Alfa is terug! Na een paar jaar in de achterhoede, is het verleidelijke merk weer op oorlogspad.
Alfa Romeo Giulia
Na jaren van mismanagement en een verschrompelend modellenaanbod, komt ‘s werelds meest romantische merk terug met een knal. De Giulia moest lawaai maken en de ingenieurs hebben die opdracht letterlijk genomen. Deze Giulia Quadrifoglio is met z’n, door Ferrari ontwikkelde, twinturbo 3.0 V6 en 503 pk een potentiële BMW M4-killer. Dit is ‘m dan. Alfa’s laatste kans-sedan. Hier zou het wel eens mee kunnen lukken.
Alfa Romeo 8C 2900
Deze sigaarvormige schoonheid is een van slechts vijf Le Mans-specials ooit gemaakt. Ver in de 24-uurs race van 1938 had de auto een voorsprong van elf ronden, maar mechanische problemen kostten ‘m de overwinning.
Alfa Romeo 8C Competizione
Op welk moment ontstijgt een supercar het metaal en koolstofvezel waarvan ie is gemaakt om zichzelf te verheffen tot kunst? De 8C is zo dichtbij als Alfa in de moderne tijd is gekomen.
Alfa Romeo Giulia Sprint Speciale
Deze door Bertone getekende coupé was niet alleen buitengewoon mooi, hij was ook nog verraderlijk. Met z’n luchtweerstandscoëfficiënt van 0,28 zette deze Giulia Sprint in 1957 een record dat maar liefst twintig jaar stand hield.
Alfa Romeo Tipo 33 Stradale
Een karige 700 kilo schoon aan de haak, maar wel uitgerust met een 230 pk sterke 2,0-liter V8. Z’n prestaties waren dan ook fenomenaal. Slechts achttien van deze straat-legale racers werden ooit gebouwd, waardoor prijzen nu de drie miljoen euro gepasseerd zijn.
Alfa Romeo Tipo 33/3
De Tipo 33/3 had de ondankbare taak om het in 1971 op te nemen tegen machtige Porsches 917 en de Ferrari’s 512, maar reed op kleine bochtige circuits zoals de Targa Florio, waar hij de 1ste plek pakte, rondjes om deze concurrenten.
Alfa Romeo 164 Procar
Alfa kreeg in 1985 een doodgeboren V10 F1-motor, waarop het merk een F1-auto bouwde die eruit zag als een Alfa 164. Die was bedoeld voor de Procar-klasse die er nooit kwam. Handig voor stoplichtsprints.
Bizzarrini 5300GT Strada
Ontwikkeld door een ex-Ferrari- en ex-Lamborghini-ingenieur, getekend door Giugiaro. Het resultaat is Italiaanse elegantie voortgestuwd door een Chevrolet V8.
Ford Capri 3.0S
Twee woorden: The Professionals. Derde generatie arriveerde in 1978 met een 140 pk sterke ‘Essex’ V6. Op de markt tot 1986.
Ford Sierra RS500
Sierra-met-taartschep, afgeleid van een Groep A-rallybeest. De wegversie had 220 pk. Bruut.
Lotus Elan S1
Het genie van Colin Chapman gevat in blik. Nog steeds een voorbeeld. De S1 had een 1.6 viercilinder met dubbele bovenliggende nokkenassen en woog slechts 585 kilo.
Aston Martin DB9
Deze was zo perfect geproportioneerd dat Aston nog steeds geen waardige vervanger heeft weten te creëren. Vroege modellen zijn nu al te koop voor zo’n 50 mille.
Mercedes-Benz 300 SLR
Een 300 SLR-raceauto voor op de weg. Er bestaat slechts een 290-km/u snelle ‘Uhlenhaut Coupé’. De autosportbaas van Mercedes reed er ooit in een uur mee van München naar Stuttgart.
BMW Z3 M Coupé
Liefhebbersproject van BMW-ingenieurs. Gezegend met een interessant rijgedrag vanwege de old-school achteras.
Range Rover, tweedeurs
Heeft per ongeluk de SUV uitgevonden. De oorspronkelijke RR had een interieur dat je kon afspuiten. Tijden veranderen.
Lincoln Continental
Het mannelijke, modernistische meesterwerk van Elwood Engel. Net zo verleidelijk als de VS van de jaren zestig in Mad Men.
