Seat is onder de noemer Ecomotive bezig met het maken van extrazuinige versies van haar modellen. Nu is het de beurt aan de Altea.
 
Het zuiniger maken van auto’s lijkt zich op de een of andere manier vooral te richten op de kleintjes. Gek eigenlijk, want juist bij de wat grotere jongens zou het makkelijker moeten zijn grotere verschillen te behalen. Neem nou de aërodynamica – hoe groter het frontaal oppervlak, hoe meer weerstand je tegenkomt, dus hoe meer je verbruikt. Je zou dus zeggen dat als je dezelfde aërodynamische maatregelen die een kleine auto zuiniger kunnen maken (spoilertje hier, diffusor daar) op een grote auto loslaat, de verschillen ook groter worden.
 
Het is dan ook op zijn minst verbazingwekkend dat Seat bij de Altea Ecomotive, de blauwe-knoopversie van de sportieve gezinsauto, welgeteld 0,0 gedaan heeft aan de aërodynamica. O, er is meer dan genoeg gedaan op andere vlakken: de nieuwe 1,6-liter diesel van 105 pk is een wondertje van spaarzaamheid – het scheelt, samen met de vernieuwde versnellingsbak, elke kilometer dertien gram CO2 per kilometer. Het start/stopsysteem scheelt nog eens zeven g/km. Ook wordt de remenergie teruggewonnen en zijn er andere banden gemonteerd. Al met al zijn de ingrepen goed voor een gemiddeld verbruik van 4,5 liter per 100 kilometer (CO2: 119 g/km) en dat is weinig voor zo’n grote auto.
 
Daarom is er ook niets aan de luchtweerstand is gedaan: zo is het genoeg. Extra aanpassingen vergen extra tijd en geld, en nú komen met een auto die in een vriendelijk belastingtarief valt, levert juist geld op. Het is een metafoor voor de hele klimaatdiscussie: alle babbels over duurzaamheid ten spijt, gaat het de fabrikanten én hun klanten uiteindelijk om één ding: geld.
 
De Altea XL rijdt, en dat is misschien nog wel het belangrijkste, als een doodnormale auto. Oké, hij reageert niet bepaald impulsief op gas geven en de verhoudingen in de versnellingsbak zijn zó lang dat het verbazing wekt dat ze nog in de auto passen, maar verder: prima. Eerdere Ecomotives werden nog wel eens ontsierd door een bokkige motor en een verschrikkelijke bak nagelende herrie, maar met de komst van de commonrails is dat geschiedenis. Bovendien is er niets dat je het gevoel geeft in een saai spaarvarken te rijden; alle dingen die het leven aan boord leuker of comfortabeler maken (airco, navi) zitten erop of zijn verkrijgbaar.
 
Om te bewijzen dat je met deze Altea een aardig eind in de richting van het vaak zo onhaalbare fabrieksverbruik kunt komen, was een route van 75 kilometer uitgezet, die voerde over stevige Spaanse bergjes en heuvels, langs snelweg, dorpjes en zeven miljard rotondes. Aan ons de taak een en ander zo zuinig mogelijk af te wikkelen. We hebben ons stinkende best gedaan (arme motor, steeds met 50 km/u al in z’n vijf – hij kwam zo ongeveer brakend over de finish) en kwamen uit op een gemiddelde van 4,6 liter.
 
Een mooie score, inderdaad (de winnende, in een gezelschap van zo’n twintig Nederlandse en Duitse collega-teams, dank u). Opmerkelijker was dat we op de weg terug naar het vliegveld ons best gedaan hebben zo bot mogelijk te rijden; eindeloos doortrekken in de versnellingen, op de snelweg nooit verder dan z’n drie, dat werk. Resultaat: 7,1 l/100 km. Dat is pas echt knap.

Reacties

Meer van TopGear