Bloodhound is hard op weg om het landsnelheidsrecord te breken. Deze stunt vindt plaats in de Zuid-Afrikaanse Hakskeen Pan. TopGear ging mee om de communicatieapparatuur op te zetten met behulp van een Jaguar F-type AWD. En een vliegtuig.

Het is geen zoutvlakte, maar een alkalische pan. Een dunne korst van mineralen, modder, klei en andere sedimenten neergelegd door een geologisch proces. Tienduizenden jaren lang hebben onregelmatige overstromingen, het neerslaan van zouten en de verdampende werking van de zon harde, microscopisch dunne grondlagen op elkaar doen ontstaan. Het resultaat is zo hard dat het oppervlak tegen enorme druk bestand is. Als manier om wegen te bouwen is deze methode echter hopeloos.

Daarom is het grappig dat een plek als deze – waar conventionele, door mensen gemeten tijd zo weinig betekenis heeft en waar de seconden lijken te worden uitgerekt en platgedrukt door de verpletterende hitte – binnenkort als gastheer optreedt van een van ‘s werelds snelste evenementen ooit.

Dit is Hakskeen Pan in de Noordkaap in Zuid-Afrika. De dichtstbijzijnde stad die zo groot is dat er een dokter zit, ligt zo’n 230 kilometer verderop. Althans, dat was zo. Deze hoek ver linksboven in Zuid-Afrika – volgende halte: Namibië – biedt tijdelijk ook dit soort diensten. Er zijn communicatiemasten verrezen, scholen zijn verbeterd, waterpijpen aangelegd en Rietfontein heeft nu zelfs een verpleegster. Allemaal te danken aan Bloodhound.

Net als veel andere dingen die hier de afgelopen tijd gebeurd zijn. De werkloosheid schommelde voor de komst van de recordpoging zo rond de 95 procent, totdat ongeveer 400 mensen werk kregen aangeboden om iedere steen, rots, onkruid, imperfectie en ja, ook meteoriet, uit de Pan te verwijderen. In totaal zou 15,8 ton aan materiaal van de vlakte zijn verwijderd. Met de hand. We zien het voor ons, een hele menigte gewapend met stoffer en blik, die de 24 miljoen vierkante meter vrijmaakt van ongewenst materiaal. Ze zijn er meer dan drie jaar mee bezig geweest.

Dankzij een team van Britse recordbrekers zijn de mensen in Hakskeen, waaronder wij, in beweging. We proberen met een vaartje van 80 km/u in deze dorre vlakte te verdwalen.

Dat lijkt moeilijk in een grote, open vlakte, maar is het niet, omdat overal waar we kijken de lucht vertroebeld wordt door opstijgende warme lucht. We moeten dan ook op de navigatie vertrouwen om ons te vertellen in welke richting we bewegen. Dit is een angstaanjagend landschap: ruig, stil, geduldig en zwaar van de hitte. Als je een portier opent, verdwijnt een halfuur hard werken van de airco in één ademtocht uit de auto.

Het enige dat we willen, is een plek vinden waar we een donut kunnen draaien. Jazeker, op een zo oude plek als deze, een vlakte gevormd door tijd, de stroom van water en schoongemaakt met de hand, laat TopGear zijn hart spreken. Daar is een reden voor. De auto waar we het over hebben, is de nieuwe Jaguar F-type R AWD en er zijn niet veel betere plaatsen op de wereld om z’n vierwielaandrijving te testen dan een droge woestijn met een gruizige, vlakke ondergrond waar het enige dat we kunnen raken een traag bewegende fotograaf is.

Een plek vinden waar we de Jaguar, na het uitzetten van de tractiecontrole, de vrije teugels kunnen geven, is niet zo eenvoudig als je zou denken. Als we het oppervlak vernielen, maken we millennia van het mooie werk van moeder natuur ongedaan. De recordpoging vindt plaats over een strook van 22 kilometer lang en 500 meter breed. Daarnaast liggen twee stroken van 300 meter breed die dienen voor ondersteunende voertuigen, de zogenoemde veiligheidszone. Maar als de Bloodhound los gaat, halen die strookjes van 300 meter natuurlijk weinig uit. Sterker: bij 1.600 km/u is de hele 22 kilometer lange baan niet eens lang te noemen. Ongeveer 90 seconden van het moment dat de wielen gaan rollen tot ze stoppen, als de berekeningen kloppen. Anderhalve minuut voor 22 kilometer.

‘Richard Noble biedt beleefd aan om de F-type met een snelheid van 230 km/u recht op het vliegtuig af te rijden’

Ten noorden van het oude pad dat Hakskeen in tweeën deelde en iets richting het oosten, vinden we het beloofde land – het is ongeveer negen miljoen vierkante meter groot, dus we hebben wat ruimte om te spelen. De F-type R is herkenbaar aan de grotere powerdome op de motorkap en ook de luchtinlaten aan de zijkanten zijn kennelijk nieuw. De meest opvallende verandering is de toevoeging van een (nu met stof bedekt) AWD-embleem op de romp van de Jaguar.