Ferrari 308 GTS
Magnum PI. Klassieke Pininfarina-look ontmoet kitsch Amerikaanse popcultuur: onsterfelijkheid gegarandeerd. Stijgende waarde ook.
Shelby Cobra
‘Ik denk dat we het monopolie van Ferrari op de wegen en circuits in de wereld kunnen doorbreken. Ik wil de snelste auto die ik voor het minste geld kan produceren – dat is de Amerikaanse manier en ik denk dat er geen land ter wereld is dat ons nu nog kan stoppen.’ Texaanse boer en Le Mans-winnaar Carroll Shelby besloot dat het planten van een dikke Ford V8 in AC’s kleine Ace de manier was om tegenwicht aan de Italianen te bieden.
Mini Cooper
Een toevallige reuzendoder die suggereert dat coolheid lukraak is. De oorspronkelijke Mini – een klein wonder met voorwielaandrijving en een dwarsgeplaatste motor – kende een trage start, maar racelegende John Cooper zag dat het goed was. In 1961 vergrootte hij de motor naar 998 cc en de nog later geïntroduceerde Mini Cooper S was met 70 pk sterk genoeg om op circuits veel grotere auto’s te verslaan. Maar de echte klappers kwamen met de Monte Carlo Rally’s van 1964, 1965 en 1967.
Mercedes-AMG S 63 Coupé
Een Panzer aangekleed door Tony Stark, dachten we toen we voor het eerst van de grote Mercedes proefden. Als de S-klasse sedan met z’n 530 pk sterke V8 een technologische stoommachine is, voegt de Coupé daar een sierlijke carrosserie aan toe. Dat betekent dat z’n Magic Body Control – die met behulp van camera’s de weg scant en het onderstel aanpast om komende oneffenheden glad te strijken – nog sneller werkt. Wil jij actieve bochtencontrole die de vering in de bocht aanpast voor de te nemen bocht? Misschien niet, maar het is wel cool.
BMW i8
Dichterbij een uitzinnig jaren zeventig studiemodel kom je niet. Veel koolstofvezel, als tegenwicht voor de zware hybride aandrijflijn, verpakt in een carrosserie die even efficiënt als oogverblindend is. Zelfs vanbinnen is ie mooi. Een 1,5-liter driecilinder benzinemotor, via een turbo opgezweept naar 231 pk, is naadloos geïntegreerd met een tweede motor die ook nog eens 131 pk levert. De startmotor en de dynamo van de i8 vormen een derde krachtbron, waarmee de i8 een alleszins acceptabele 362 pk tot z’n beschikking heeft. Vergeet de 2-serie Active Tourer, de i8 is waar BMW goed in is.
Iso Isetta
Ondanks z’n nietige 236 cc tweetaktmotor en een topsnelheid van 70 km/u, reden in 1954 vijf Isetta’s de Mille Miglia uit. Dit deed BMW besluiten het Italiaanse ontwerp in licentie te gaan bouwen en z’n eigen versie te produceren. In Duitsland zijn er ongeveer 100.000 exemplaren van verkocht, waarmee BMW zich op dat moment de huid redde.
AMC Pacer
Hij zag eruit als een auto die probeerde van een andere auto te bevallen. Een moedige, maar weggehoonde poging van AMC, een Amerikaanse underdog uit de jaren zeventig. Gered door jaren-negentig cultfilm-hit Wayne’s World.
De Tomaso Pantera
Italo-Amerikaanse supercar-dwaasheid met een dermate verdachte technologische integriteit dat deze in ieder geval een eigenaar, een zekere meneer E. Presley, verleidde om zijn auto met scherp te beschieten toen deze niet wilde starten.
Citroën 2CV Fourgonnette
Ontworpen om een boer en 50 kilo van diens waren comfortabel met 50 km/u over het Franse platteland te vervoeren. Deze bestelauto is mogelijk de coolste van alle incarnaties, omdat het een, eh, bestelauto is. Tenzij je de Sahara met z’n twee motoren hebt. Of een Méhari.
Peugeot 205 GTi
De hete hatchback was cool, toen niet meer, daarna onmogelijk om te verzekeren en toen opnieuw cool. Op geen enkel moment in de afgelopen dertig jaar is de 205 GTi minder dan briljant geweest.
Volkswagen up!
De naam is een beetje kleuterig! maar het is wel de ideale stadsauto. Ontworpen door een gast die nou bij Ferrari auto’s ontwerpt. Slim, licht, ruim, veilig. En hopelijk zuinig.
Reacties