangekondigd?
Als je de afgelopen jaren in de Verenigde Staten bent geweest, heb je ‘m al in volle glorie op straat kunnen bewonderen: de Ford Fusion, nagenoeg identiek aan de nieuwe Europese Mondeo. De twee werden tegelijk gepresenteerd op de autoshow van Detroit in januari 2012, maar één verdween vervolgens weer achter het doek. Om er pas nu weer achter vandaan te komen.
Het is behoorlijk zonde: met veel bombarie een nieuw model tonen met een schitterend uiterlijk en toonaangevende techniek, en dan wachten om het op de markt te brengen tot het momentum dat je hebt opgebouwd nagenoeg is weggeëbd en geïnteresseerden hun volgende leaseauto alweer ergens anders hebben gehaald. Natuurlijk koos Ford niet vrijwillig voor deze gang van zaken.
De productie van de nieuwe Mondeo voor ons continent was jaren geleden al toegewezen aan Fords fabriek in het Limburgse Genk, maar met het instorten van de Europese automarkt zag het merk zich genoodzaakt om die locatie te sluiten. Terwijl ze met de nodige repercussies hiervan te maken kregen, verplaatsten ze de gehele productielijn naar hun Spaanse fabriek, waar de faciliteiten moesten worden voorbereid en het personeel moest worden getraind. De extra tijd was hard nodig. Mocht je je afvragen waarom ze in de tussentijd niet alvast wat aangepaste Fusions deze kant op konden sturen: los van dat zoiets meer voeten in de aarde heeft dan je wellicht zou denken, waren die auto’s simpelweg niet beschikbaar. De Fusion is in Amerika zo populair dat Ford daar juist capaciteit in een tweede fabriek moest vrijmaken om de vraag bij te kunnen benen.
Nu de Europese productie op de rails staat en de Mondeo daadwerkelijk bij de dealers is beland, dringt zich een vraag op: kan een auto die in feite uit 2012 stamt de strijd nog wel aan met nieuwere concurrenten, zoals de kakelverse Volkswagen Passat?
Eerste indrukken zijn het belangrijkst, zeggen ze wel eens, en op dat vlak zit de Mondeo gebakken. Als in een tenenkrommende romantische film zien we ‘m in de verte al staan, dartelen we eropaf en staren we ‘m verliefd in z’n snufferd. De vorm van de middenklasse sedan is in de regel een van de saaiste die je maar kunt bedenken, maar Ford heeft het voor elkaar gekregen om de Mondeo er uit te laten zien als een sportwagen die een beetje tot bedaren is gekomen. Ja, we weten het: de grille lijkt op die van een Aston Martin, en dat helpt. Maar kijk ook eens verder dan z’n neus lang is. De priemende koplampen, die extra opvallen door de richtingaanwijzers die ‘vollopen’ (nee, dat is geen uitvinding van Audi – Ford had het vijftig jaar geleden al). De krachtige, sprekende lijnen die naar achter schieten, de daklijn die subtiel terug omhoog buigt op het achtersteven; het ziet er allemaal erg fraai uit. Voeg er een leuke kleur en forse velgen aan toe en je hebt een auto waarmee je letterlijk overal een goed figuur slaat.
Wat betreft looks is de Mondeo dus bij voorbaat al een winnaar. Een van z’n andere troeven zou de hoeveelheid technologische speeltjes moeten zijn: adaptieve led-verlichting, adaptieve cruisecontrole, voetgangersherkenning, parkeerassistentie, dat soort zaken. Een tijdje terug was dit best een indrukwekkende lijst, maar inmiddels heeft de concurrentie het ook en is dat speerpuntje dus verdwenen.
Toch vinden we nog wel een paar opvallende innovaties op de Mondeo. Zo is er een massagestoel die niet alleen je rug, maar ook je achterste masseert. We hebben het niet geprobeerd (het wordt pas later leverbaar), maar het zal langere ritten ongetwijfeld aangenamer maken. Ook uniek zijn de opblaasbare gordels achterin (een optie van 200 euro) die zich bij een crash in 40 milliseconden vullen met gas en uitzetten als ballonnen. Ze verdelen de krachten over een vijf keer groter oppervlak dan gewone gordels en verkleinen zo de kans op verwondingen aanzienlijk. Ook dit hebben we maar niet geprobeerd.
'Wat iedere fabrikant wel zou willen – een natuurlijke balans vinden tussen twee lastig te verenigen uitersten – heeft Ford met de Mondeo voor elkaar'
Ten opzichte van zijn inmiddels toch echt wel bejaarde voorganger zet de nieuwe Mondeo behoorlijke stappen. Hij is zo’n 25 kilo lichter geworden, maar dat vertelt maar het halve verhaal: zo is de kale carrosserie maar liefst 115 kilo lichter door slimme constructies met extra sterk staal en een magnesium achterklep. Ook is ie 10 procent stijver. Hij zit riant in z’n kubieke decimeters lucht, met een bagageruimte waarin je hondenrennen kunt houden en een achterbank met meer bewegingsvrijheid dan een budgethotel. De achterwielophanging is van een integraal multi-link-type, goed voor beter wegcontact en tevens voor een bak minder herrie bij hobbels. Het verschil op slecht wegdek bedraagt voor de achterste inzittenden maar liefst 3 decibel en dat is ongeveer, tja, heel veel.
