Een gloednieuwe ‘Sonderklasse’ tegen het 41 jaar oude origineel
Dat mogen we hopen. De 450 SEL 6.9 verscheen kort maar krachtig in de film Ronin, verplichte kost voor iedere TG-lezer. En het was de auto waarop de Franse regisseur Claude Lelouche een 35-millimeter filmcamera monteerde om er op zondagochtend mee door het centrum van Parijs te scheuren en C’était un rendez-vous op te nemen. James Hunt had er een. Het is zonder twijfel een van de coolste Mercedessen ooit gebouwd. Geen beter excuus om er een te rijden dan de lancering van een nieuwe S-klasse.
De W116 was niet de eerste vlaggenschipsedan van Mercedes, maar het was wel de eerste die officieel de naam S-klasse droeg (afkorting voor ‘Sonderklasse’, oftewel ‘speciale klasse’). Hij werd in 1972 geïntroduceerd, net voor de oliecrisis van 1973. Toch verscheen enkele jaren later alsnog de 6.9. Zijn 6.834-cc V8 (ja, Mercedes rondt wel vaker creatief af) was naar verluidt de grootste motor in een Europese productieauto sinds WO II. Zijn prijs van 70.000 Duitse marken was twee keer zo hoog als die van een instap-W116 en kwam in de buurt van Rolls-Royce-waarden.
Omdat de 6.9 de ultieme Mercedes van dat moment was. Hij was zeer snel, met een geclaimde 0-naar-100-tijd van 7,4 seconden en een topsnelheid van 225 km/u. Hij was belachelijk comfortabel dankzij zijn hydropneumatische ophanging die hem (rechtuit dan) meer souplesse gaf dan de meeste moderne auto’s kunnen bieden. En hij was notoir overontwikkeld. Toegegeven, dit specifieke exemplaar is bijzonder goed verzorgd; maar het is de meest solide, modern aanvoelende klassieker waarin we ooit hebben gereden. We zouden ’m zo naar Stuttgart en terug rijden in één dag. Als iemand anders de benzine zou betalen.
Het is een interessante tijd voor de S-klasse, aangezien deze uitstekende W223 waarschijnlijk de laatste S met verbrandingsmotor is die Mercedes ooit zal bouwen. Zijn troonopvolger (de volledig elektrische EQS) is zelfs al onthuld. Voor de eerste keer in zijn geschiedenis is de S-klasse dus niet de Mercedes waarnaar je moet kijken als je wilt weten welke tech ‘normale’ auto’s in de toekomst aan boord zullen hebben. We weten immers dat de toekomst elektrisch is, en dat is de S-klasse nu eenmaal niet. Toch blijft hij op veel manieren vooruitdenken – vooral wat betreft digitalisatie en connectiviteit. Hij is nog steeds de toekomst, alleen maar deels.
De W116 en W223 liggen ver uit elkaar, aangezien ze worden gescheiden door een halve eeuw en de nodige seismische technologische verschuivingen. Maar deze twee grote Benzen delen wel hun achterliggende gedachte. Zoals een TG-collega in 2013 schreef: het is geld versus macht. ‘Zelfs als geld denkt dat het zich subtiel gedraagt, staat het achter de schermen te schreeuwen; geld kan zich nou eenmaal niet beheersen. Macht, aan de andere kant, ja, echte macht reist altijd en eeuwig in een snelle Mercedes S-klasse.’
Het antwoord staat al in het artikel:
“De W116 was niet de eerste vlaggenschipsedan van Mercedes, maar het was wel de eerste die officieel de naam S-klasse droeg (afkorting voor ‘Sonderklasse’, oftewel ‘speciale klasse’).”
En de w111 en w108 (ook 112 en 109) waren dat dan geen S-klasses?