Het is een valkuil om aan te nemen dat een film over Ferrari automatisch een autofilm is, dat hebben we nu geleerd. Want de film Ferrari gaat in de eerste plek over de persoon Enzo en zijn leven eind jaren ’50. Een man die dan wel weer niets liever deed dan zich bezighouden met raceauto’s. Er zit dus wel genoeg autoactie in de film, maar dat komt niet echt lekker uit de verf. Of wij snappen als cultuurbarbaren de subtiele kunst van regisseur Michael Mann niet. Bel je date nog niet af: de film is de moeite waard.
Bij de shots die langs het circuit gefilmd zijn, zit de snelheid lekker in de beelden. Maar bij alle andere shots, die vanuit een andere rijdende auto gefilmd zijn, zie je gewoon dat de auto’s langzaam rijden voor de camera. Ook als de auto’s de bocht uit komen, zie je dat de stuntrijder voor de camera een klein uitstapje doet voor de show. Het voelt wat goedkoop, alsof iemand met een YouTube-kanaal en niet teveel budget (en een slechte verzekeringspolis) deze racebeelden mocht regisseren.
De crashes in Ferrari zijn het ergst
En dan hebben we het nog niet eens over de crashes, die gewoon gênant zijn. We willen niet te veel spoilen (al weet je wel wat er gaat gebeuren als je de geschiedenis van Ferrari een béétje kent), maar in de eerste crash zie je de wielen van een auto blokkeren en daarna wordt er letterlijk een pop door de lucht geslingerd. Bij de tweede stuitert de auto een beetje zielig tegen een steen. De derde (en laatste) crash had dan ineens weer zo in Saw kunnen voorkomen – heel heftig.
Wat ook niet helpt bij de autoscènes, is dat de bolides uit die tijd lastig uit elkaar te houden zijn. Daar kunnen de filmmakers dan weer niets aan doen: Maserati’s en Ferrari’s uit dat tijdperk lijken op elkaar en dan zijn ze ook nog eens dezelfde kleur. Het logo op de neus wordt wel extra in beeld gebracht om duidelijk te maken naar welke auto je kijkt, maar als je met iemand naar de bios gaat die weinig kijk op auto’s heeft, zal die er niets van kunnen volgen.
Wel een vermakelijke film
Ga dus vooral niet naar de bioscoop voor de autoscènes, al mag het geluid van de Ferrari’s er best zijn. Nee, ga wel voor het sterke optreden van Adam Driver en Penélope Cruz. Of ga voor het prachtige Italië in de jaren vijftig dat sfeervol in beeld is gebracht. Of ga voor de subtiele humor die in Ferrari verwerkt zit, van temperamentvolle Italianen die elkaar een beetje zitten te vitten. Naast de knullige crashes, klopt alles aan deze film.
Ga omdat je de historie van het merk interessant vindt, maar ga dan weer niet omdat je films met een begin, een climax en een gesloten einde leuk vindt. Zo is het echte leven nu eenmaal niet, en zo verliep de geschiedenis van Ferrari al helemaal niet. Ferrari is gewoon een lekkere biopic in hetzelfde genre als Le Mans ’66 of Moneyball. En als je met die verwachting naar de bioscoop gaat, heb je een zeer vermakelijk twee uur voor de boeg.
Rudy Verduin (sfc Caprino Bergamasco) heeft op 26 januari 2024 geschreven:
Die lappen pop die over autodromo modena. Of de gruwelijke crash in de mille miglia… de crashes waren dusdanig grof, dat wij als mensen net n lappen pop of waxbeelden mee gesmeten wordt.. veiligheid was er niet! Nog geen gordel, of brandwerend kleding… dat Michael mann dat zo verfilmd is, dat was juist de intentie, de boodschap, zo dodelijk was de autosport destijds… echte racefanaten begrijpen die boodschap van Michael Mann… like dust in the wind, nu, ja nu is de f1 en vele takken van autosport redelijk veilig dat als ze met 300 crashen ze zonder kleerscheuren uitstappen/ontsnappen.. vroeger als je crashte, 95 procent zeker dat je stierf aan n gruweldood. En als n lappen pop of waxbeeld, totaal niks te vertellen heb, tussen het gespleten bewerkte staal, en het schurende asphalt, en alle obstakel op de weg tijdens de levensgevaarlijke mille miglia!!!