Voordat we verder ingaan op deze Lexus LC 500 Convertible, eerst even wat achtergrond. Want het zijn voor petrolheads verwarrende en wellicht zelfs boosmakende tijden. Mogen we nou helemaal niks meer in dit land, werelddeel of zelfs op deze planeet? Is alles wat ook maar in de verte te maken heeft met benzine, pure mechanica of het genot van het horen van waar je mee bezig bent, taboe geworden? Wordt echt álles opgeslokt door de oorverdovende stilte van elektriciteit?
Nou, ja. En nee. Ja, omdat elektriciteit nu eenmaal de toekomst is, of je het nou leuk vindt of niet. We zullen er allemaal aan moeten geloven, wat (maar goed, depressief was je toch al…) een morbide analogie heeft met doodgaan. Ho: nog even niet van een brug springen, we hebben ook goed nieuws – komen we zo op.
De toekomst is waterstof, volgens Toyota
Eén van de merken die al een jaar of zesduizend bezig is de autowereld te elektrificeren, is Toyota. Nou doen ze dat op een wat andere manier dan zo’n beetje de hele rest, want ze geloven niet in elektrische auto’s. Tegenstrijdig? Nogal, maar dat is omdat ze EV’s zien als een tussenstap die ze liever niet nemen.
Toyota ziet alleen échte toekomst in de waterstofauto, en daar zijn ze zó van overtuigd dat ze zelfs het kip/ei-verhaal (wat was er eerst, de auto of het tanknetwerk?) hebben doorbroken en er al een paar jaar een hebben rondrijden, die je gewoon bij de Toyota-dealer kunt kopen. Precies: de Mirai. Tot de rest van de wereld zich heeft laten overtuigen en massaal waterstoftankstations gaat aanleggen, zetten de Japanners liever in op iets wat in heel brede zin, dus zelfs voor EV-haters, acceptabel is: de hybride.
De gemiddelde uitstoot is heel laag
Waarmee je kunt stellen dat Toyota een van de weinige merken is die er een echte lange-termijnvisie op nahoudt en daar ook wat aan doet. Dat doen ze al zo lang, over de hele breedte van het gamma, dat het ze iets oplevert: een gemiddelde CO2-uitstoot die (over de hele ‘vloot’ gerekend) bijzonder laag is. Geen Europese Unie-boetes dus voor Toyota, verre van. Dan doen één, twee kooldioxidebrakertjes er niet meer toe. En dat schept mogelijkheden. Die van de Lexus LC en de Supra (en vooruit: de Aygo) bijvoorbeeld.
Want er is ook nog een andere kant: altijd het braafste jongetje van de klas zijn, gaat uiteindelijk vervelen. Niet alleen de andere kinderen, maar jou ook. En dus wil Toyota graag laten zien dat ze de leuke zaken des levens niet uit het oog zijn verloren. Naar één van die leuke zaken, mede mogelijk gemaakt door die elektrificatie dus, kijk je hier.
Natuurlijk is de Lexus LC 500 Convertible het volle broertje van de LC 500 Coupé, die drie jaar geleden op de markt kwam. Uiteraard is dat niet simpelweg een kwestie geweest van ‘figuurzaag erin, en klaar is uw cabrio’, zeker omdat je met een 464 pk sterke V8 dan na de eerste de beste bocht op zoek kunt naar de achterkant van je auto, die er halverwege opeens af scheurde. Wat de conversie ook beslist niet simpeler moet hebben gemaakt, is het feit dat het designteam niet alleen de opdracht kreeg de LC 500 van zijn dak te ontdoen, maar ook om er meteen even ‘de mooist mogelijke cabriolet’ van te maken. Japanners zijn van nature nogal perfectionistisch, en die lui van Lexus helemaal, dus we kunnen ons voorstellen dat de ontwerpers na die opdracht een paar nachten de slaap moeizaam konden vatten.
De Lexus LC 500 Convertible ziet er prachtig uit
Maar het moet gezegd: missie glansrijk volbracht. Het is de eerste open Lexus met een softtop – eerdere hadden een stalen klapdak. Dat was voor de LC geen optie, vooral niet omdat zo’n dak veel meer ruimte kost. Met zo’n klapdak had je dan óf geen bagageruimte, óf een lelijke bochel achter de stoelen, óf een veel langere achterkant gekregen. Allemaal niet de bedoeling. Bijkomend voordeel was dat het zwaartepunt van de Lexus LC 500 Convertible, bij een sportauto niet onbelangrijk, er lager van werd.
Het dak is een waar kunststukje geworden; je kunt aan alles zien dat de ontwerpers op de Japanse kleuterschool uitstekende cijfers voor het vak Origami moeten hebben behaald. Het dak van de Lexus LC 500 Convertible bestaat uit vier geïsoleerde lagen stof, die wind, kou en herrie bijna net zo effectief buiten moeten kunnen houden als de coupé. Het is griezelig fraai afgewerkt en vouwt in 15 seconden open of dicht, ook rijdend tot 50 km/u. Volgens Lexus hebben ze dat open- en dichtdoen zo’n 18.000 keer gedaan (topbaan heb je dan…) zonder op problemen met het mechanisme te stuiten. Dat moet het gedurende jouw leven dus vol kunnen houden.
Het dak eet geen bagageruimte, of toch wel?