Dit jaar springt het aanbod F-types van zes naar veertien versies en naast 4WD-uitvoeringen komt de oude vertrouwde pook waarvan we dachten dat hij al verdwenen was – de pook voor de handbak – ook weer beschikbaar. Dit exemplaar is echter uitgerust met een achttraps automaat die overweg moet zien te kunnen met de 550 pk en 680 Nm van de V8 met compressor. Nu kunnen die krachten, in plaats van uitsluitend naar de achteras, echter ook worden verdeeld over de voorwielen. Als je dan de bewakingselektronica uitschakelt, raakt de fotograaf bedolven onder stof en zand.

Daarvoor, in de fractie van een seconde nadat je het gas vloert, voel je dat de kracht in de achteras wordt opgebouwd. Voordat dit echter enig effect sorteert, op een kleine herverdeling van het gewicht richting de achteras na, komt de vooras al in het geweer waardoor de auto zich stabiliseert. Als het nodig is, kan alle (100 procent dus) aandrijfkracht zich naar de voor- of achteras verplaatsen. Op een oppervlak zoals dit zet de Jaguar een vierwieldrift in. IJdel vraag ik me af hoe lang ik de F-type R deze rondjes moet laten draaien voordat ik mijn eigen stoftornado heb opgewekt. Slechts enkele seconden, zo blijkt een moment later. Daarna neemt het zicht ernstig af, gaat de fotograaf sputteren en komen we erachter dat zelfs vele eeuwen zorgvuldig opgebouwde lagen de graafmogelijkheden van een boze Jaguar niet kunnen weerstaan.

Maar het punt is gemaakt. Zelfs met de stabiliteitssystemen gedeactiveerd, is de Jaguar nu veel makkelijker te controleren. Met dat als verworvenheid van een middag spelen, rijden we terug naar de basis – een stel gele, op elkaar gestapelde scheepscontainers die tot mediacentrum zijn omgebouwd en worden gevoed door een enorme dieselgenerator. Terwijl we hier met de Jaguar klooien, moet de firma Bloodhound echt aan de bak.

Dit is een communicatietest. Helemaal aan het andere eind staat een straaljager. Het is een L-39 Albatros, een trainingsvliegtuig uit het voormalige Oostblok. Het toestel is hier om zo snel en zo laag mogelijk over de pan te vliegen. Op deze manier kunnen de techneuten de sterkte van de 3G- en 4G-signalen van de pas neergezette masten testen, evenals de mogelijkheid om live video-opnamen te ontvangen van een object dat heel snel voorbij komt en daarvan dan meteen real-time de opnamen over de gehele wereld moet uitzenden. Het is de bedoeling dat het vliegtuig zo’n 800 km/u haalt op een hoogte van een kleine zeven meter. Dat moet het bekijken waard zijn.

‘De druk en de schokgolven op hoge snelheid laten het oppervlak scheuren en de Jaguar wordt onrustig’

In de passagiersstoel van de Albatros zit Sarah Covell; hoofd IT van Bloodhound. Ik neem aan dat zij omringd is door meetapparatuur, apparaten die piepen en knipperende leds, maar de hele test wordt gedaan met een standaard breedband snelheidstest-app op haar telefoon. Hmm.

Om het snelheidsverschil te verhogen (en de piloot een bewegend doel te geven) heeft Richard Noble beleefd aangeboden om de F-type met een snelheid van 230 km/u recht op het vliegtuig af te rijden. Ik had daar ook aan gedacht, maar het idee zelf meteen afgeschoten als zo volslagen krankzinnig dat ik er nooit toestemming voor zou krijgen.

We krijgen toestemming. Alsof dat al niet gek genoeg is, plannen de durfals ook nog eens dat de exercitie plaats moet vinden binnen vijftien meter van iedereen die buiten op de Pan staat. Bovendien wordt het geheel gefilmd door een helikopter die recht boven de elkaar passerende voertuigen zweeft. Ik ben niet – als regel – bang aangelegd, maar ik geef toe dat ik tijdens die eerste run een paar stappen naar achteren deed.

Het is een publiciteitsstunt en wel een verdomd vette. Eén die Bloodhound met Jaguar verbindt, een verhaal vertelt, een resultaat oplevert (20 Mb per seconde downloadsnelheid overal in de Pan) en bovendien de visuele impact heeft om door televisiecrews opgepikt te worden en de volgende dag de voorpagina van diverse Zuid-Afrikaanse kranten te halen.