Sowieso heeft Ford veel aandacht besteed aan dit soort verfijningen: geluiden van wind en banden zijn ver naar de achtergrond verdrongen. Het draagt bij aan de algehele kwaliteitsbeleving in het interieur, die op een aardig hoog plan ligt. Het dashboard oogt opgeruimd – dat is bij Ford wel eens anders geweest – en is opgebouwd rond Sync 2, het 8 inch infotainmentscherm waarop je zo’n beetje alles kunt bedienen. Of je kunt ertegen praten, zo schijnt het. Tijdens onze rit zijn we zelf te druk met grinniken om de manier waarop het de straatnamen probeert uit te spreken in de Spaanse dorpen waar we doorheen rijden. Op de buitenwegen hebben we er al helemaal geen tijd om ons met Sync 2 bezig te houden.
We zitten in een vijfdeurs hatchback 2.0 TDCi met 180 pk en een handgeschakelde zesbak. Wil je een diesel-Mondeo met zo veel mogelijk power en heb je toch geen zin om meer dan 20 procent bijtelling af te tikken, dan is dit de versie die je moet hebben. En anders misschien ook wel. De motor laat zich gretig opjutten, is krachtig als een beer en weet de gang er toch op een vloeiende en beschaafde manier in te krijgen. Daarbij houdt ie zich gepast stil. Af en toe overrompelt hij de voorwielen een beetje, vooral bij het uit-accelereren van bochten, waarbij het hete en gladde Spaanse asfalt niet echt helpt in de strijd tegen onderstuur. Maar eerlijk gezegd: bij de snelheid waarmee we de Mondeo over deze wegen mikken, hadden andere auto’s het allang opgegeven.
Het heerlijke onderstel is het kroonjuweel op (onder?) een verder toch al erg geslaagde auto. Het is ontzettend Ford; in die zin dat het straf is afgesteld, met ferme demping en wat ingebouwde speelsheid, en toch bijzonder lief is voor je rug op drempels en richels. Het draagt exact uit wat de vlotte doch chique uitstraling van de Mondeo belooft. Wat iedere fabrikant wel zou willen – een natuurlijke balans vinden tussen twee lastig te verenigen uitersten – heeft Ford hiermee voor elkaar.
Niet alles is overigens een groot juichfeest in de Mondeo: zo laat de besturing, toch ook geen onbelangrijk element in de rijbeleving, wat te wensen over. Ford heeft het systeem, dat uiteraard elektrisch bekrachtigd is, volgehangen met technieken als Active Nibble Compensation (tegen trillingen), Pull-Drift Compensation (tegen spoorvorming) en Torque Steer Compensation (tegen wild in het rond slaan van het stuur bij acceleratie). Het gevolg is een gevoelsmatig dikke, rubber laag tussen je handen en de voorwielen. Een korte ratio en bijbehorende directe respons kunnen niet verhullen dat er een hoop feedback voor je wordt achtergehouden. Niet echt een punt in de file op de A4, maar hier in de bergen valt het ons op en valt het uit de toon.
Het is een dof detail aan een verder ontzettend fijne machine. Ford zet groot in met de Mondeo en levert ‘m meteen in talloze versies: in de hatchback en Wagon zijn in eerste instantie zes motoren beschikbaar, van de uit de nieuwe Focus bekende 1.5 EcoBoost met 160 pk tot een 1.6 diesel met 115 pk (94 g/km CO2) en de door ons gereden 2.0 TDCi met naar keuze 150 of 180 pk. Er volgt nog een zuinige instapper met de 1.0 EcoBoost driecilinder (125 pk) en een opperdiesel met twee turbo’s en 210 pk. Ook is er – alleen als vierdeurs sedan – een benzinehybride te krijgen, maar met een CO2-uitstoot van 99 g/km komt deze niet verder dan 20 procent bijtelling, iets waarmee hij de nieuwe Volkswagen Passat GTE geen slapeloze nachten zal bezorgen. De Nederlandse prijzen beginnen bij 28.895 euro voor de 1.0 EcoBoost en 29.495 euro voor de 1.6 TDCi; in België vraagt men respectievelijk 26.200 euro en 28.450 euro.
We hebben lang op ‘m moeten wachten. Zo lang dat ons verwachtingspatroon zich wel eens onrealistisch had kunnen oppompen in de aanloop naar wat zich al generaties lang de best rijdende auto van de middenklasse mag noemen. We zijn blij te kunnen melden dat Fords nieuwste niet alleen een mooi snoetje heeft, maar dit ook kan onderbouwen met techniek en rijeigenschappen die het totaalplaatje vormen waar we op hoopten. De Mondeo is terug.
Ford Mondeo 2.0 TDCi 180 pk Titanium 5-deurs
15/20
Motor
1.997 cc
viercilinder turbo
180 pk / 400 Nm
Aandrijving
voorwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u in 8,4 s
top 225 km/u
Verbruik (gemiddeld)
4,1 l/100 km
107 g/km CO2
A-label
Afmetingen
4.871 x 1.852 x 1.482 mm (l x b x h)
2.850 mm (wielbasis)
1.584 kg
62 l (diesel)
541 / 1.437 l (bagage)
Prijzen
NL € 36.295 (20%)
BE € 31.200
Het vonnis
We weten niet of je ‘m nog echt ‘nieuw’ kunt noemen, maar deze Mondeo eist z’n plekje in de markt hoe dan ook op. Hij is mooi, uitgekiend en rijdt geweldig: precies wat je zoekt in een flinke Ford
Reacties