Doornbos: Wat leren teams van wintertesten?

De nieuwe livery’s van auto’s, de coureurs in hun nieuwe overalls en de eerste testkilometers hebben we al gezien. De wintertesten in Barcelona zijn begonnen. Ook al is het een onofficiële test en mogen de teams hun eigen programma’s afwerken – de tijden worden wel bijgehouden. Dit betekent dat de kans erg klein is dat de concurrenten tegelijkertijd onder dezelfde condities op dezelfde banden met dezelfde hoeveelheden brandstof in de auto op het circuit te vinden zijn. Het draait bij deze tests vooral om betrouwbaarheid en het leren kennen van de auto’s. Kloppen de cijfers uit de windtunnels en de data van de simulator met wat we in het echt zien en voelen op het circuit met de ‘echte’ auto?

De teams gaan wintertesten

Als na een aantal installatierondes en korte stints de betrouwbaarheid op orde is, wil het team meteen het geplande programma gaan afwerken. Vaak is uitgegaan van een ideaal scenario – dat de auto precies doet wat ie moet doen. Meestal loopt het allemaal net wat anders… Er moet dan op het laatste moment geïmproviseerd worden, of, worst case scenario, er moeten nog extra onder­delen worden ingevlogen uit Engeland. Dat betekent dat je geen kilometers kunt rijden en de auto straks moet inpakken voor de openingsrace in Melbourne zonder echt te weten wat je meeneemt.

Een andere factor waar rekening mee moet worden gehouden: Moeder Natuur. Gelukkig was het mooi droog weer, zodat er veel kilometers gemaakt konden worden. Eigenlijk zijn dat de mooiste dagen om als liefhebber naartoe te gaan, want met een beetje mazzel rijden alle twintig auto’s in de rondte – sommige werken zelfs programma’s af van wel twee GP-afstanden op een dag!

Gedrag van de auto’s

Ik loop samen met mijn F1-partner Rob Kamphues net als afgelopen jaren weer rond het circuit en bij de verschillende bochten kijken we hoe de auto en coureurs zich erdoorheen manoeuvreren. Het is zo heel goed te zien welke auto een goede balans heeft en welke niet. In de acceleratie naar de bocht toe zijn ze allemaal snel, maar tijdens het remmen kun je al onbalans zien bij sommige auto’s, en al helemaal door de snelle chicane achterin. Hier moet de auto snel het gewicht verplaatsen en wordt erg op de downforce vertrouwd – maar als die er niet is, zie je ze echt worstelen.

Elk nadeel heeft zijn voordeel

De engineers van de teams hebben de afgelopen wintermaanden weer van alles bedacht om de nieuwe aerodynamische regels om te ­buigen in hun voordeel. Er is vanuit de organisatie voor 2019 een nieuwe voorvleugel ontwikkeld die minder downforce moet generen, wat het spektakel tijdens de race op zondag moet bevorderen. Het moet bijvoorbeeld makkelijker zijn om auto’s dicht te volgen, ook door snelle bochten, waar je normaal door de ‘vuile lucht’ niet dicht achter je voorganger kon rijden omdat je dan al je downforce verloor en van het circuit af onderstuurde. De aerodynamica-specialisten binnen de teams hebben hun huiswerk zo goed gedaan dat ze de verloren downforce ergens anders goedmaken. De voor- en achtervleugels worden versimpeld en verbreed. Daarnaast moeten ze ook hoger liggen vanaf de grond en dat betekent minder neerwaartse druk en dus minder grip. Deze aanpassingen zijn niet goedkoop voor de teams. Het team van Max Verstappen en Pierre Gasly heeft al 15 miljoen uitgegeven om de vleugels aan te passen.

Op dinsdag 26 februari gaan de wintertesten weer verder. Dan kunnen we zien of Red Bull de betrouwbare resultaten voort kan zetten.