Na alle hectiek loopt de Pan leeg en zijn we alleen met de Jaguar. Ik wil zien wat er aan het einde is, dus we stappen in en geven gas richting de horizon. Wat is mijn referentie? Er is hier niets. De omgeving knoeit met mijn ruimtelijk gevoel. Grote hopen steen kunnen juist klein zijn, en andersom. De laatste kilometerpaal lijkt in de achteruitkijkspiegel slechts 100 meter achter ons als we ineens al langs de volgende rijden. De opdwarrelende hete lucht lijkt het perspectief in de maling te nemen en knoeit met scherpte. Hoe gaat Andy Green hiermee om? Waarschijnlijk goed, dankzij z’n historie als getraind straaljagerpiloot, terwijl ik een makkelijk in de war te brengen leek ben.

We springen van kilometerpaal naar kilometerpaal, reddingssloepen in de woestijn, de enige referentiepunten waaraan we ons kunnen vasthouden. Dan bij 17 kilometer, net nadat ik een klein, bladerig bosje in het midden van de Pan heb ontdekt, stoppen ze. We rijden door, nog voorzichtiger. Herinner je je dat stuk in The Truman Show, waar Jim Carrey’s kleine boot tegen een onzichtbaar einde van zijn wereld aanbotst? Ik zweer dat dat is wat ook ons staat te gebeuren. Dus in plaats van in deze lege vlakte hard te rijden, trap ik het gas steeds minder diep in, bang om nog op mijn ogen te vertrouwen en in de hoop dat de wielen van de Jaguar meer relevante, wel betrouwbare informatie doorgeven.

Dan doemt een hek op. Ik stap uit en kijk of het niet opnieuw een hallucinatie is. Dat is het niet. Het leidt ons naar een al even mysterieuze poort. Het is allemaal raar en ik ontdek ineens een brandend verlangen om gewoon weer bij de gele containers te zijn. Ik besluit zo snel mogelijk terug te rijden, maar bij 200 km/u laat mijn lef me in de steek. Het leek erop alsof de grond onder de auto aan het smelten was. De druk en de schokgolven op hoge snelheid laten het oppervlak scheuren en de auto wordt onrustig. Ik ben dankbaar voor de extra stabiliteit die de vierwielaandrijving biedt, maar voel me ongemakkelijk als ik me de krachten voorstel die twaalf ton aan machine op supersonische snelheid in deze desolate omgeving teweeg gaat brengen.

Het maakt me zo enorm in de war, deze compressie en expansie van afstand samen met de dwarrelende lucht en de eindeloze leegte, dat ik een shot zwarte tweebaans achtergrond nodig heb.

We verruilen het zanderige niemandsland dus even voor een rit over een vaste, vertrouwde ondergrond. Stoppen doen we pas in Johannes­burg, 1.100 kilometer verderop. Dit was misschien wat extreem. Onderweg rijden we de route van Rode Duin door de zuidelijke Kalahari, bezoeken de Namibische grens (waar hilariteit onder zijn collega’s ontstaat als de dienstdoende grenswacht in de bestuurdersstoel van de Jaguar valt), trekken langs andere alkalische pannen – waaronder Koopan en de prachtig genaamde Potsepan – en ontdekken warempel echte bochten op weg naar het Kgalagadi-natuurreservaat.

Onderweg leer ik dat de klauwen van de F-type door de vierwielaandrijving getrimd zijn. Hij is nog steeds gemeen, maar door het extra gewicht en de wrijvingsverliezen in de aandrijflijn is de acceleratie in het hogere toerengebied niet zo overrompelend als ie was. Bovendien gedraagt de voorkant zich in bochten nauwkeuriger; die heeft het nu drukker en introduceert een soort balans in het geheel. De input van de besturing is minder vervuild en er is zelfs een groter gevoel van verbondenheid met de weg. We menen zelfs een lager zwaartepunt te bespeuren.

Ik bewonderde Jaguar voor het maken van de hot-rod die de F-type is, maar dit is de versie die ik zou willen hebben, vooral in Nederland. Het lijkt erop dat bijna iedereen in Zuid-Afrika op televisie de Jaguar en de straaljager elkaars paden heeft zien kruisen waardoor onze auto overal waar we gaan als een beroemdheid wordt bejegend. Dat moet wel een goed voorteken zijn, omdat hij later dit jaar opnieuw in Hakskeen verschijnt; dan voorzien van een eerste-hulppakket en met de taak om een raket-aangedreven projectiel te achtervolgen tijdens zijn poging het landsnelheidsrecord te verbreken in een woestijn. Sorry alkalische pan.

Jaguar F-type R AWD

Motor
5.000 cc
V8 supercharged
550 pk / 680 Nm

Aandrijving
vier wielen
8v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 4,1 s
top 298 km/u

Verbruik (gemiddeld)
9,4 l/100 km
269 g/km CO2

Gewicht
1.730 kg

Prijzen
NL € 166.050
BE € 114.870

Reacties