Keurige, lieve, beschaafde hybrides die nooit kapotgaan, verantwoord en welopgevoed tot op het laatste schroefje: Lexus is ongeveer zo opwindend als een dieet van gierst en zemelencrackers. Dat wil zeggen…

Ze zullen het natuurlijk nooit toegeven, maar wij weten het zeker: er loopt bij Toyota/Lexus een Chef Astmatische Beestjes rond. Nu is dat bij meer bedrijven het geval, maar daar is het meestal een excuusfunctie, zo van ‘kijk ons ons eens bekommeren om alle astmatische beestjes’. Bij Toyota is het een uiterst serieuze, hoog aangeschreven baan. Elk product dat de firma maakt, wordt door de Chef met een strenge blik een grote hangar ingereden. Langs de wanden staan grote maar zeer comfortabele kooien met daarin tal van Astmatische Beestjes, met van die grote manga-ogen. De Chef start de motor en laat die zeker drie dagen draaien. Als in die tijd ook maar één Beestje een héél klein kuchje laat, kan het product subiet terug naar de tekentafel. Zo gaat dat. Spijkerhard.

Maar: de Chef is ook maar een mens, en zelfs in Japan betekent dat dat je eens in de zoveel tijd recht hebt op vakantie. En dat is de tijd waar een klein, select groepje werknemers reikhalzend naar heeft uitgekeken. Dan kunnen ze ongebreideld en bovenal ongestoord gaan doen wat ze leuk vinden, in plaats van wat ze móéten doen. Het is haast vanzelfsprekend dat dit clubje, laten we ze voor het gemak ‘de F’jes’ noemen, dan met spul komt dat lijnrecht staat tegenover wat ze normaal doen. Als je de hele dag alleen maar brave hybrides in elkaar staat te neuzelen, gooi je het, als je even onder de spiedende blikken van de Chef uit bent, natuurlijk radicaal over een andere boeg. Dan ga je auto’s maken waar bloemetjes en bijtjes elkaar de hersens van gaan inslaan.

En dat mag wel blijken uit de producten waar ze mee afkomen: alle Lexussen met een F in de typenaam. De IS F dus, maar ook de uitzinnige LFA, door Jeremy Clarkson ooit ‘de beste auto die hij ooit had gereden’ genoemd. En nu dus de RC F. Wat je hem eventueel ook zou kunnen verwijten, enig gevoel voor bescheidenheid in ieder geval niet. Tsjonge, kijk hem daar nou eens met zijn spierballen staan rollen. Met z’n spoilers (overal), luchtinlaten (overal) en aerodynamische rondingen (overal), en om het af te maken die gigantische, chroom-omlijste grille. Overigens is het bepaald niet zo dat die er alleen maar voor de leuk zitten; elk van die onderdelen dient om de koeling en downforce te vergroten en de luchtweerstand te doorbreken.

Gelukkig is het doodeenvoudig om door die enorme wolk testosteron de innerlijke schoonheid van het ontwerp van de RC F te zien. Ogenschijnlijk simpele, maar uiterst trefzekere, haast klassieke coupélijnen tekenen de Lexus. Lange neus, lage voorruit, glooiend aflopend dak, hoge ‘heuplijn’, krachtig uitgebouwde wielkasten, een achterkant waar diffuser en uitlaten om aandacht vechten – de RC F heeft visueel alles waaraan een sportcoupé tegenwoordig moet voldoen. Deze Lexus is in die zin klassiek genoeg om tijdenlang mooi te blijven, en imposant en gedetailleerd genoeg om er telkens weer wat nieuws in te ontdekken. En voor wie hem mooi vindt, maar het net een tandje minder mag: er komt op termijn ook een ‘normale’ RC, die het vast over een net iets elegantere boeg zal gooien.

De RC F heeft al deze ophef echter gewoon keihard nodig, want van wat hij in huis heeft, gaat de Chef Astmatische Beestjes beslist niet vrolijk worden. Ga maar na: wat zou je verwachten in een Lexus als deze? V6, turbootje, misschien twee, elektromotor erbij, sterk en toch schoon en verantwoord, dat werk? Niets van dat alles: gewoon een dikke 5,0-liter V8, geen turbo, geen elektra, niks – old skool, bijna. Voor het vermogen is al die poeha ook echt niet nodig: de V8 levert 477 pk en dat is meer dan voldoende voor wat dan ook. De V8, de krachtigste die Lexus ooit heeft gemaakt, is een bijzondere  geworden. Niet zozeer door zijn technische kenmerken, maar door z’n karakter.

Tot drie-, vierduizend toeren is er weinig aan de hand; nauwelijks merkbaar aanwezig murmelt hij zich een weg door z’n toeren, als een draak die nog te zeer met zijn slaap bezig is om zich druk te maken over indringers. Dan, bij vierduizend toeren, ontwaakt het beest en laat zich luid grommend horen – natúúrlijk is hij er, en uiteraard is hij ten volle bereid er wat vlammen tegenaan te gooien.

‘Het is zonneklaar dat Lexus wel degelijk auto’s kan maken voor mensen die van auto’s houden, in plaats van ze alleen maar als een gebruiksvoorwerp te zien’

Boven de zesduizend vliegt hij ziedend rond, dood en verderf zaaiend onder degenen die dachten dat ze hem wel aankonden. Hij gaat er niet bij gillen, zoals een Ferrari, of huilen als een BMW of mokeren als een V8 van AMG – hij blijft eigenlijk helemaal in zijn rol, al wordt alles intenser en dwingender. Maar waar Ferrari’s en consorten op dat soort momenten nog wel eens intimiderend kunnen zijn, boezemt deze Lexus-V8 alleen maar vertrouwen in – het komt allemaal goed, vertrouw me maar. Hij is nergens mee te vergelijken en dat siert hem.

