Man pompt 125.000 euro in VW Golf I GTI

De Volkswagen Rabbit, die ken je. Ook als je denkt dat je ‘m niet kent. Volgens het voor autoliefhebbers haast evangelische Haynes klonk ‘Golf’ te prijzig voor de jonge doelgroep en ging Volkswagen in Amerika met de eerste generatie Golf voor de naam ‘Rabbit’. Die naam zou beter passen bij een auto die snel en wendbaar is. De Rabbit kreeg later ook gezelschap van de Fox, een goedkope sedan. Die naam werd hier later weer gedrukt op de opvolger van de Volkswagen Lupo en tevens de grootste flop van Volkswagen in Nederland. In Noord-Amerika moesten ze wat langer wachten op de Golf GTI, die in Nederland al in 1976 kwam. Maar toen hij in 1983 eindelijk verscheen, had hij wel meteen de 1,8-liter motor met meer koppel. De Amerikaanse Golf herken je aan de vierkante koplampen, zoals deze Rabbit GTI uit 1983. Derek Spratt kocht in de jaren tachtig als een van de eerste Canadezen een GTI, nadat elk autotijdschrift lyrisch was over de hete hatch. Na een paar jaar verkocht hij zijn Golf GTI, maar in 2011 begon het toch weer te kriebelen, dus zocht hij opnieuw een exemplaar uit hetzelfde bouwjaar.

Zijn doel was om een veelzijdige en smetteloze GTI te bouwen, met behoud van het originele karakter. Hij schat zelf in dat hij 12.000 uur en ruim 125.000 euro in zijn kleine hete hatchback stak. Zo bewandelde hij bijvoorbeeld niet de makkelijkste route voor meer vermogen en koos hij ervoor om de 2,1-liter motor atmosferisch te houden. De turboloze motor produceert nu meer dan 240 pk. Hij bouwde elektrische ramen, verwarmde stoelen, een startknop en een digitaal dashboard in de auto. De 0-100-tijd is minder dan 5 seconden en met een stoot lachgas komt er nog eens 100 pk bij. Het eerste wat hij deed na het bouwen van de auto, was met zijn 85-jarige vader een roadtrip doen. Ook reed hij met zijn 34-jarige zoon over Highway 1, zoals hij dat vroeger deed in zijn eerste GTI. Hij zal ongetwijfeld een Porsche Boxster of twee eruit gesprint hebben, want dat was een van zijn doelen. Toen hij vond dat hij er genoeg in gereden had, verkocht hij de verbouwde GTI aan een stel in Vancouver voor een fractie van het geïnvesteerde geld. Zonde? Derek vindt van niet: ‘Als je auto’s modificeert voor het geld, dan moet je een nieuwe hobby zoeken.’ Derek droomt al over zijn volgende project: het elektrificeren van een VW Kever uit 1961. ‘De techniek achter het ombouwen van een klassieker tot een elektrische auto vind ik erg interessant’, zegt Derek. Hieronder zie je een uitgebreid verslag van alles wat er in en op zijn oude Rabbit GTI zit.

Derek Spratt over zijn GTI