Vergeet die Bugs Bunny-snuit even. Wat ons echt een knagend gevoel van ongeduld bezorgt, is de vraag hoe de nieuwe BMW M3 zal rijden. Hij zou het wachten waard moeten zijn – niet alleen omdat je de voorkant vanuit de bestuurdersstoel niet kunt zien, maar ook omdat de G80-generatie van de iconische sportauto uit München heel wat meer meebrengt dan alleen een onooglijke snufferd.

Zo roept hij bijvoorbeeld allerlei vragen op. Heel veel vragen, eigenlijk. Zoals: wat kunnen we verwachten van de nieuwe twin-­turbo 3,0-liter zes-in-lijn die uit de X3 M en X4 M werd gepeuterd en voor deze M3 werd aangepast? Heeft die motor echt iets te maken met de M4 GT3-auto? Of kletsen de Duitse technici uit hun nek?

Kan een ‘echte’ M3 eigenlijk wel vierwielaandrijving hebben? Zal de nieuwe automatische transmissie zompiger zijn dan een natte Liga? Of maakt dat niet uit omdat iedereen toch altijd voor de handbak moet kiezen? Zijn je centen goed besteed als je voor de 30 pk sterkere M3 Competition gaat? En het allerbelangrijkste: zullen we in de loop van de tijd wennen aan die bizarre grille en zal ie misschien zelfs sociaal geaccepteerd raken? Of is ‘auto-rhinoplastie’ een onontgonnen vakgebied dat op het punt staat te ontploffen?

In het slechtste geval kunnen we in ieder geval uitkijken naar de M3 Touring. Maar voor nu willen we eigenlijk vooral weten hoe het zit met al het bovenstaande. Dus: kom op met 2021 en kom op met die antwoorden. Of het nu goed of slecht nieuws is, je leest het hier het eerst. Vooruit, nog één laatste vraag: heeft iemand The Stig gezien? We gaan ’m hierbij nog nodig hebben.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)