Een zelfde soort verbazingwekkende ‘eenvoud’ kom je tegen bij het onderstel. Je zou wellicht verwachten dat een sportauto van een hoogtechnologisch merk als Lexus volgestopt zou zijn met allerlei instelbaarheden – dempers wat harder als het sportief moet, zachter voor alledaags getreuzel, knalhard voor circuitgebruik, dat soort dingen. Maar ook hier: niets van dat alles. Er is precies één afstelling van de dubbele wishbones vóór en Multilink-ophanging achter, en die is gewoon goed, aldus Lexus – niets meer aan doen dus. Oh, je kunt van alles kiezen, er is wel degelijk een Sport-mode, een Race-instelling, een (het blijft een Lexus…) Eco-instelling en zelfs een speciale preset die Slalom heet. Maar die beïnvloeden van alles (de stuurbekrachtiging, de respons van het gaspedaal, hoe het volledig digitale dashboard er uitziet en bovenal de manier waarop de elektronische veiligheidssystemen reageren), maar niet het onderstel. En het moet gezegd: dat werkt ook prima. De afstemming is stevig, maar tandartsen die handenwrijvend zitten te wachten op RC F-klanten die nieuwe vullingen nodig hebben, komen bedrogen uit: als je rustig rijdt is de RC F eigenlijk heel comfortabel. Wat stug over korte hobbeltjes en verkeersdrempels misschien, maar als je er eens lekker voor gaat zitten (geen punt gezien de werkelijk uitmuntende stoelen) en het gaspedaal vloert, laat het een heel andere kant van zichzelf zien. Het bijt zich (uiteraard wel met hulp van alle elektronica) effectief vast in het asfalt en laat het niet meer gaan.

Dat wil zeggen: precies tot zo ver als jij wilt. Want die elektronica (met name het esp, dat hier Sports VIDM heet) verricht ondertussen wel degelijk kleine wondertjes. Het doet precies wat je verwacht dat het doet. In de normale modus treedt er hoegenaamd geen wielspin op, in Sport mag je een klein beetje uitbreken en in Sport Plus een redelijk bescheiden driftje maken. De gaspedaalrespons en besturing reageren navenant: de eerste wordt zo fel dat je bang bent dat ie gaat bijten, de tweede wordt zwaarder en levert je meer gevoel en contact met de banden op. En tot slot kan het, klap-vuurpijl, kers-taart, ook helemaal uit, waarna je net zo lang zwarte strepen op het asfalt kunt gaan trekken tot ze lichtgrijs en lichtmetalig worden.

Intussen is het leven aan boord van de RC F zo Zen als het maar kan. Even geen zin in gejakker? Zet de 835 watt sterke, 17 speakers tellende Mark Levinson audio-installatie aan en wees verbijsterd hoe waanzinnig zelfs redelijk brakke MP3’tjes kunnen klinken (daar heeft Mark namelijk iets op bedacht – dat gaan we niet uitleggen, maar het werkt). Eindelijk heeft Lexus ook een sluitende oplossing bedacht voor de bediening van alles wat je wilt bedienen. Voorheen moest je daarvoor een soort joystickje alle kanten op duwen, en drukken als je op je bestemming was aangekomen. Redelijk overzichtelijk, maar echt prettig werken deed het niet. Nu is er een soort force feedback (je voelt in je vinger wat hij doet) touchpad, en het werkt als een zonnetje. Verder zijn er nog tal van leuke gadgets, waarvan we er één zullen noemen: als de (uitstekende) navigatie je naar je parkeerplaats heeft geleid, en je moet van daar nog naar je eindbestemming lopen, kan de RC F je een QR-code geven. Die scan je met je smartphone, waarna die je naar je doel leidt – lachen toch?

Het is zonneklaar dat Lexus, als de Chef Astmatische Beestjes tenminste van huis is, wel degelijk auto’s kan maken voor mensen die van auto’s houden, in plaats van ze alleen maar als een gebruiksvoorwerp te zien. Het tij lijkt een beetje gekeerd, want al die brave hybrides hebben het (al is het alleen maar financieel) niet alleen mogelijk gemaakt met dit soort zalige bolides te komen, maar misschien zelfs noodzakelijk. Lexus heeft nu een beetje het imago van het braafste jongetje van de klas, en laten we eerlijk wezen: wie wil daar nou vriendjes mee zijn? Degenen die af en toe een beetje uit de pas lopen zijn zo veel leuker, spannender en avontuurlijker. Als het Lexus’ bedoeling met de RC F is geweest om te laten zien dat ze hier en daar ook best een beetje buiten de lijntjes durven te kleuren, dan is die opzet met vlag en wimpel geslaagd.

Lexus RC F Luxury Edition

16/20

Motor
4.969 cc
V8
477 pk / 530 Nm

Aandrijving
achterwielen
8v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 4,5 s
top 270 km/u

Verbruik (gemiddeld)
10,8 l/100 km
251 g/km CO2
G-label

Afmetingen
4.705 x 1.845 x 1.390 mm (l x b x h)
2.730 mm (wielbasis)
1.740 kg
66 l (benzine)
366 l (bagage)

Prijzen
NL € 127.990 (25%)
BE € 85.910 (basis)

Het vonnis
Lexus bewijst met de RC F ook heus over gevoel voor humor te beschikken. Voordeel boven sommige wat meer op hysterische sportiviteit gefocuste concurrenten is dat hij álles goed kan: de onderste steen hoeft voor een beetje lol niet per se boven

Reacties

Meer van TopGear