De zwaarste test uit de geschiedenis, in de auto die wel eens de belangrijkste van 2011 zou kunnen zijn. Een non-stop, jetset-duurtest met de Range Rover Evoque, in alle uithoeken van de wereld. Na Schotland, Las Vegas en Dubai maken we onze laatste stop in IJsland.
 
Trip 4/4
IJsland
 
We hebben het gered. Onze reis in de Evoque eindigt hier, op de bovenkant van de wereld, op de langste dag van het jaar. Op een of andere manier doet de Evoque het hier in de diepe sneeuw van Europa’s grootste gletsjer, waar de zon om twee uur ‘s nachts stralend schijnt, nog steeds. Hetzelfde kan gezegd worden van de mensen die met ‘m mee zijn gereisd.
 
IJsland, in de niet-aflatende zonneschijn van de hoogzomer, is een maffe plek om te zijn. Denk je in: een mengsel van slaaptekort en een jetlagachtige desoriëntatie dat zo sterk is dat je het zou kunnen bottelen en als biologisch wapen aan het leger zou kunnen verkopen, een navigatie die denkt dat we ons in een voorstadje westelijk van Brussel bevinden, en een airco die maar withete lucht naar binnen blijft blazen, welke temperatuur we ook instellen (maak je geen zorgen, geen designsnufjes, maar kleine onvolkomenheden van ons nog niet geheel productiegerede model die opgelost zullen worden voordat de Evoque de toonzalen zal bereiken), en ziedaar: een scenario voor totale geestelijke ontsporing en een plotselinge, niet te stuiten drang om aan de ramen te likken.
 
Dan hebben we het landschap nog niet eens goed bekeken. Wat een vreemd, prachtig land is dit, een geologisch ‘onbeperkt-eten’-arrangement. Verplaats je een paar kilometer, en het decor verandert van velden vol paarse bloemen in weidse lavavlakten – voorzien van een zacht, dik, mosachtig chocoladesausje over de profiteroles – in desolate stranden met gitzwart zand. Vervolgens grillige, puntige kliffen en kale gletsjers, in rotsplateaus bezaaid met stomende geisers.
 
Het doet de Evoque allemaal niets. Zand, grind, sneeuw – dit kleine monster, niet langer dan een Ford Focus, gaf blijk van een rottweilerachtige vastbeslotenheid om ieder obstakel te overwinnen. Gisteren bevonden we ons op een rotsachtig strand aan een lagune met daarin een ijsberg, waar de enorme ijsschotsen geduldig in de rij op hun beurt wachtten om naar zee te kunnen ontsnappen. Onze enige ontsnappingsroute was echter een keienstrand, de ultieme test voor de ophanging van de Evoque. In het zand of de modder kan een auto simpelweg wegzakken, wat niet prettig is maar zelden fataal.
 
Maar als je een dertig centimeter hoge steen niet goed benadert, dan zal hij de wielen van de auto laten vliegen. Ik zal je geen sprookjes vertellen: de Evoque is niet zo goed op deze meedogenloze, wielruïnerende ondergrond als een Defender op zijn enorme banden, die hier dan ook het meest gekozen transportmiddel is. Hoewel af en toe het geluid van steen tegen metaal tot binnenin de auto doordrong, doorstond de Evoque alles zonder blijvende schade. (Als je plaatselijke Land Rover-dealer deze herfst een zwarte demo in dieseluitvoering aanbiedt: doe maar niet.)
 
IJsland is een land waar je niet alleen juist het onverwachte kunt verwachten, maar ook het totaal niet voor de hand liggende. Eerder passeerden we op de hoofdweg van IJsland de Eyjafjallajökull – de vulkaan die vorig jaar zo’n beetje alle Europese vliegtuigen aan de grond hield en het grootste deel van IJsland met een dikke laag as bedekte – die er even vredig en kalm bijlag als een heuvel in Toscane.
 
