Hij komt uit het donker, gehuld in alleen een pyjamabroek, gewapend met een rothumeur en een imposante hoeveelheid koperkleurig borsthaar. ‘Wat de f**k denken jullie dat jullie hier aan het doen zijn?’ gromt hij. Fotograaf Greg heeft het opeens heel druk met zijn statief, dat wordt verlicht door de iPhone-zaklantaarn van de topless man. Hij staat duidelijk te stuiteren, en het is beslist niet van enthousiasme over de zeldzame supercar waarmee ik zojuist onbedoeld dwars door zijn schoonheidsslaapje ben gereden. Hij noteert het nummerbord van de Ferrari en richt zijn camera op mijn hoofd, terwijl Greg, zich omzichtig excuserend, een paar stappen achteruit doet. Hij werd gewekt door ons Geluid van het Jaar 2020.

‘Dit is f**king privéterrein’, sist hij. Mijn dashboard zegt dat het 5 graden is, ik heb een jas aan en de kachel op voluit, maar deze blootvoetse, halfnaakte Viking bibbert niet eens. Hij zit niet op bijdehante opmerkingen te wachten, vermoed ik. Het spijt ons enorm. We gaan weg. Nu. Helaas staat ‘subtiel wegrijden’ niet in het vocabulaire van de 812 GTS en als we haastig de nacht inrijden, vuurt hij een salvo toeren en uitlaatknallen op onze harige achtervolger af. Het overstemt zijn afscheidswoorden die, naar we nog net konden horen, iets met onze moeders te maken hadden.

Dit was niet de bedoeling

Tsjonge. We waren nou net verschrikkelijk vroeg opgestaan om dit soort confrontaties te vermijden. Ik heb maar 24 uur met deze 812 GTS, de eerste open serieproductie-Ferrari met V12 voorin in 50 jaar. Dus we kunnen wel gaan lopen emmeren over de stijfheid van het onderstel of de extra 75 kilo gewicht, maar we kunnen ook accepteren dat wat we hier in handen hebben gewoon een formidabele hoop herrie op wielen is. En waar ga je naartoe als je wilt genieten van een auto die zo groot, zo snel, zo luid en zo recalcitrant is zonder meteen alle levende zielen in een straal van 5 kilometer ­chagrijnig te maken?

De Ferrari 812 GTS moet wachten

En dus hebben we het plan opgevat om te wachten tot zonsondergang, de steden achter ons te laten en al die 800 Italiaanse pk’s uit de motor te wringen als Engeland slaapt. Zit niemand ons in de weg, zijn wij niemand tot last. En dus ging ik ervan uit dat het onbeduidende stukje parkeerstrook waar we buiten de buitenwijken even waren gestopt nergens naartoe zou leiden. Bleek het iemands oprit te zijn, iemand die aanzienlijk minder blij was wakker te worden gehouden door een 6,5-liter V12 dan ik was. Sorry, chef.

We worden meer achtervolgd door het na-ijlende beeld van die prikkeldraad-scherpe tepels dan door de bijgevoegde scheldwoorden, en besluiten dieper de Midlands in te duiken, op zoek naar een glimp van een ondeugende gelegenheid om de 812 zijn benen een beetje te laten strekken. Ik ben er niet zeker van dat er überhaupt straten bestaan die recht doen aan deze auto, hier in het VK. Of in de Italiaanse Vallei der Supercars – of in de Australische outback.

De Ferrari is niet braaf

Een van mijn ervarener collega’s appt, vriendelijk waarschuwend dat de openlucht-GTS ‘nogal een handenbindertje is’. Dat zou ik nog iets scherper willen stellen: dit is een volstrekte psychopaat. Ferrari wil dat ik wijs op de comfortstoelen in plaats van carbon-kuipjes, en dat ik vertel dat dit de ‘kalmpjes aan’-cruiser, de leren-elleboogstukken-drager van het gamma is, maar dat is nonsens. Elke auto met deze motor, een sinistere, huilende, gierende 9.000-tpm V12 die je ego aait terwijl hij je zintuigen vermorzelt, zou al heel bijzonder zijn. Maar gekoppeld aan een besturing die zó reactief is, met een bochtengretigheid die voor zo’n zwaar beest alle voorstellingsvermogen tart en een versnellingsbak die op de een of andere manier bliksemschichten vol dopamine door je rug schiet na een simpel rukje aan de peddels… Wacht. Waar was ik?