Lexus beweert dat het invouwen van het dak zo secuur en compact gebeurt dat het geen bagageruimte heeft gekost. Dan zijn er op magische wijze wel opeens 48 liters spoorloos verdwenen, want dat is het verschil tussen de Cabriolet en de Coupé volgens hun eigen opgave. Je hebt bij de open auto nog maar 149 liter over, wat net genoeg is voor een tandenborstel en een verschoninkje. Maar goed, wij zijn kniesoren en iedereen weet dat een cabrio op dat vlak nooit zal uitblinken. Daarbij: je hebt altijd nog de achterbank. We zullen wel nooit begrijpen waarom die er bij dit soort auto’s zo vaak überhaupt ís, want beenruimte is er niet. Als in: helemaal nul. Goed, je kunt in de Lexus LC 500 Convertible ieder geval de hond of een krat bier kwijt, en daar is ook iets voor te zeggen.
Nee, dan is het voor in de LC een stuk prettiger toeven. Het interieur is een van de fraaiste waarin je in dit segment terecht kunt komen. De stoelen, met handgeperforeerd leer, zijn zo mooi dat het bijna zonde is om op ze te gaan zitten. Doe je dat toch, dan zul je via eindeloze verstelbaarheid en oppompbare lendensteunen altijd de perfecte zitpositie vinden, wat Moeder Natuur ook voor je in petto had. Je kijkt uit op een volledig digitaal instrumentarium, dat je precies laat zien wat je wilt weten. Anders is er altijd het head-up display, dat in vergelijking met de concurrentie nog wel wat achterloopt. Het laat lang niet altijd relevante info zien (wat moeten we met een kompas?) en oogt nog altijd MS-DOS waar Mercedes, BMW en Porsche ruimschoots op Windows 10 zitten.
Het pijnpunt van de Lexus LC 500 Convertible
Waarmee we meteen maar op het belangrijkste pijnpunt van de Lexus LC 500 Convertible komen: de interactie met de auto. Zeker, hij doet zijn uiterste best zo gastvrij mogelijk te zijn. Zo heeft hij een Climate Concierge (geweldige term), die altijd zijn best doet om het temperatuur-welbehagen van de inzittenden op peil te houden. Je zou immers volgens Lexus met deze auto altijd open moeten kunnen rijden. Niet dat ie automatisch het dak dichtdoet als het regent, maar als het wat frisjes wordt, schakelt ie bijvoorbeeld de stoel- en stuurverwarming in. Reuze-attent. Mocht je het echter niet met de concierge eens zijn, dan breekt de pleuris uit. Voor je in de 60.000 menu’s hebt gevonden dat je je billen níét geroosterd wilt hebben; we wensen je, vooral rijdend, veel succes.
De trackpad
Dat levert wel vaker penibele situaties op, want alle bediening dient te gebeuren via je stem (die de auto de helft van de tijd niet begrijpt) of via dat vermaledijde touchpad. Dat werkt ongeveer zoals dat ding op je laptop, waarbij jij ook wel weet dat je het ontzettend goed in de gaten moet houden om te voorkomen dat je iets verkeerds ingeeft. Op een laptop: oké. In een auto: nooit. Je moet altijd kijken (en dus niet op de weg) en dan nog gaat het de helft van de tijd fout. Lexus, het is gewoon een k*tsysteem.
En dan kunnen jullie nóg 100 keer zeggen dat jullie klanten er blij mee zijn: die rijden dan blijkbaar nooit in andere auto’s die hun zaakjes wél op orde hebben, anders hadden ze jullie allang met veel klem om iets anders verzocht. Niet zo eigenwijs doen: aanpassen, en wel nu, verdorie. Gelukkig zijn er nog wel talloze knopjes op het stuur en het dashboard waarmee je snel dingen kunt regelen. En zit de dakbediening achter een heel sexy, Top Gun-achtig klepje waar we (oké, ook best zielig…) heel blij van worden.
Genoeg gezeurd
Maar daarmee is de moppertrommel ook meteen helemaal leeg, want de Lexus LC 500 Convertible is een feest om mee te rijden. Ondanks de overvloedig aanwezige elektronische assistenten voelt hij analoger aan dan menig auto waar we de afgelopen tijd mee hebben gereden. Zo’n zalig lineaire, turboloze V8, die zijn kracht heerlijk gelijkmatig opbouwt en daarbij een fantastisch, steeds veranderend geluid laat horen: briljant. Hoewel Lexus zegt dat je hem nauwelijks hoort als je dicht rijdt: gelukkig onzin. Hij is ongelooflijk stil (bij 100 km/u draait ie net aan 1.300 tpm, dankzij de voortreffelijke tientraps automaat), als je accelereert is ie volop aanwezig. En zo hoort dat ook, bij zo’n geweldenaar.
De Lexus LC 500 Convertible is net als de Coupé veel meer een GT dan een sportauto. Dat verlangen zijn kopers ook van hem, en daarin is ie nauwelijks te overtreffen. Hij is comfortabel, de Drive Modes maken (qua onderstel) nauwelijks enig verschil omdat hij vooral altijd probeert je vriend te zijn. En dat doet ie fantastisch. Als je er dan ook nog, zowel dicht als open, zo goed uitziet, mag je bij ons altijd langskomen. Wees de Prius maar dankbaar…
Specificaties Lexus LC 500 Convertible (2020)
Motor
4.969 cc
V8
464 pk @ 7.100 tpm
530 Nm @ 4.800 tpm
Aandrijving
achterwielen
10v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 4,6 s
top 270 km/u
Verbruik (gemiddeld)
11,7 l/100 km
275 g/km CO2, G-label
Afmetingen
4.770 x 1.920 x 1.350 mm (l x b x h)
2.870 mm (wielbasis)
2.010 kg
82 l (benzine)
149 l (bagage)
Prijzen
€ 186.995 (NL)
€ 109.590 (B)
Reacties