‘Tenzij je je Evoque uitrust met de aluminium bloemetjesafwerking van onze IJslandse testauto, is er niets kapperachtigs aan’
 
Terwijl we met een snelheid van 100 km/u onder een stralend zonnetje over de hoofdweg langs de zee razen en de buitenthermometer van de Evoque een aangename 15 graden aanwijst, komen we bij een stuk weg van een paar honderd meter dat bedekt is met sneeuw. Ai. Opeens een wilde, paniekerige slingering in de richting van een naderende touringcar, een slingering die de Evoque onder controle krijgt als het nog maar een meter of twintig scheelt of we vagen een flink deel van de gepensioneerde bevolking van IJsland weg. Geen idee hoe die sneeuw daar terecht is gekomen. Ik heb het er later over met een paar IJslanders. Ze halen hun schouders op en knikken. Dat soort dingen gebeurt hier nu eenmaal.
 
Behalve dan dat we gekookt en bevroren zijn en bijna werden doodgestoken door een taxichauffeur uit Las Vegas, was onze grootste zorg tijdens deze reis dat de Evoque een beetje een – met excuses voor de terminologie – kappersautootje zou zijn. Maar de kleine Range Rover heeft zich over een berg geworsteld, zich een weg gebaand over de meest onbarmhartige zandduinen ter wereld, over de verraderlijkste rotsvlaktes gedaverd en zelfs heel kranig over een gletsjer geskied. Tenzij je je Evoque uitrust met de aluminium bloemetjesafwerking van onze IJslandse testauto, is er niets kapperachtigs aan. Als het gaat om waar voor je euro, is de Evoque de stoerste auto ter wereld. Ik ben verkocht. Ik wil er een.
 
Mocht je er een kopen, dan deze waarschuwing: Land Rover biedt je een keur aan mogelijkheden om iets heel, heel erg fouts van de Evoque te maken. Je kunt het dak zwart, wit of in de kleur van de romp kiezen (dezelfde kleur als de rest van de auto, bedoel ik, niet dezelfde kleur als je eigen romp, hoe aantrekkelijk die ook moge zijn, en Land Rover zal je waarschijnlijk een dak in vlekkerige vleeskleur opdringen). Het interieur is ook verkrijgbaar in een keur aan kleurcombinaties die pijn doet aan je ogen. Denk goed na, toekomstige koper.
 
In Schotland vroeg ik me, voordat ik in de auto had gereden, af wat potentiële kopers zou aanspreken in een Evoque (‘Hallo, dealer, ik vroeg me af of u een gezinsauto had, het liefst zonder achterportieren, waarvan je niet kunt zeggen of het nu een off-roader is of een stadsauto. Oh ja, en als ie goedgekeurd is door een Spice Girl, zou het helemaal perfect zijn’).
 
Negen dagen en een paar duizend kilometer verder ben ik eruit. Ten eerste zulen de meeste Evoque-kopers de auto niet kiezen op basis van een afvinklijstje. In plaats daarvan is het een iPad, een hebbedingetje. Er is, voor zover ik kan zien, geen rationele reden om een glimmend Apple-notebook te verkiezen boven een goedkopere, flexibere, maar toch doen miljoenen mensen het, omdat de MacBook die halo van… iets bijzonders heeft. Hetzelfde geldt voor de Evoque. Maar hij is meer dan alleen maar een luxeaanschaf, het snoepje van de week voor het gezin dat al vier auto’s op de oprit heeft staan. De Evoque is ook objectief gezien een heel goede auto. Het is een zich onberispelijk gedragende, luxe wegauto die op zo’n beetje iedere ondergrond uit de voeten kan.
 
Tijd voor het vliegveld, tijd om naar huis te gaan, te douchen en tot november te slapen. Onder aan de gletsjer razen we over een onverhard weggetje, een meedogenloos pad dat iedere gewone auto binnen een halve kilometer volkomen uit elkaar zou laten trillen. De zon staat laag in de lucht en in de spiegels van de Evoque. Ik kijk naar ons kielzog van stof dat glinstert in het zachte ochtendlicht. Misschien is het het gebrek aan slaap, maar ik begin te lachen. Wie had ooit kunnen weten dat het zo lekker voelt om ongelijk te hebben?
 
 
Na deel 1, deel 2 en deel 3 was dit de vierde en laatste aflevering van onze nogal uitgebreide Evoque-test. Maar we zijn nog niet helemaal klaar: lees hier binnenkort wat een paar presentatoren in een tv-studio ervan vinden…

Reacties