Nog een soort subtiel

De 812 is het apex-roofdier onder de auto’s met de motor voorin, nu en waarschijnlijk voor altijd. Hij is woest. Angstaanjagend. En met het dak naar beneden, kan iedereen je zien schreeuwen. Zelfs met het dak weggezonken achter de hoofdsteunen (wat betekent dat de bagageruimte krimpt van 320 naar 210 liter, voor de meeneemfetisjisten onder jullie) word je nog niet zo ondergedompeld in kakafonie als in, zeg, een Lamborghini Huracán Spyder. Het binnendringen van inlaatluchtgeluiden is eigenlijk verrassend subtiel. Het is de uitlaat die gilt en krijst alsof Anouk met blote voeten op een gloeiendheet blokje Lego is gaan staan. Dat is overigens pas als ie iets meer toeren maakt dan stationair – wanneer ie ongeveer zo monotoon klinkt als een klein vliegtuigje.

Dat betekent dat de meeste herrie zich achter je bevindt. Als je ergens wat tractie kunt vinden, kan dit monster zijn eigen gegil tot 100 km/u eruitsprinten in minder dan 3 seconden. We moeten eigenlijk iets hebben dat dat ge-opera treffend weerkaatst. Meestal zullen dat de glitterwinkelpanden in de Amsterdamse P.C. Hooftstraat of de Antwerpse Keyserlei zijn, maar het wordt wat vermoeiend dat de stembanden van supercars telkens als een soort circusdieren worden tentoongesteld, nietwaar? En na de grote broer van Wicki de Viking op zijn tenen te hebben getrapt, ben ik vast van plan niemand anders een rotnacht te bezorgen.

Moe worden, zit er niet bij

Het is inmiddels dik na tweeën, en we zien de ingang van de tunnel gloeien aan het eind van de tennisveld-grote motorkap. Ik zou slaperig moeten zijn, maar elke keer als ik van drie naar vier schakel, lijkt de 812 schamper te hoonlachen om mijn gebrek aan zelfvertrouwen, en haalt me weer helemaal bij de les. Het is nu kouder, de verwarming vecht een verloren strijd tegen de nachtelijke lucht, hatelijke regenwolken hebben hun oog laten vallen op het leer van de Ferrari en iemand is vergeten stoelverwarming te bestellen op deze roadster van bijna 4,5 ton.

Misschien dat ze dachten dat je hetzelfde effect kon bereiken door je onderbroek te bevuilen als je per ongeluk net wat te veel gasgeeft bij het verlaten van een rotonde. Een klein spervuur aan toeren. Een ‘Yeehaa!’ uit de orgelpijpen achter. Een snufje ‘Oh mijn God nee alsjeblieft’-tegensturen. En een snel dankgebed aan wie het ook was die de stabiliteitscontrole zó heeft afgesteld dat ik zelfs nog de fantasie kon opbrengen dat ik ook iets te maken had met het niet platrijden van dit apparaat.

Iedereen die denkt dat moderne auto’s te veel technologie hebben, te braaf zijn geworden en elk Code Bruin-moment elimineren, moet hier eens een rondje in doen. Dit is de grote crematie-brandstapel voor de grote, niet-hybride V12 en hij is van plan zo veel mogelijk van ons met zich mee te nemen.

V12, geen filter

De tunnel hangt vol camera’s, maar die nemen geen geluid op. Dus ik schakel naar z’n twee als ik erop afkom. De 812 houdt even in, moppert ongeduldig tegen de motor die hem afremt. Ik zou straks net z’n drie kunnen halen en dan afhaken voordat ik het nieuwe landsnelheidsrecord van Hertfordshire neerzet. Beide zijraampjes en het achterraam zijn ritueel naar beneden gedaan. Verwarming uit. Radio uit. V12, geen filter. Dit keer, ik zweer het, kan ik mijn eigen gevloek niet eens horen door het gebulder dat explodeert tegen de tunnelmuren.

Als ik op een stil plekje mijn ogen dichtdoe, kan ik nog steeds die kostbare seconden van blinde woede horen. De led’s die over het stuur vliegen, van rood naar blauw op het ideale schakelmoment. De sensationele tractie als de overwerkte achterbanden eindelijk enig nut vinden op dat zeldzame stukje droog wegdek. En de complete muur van geluid die stukslaat op het beton van de tunnel en in brokstukken weer de cockpit in valt. Het is het soort transcendente, luchtsplijtende gegil dat me laat lachen voor ik in slaap val. Als het je ’s nachts wakker heeft gehouden, kan ik me daar alleen van ganser harte voor verontschuldigen.

Het geluid van een andere 812 GTS

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)