Hoewel de toekomst van het autorijden naar verluidt allerhande voordelen zal bieden (autonoom rijdende pods zodat je Netflix kunt kijken in de file, en de eventuele mogelijkheid dat onze planeet langer zal bestaan), is er ook een nadeel. En dat is dat we het geluid van de auto zullen gaan missen. Niet ieder willekeurig autogeluid natuurlijk, maar goede, ouderwetse geluiden. Luide geluiden, maar niet aandachttrekkerig – doelgerichte, pure geluiden. Het type geluid dat in je oren kruipt en je trommelvliezen verandert in een set bongo’s. Geluid waardoor je een lach op je gezicht krijgt. Dat soort geluid. Nou, als je in de Rocky Auto 3000GT het pedaal onder je rechtervoet indrukt, hoor je zo’n soort geluid – een rasperig, rauw geluid dat toeneemt in schoonheid en gevoel naarmate de toeren en de snelheid stijgen. In een tijdperk van angstaanjagend stille cabines is dit geluid genoeg om je tranen in je ogen te bezorgen. En dat is nog voordat je je realiseert dat je in feite in een van de meest iconische en schitterende silhouetten rijdt die het Land van de Rijzende Zon ooit heeft voortgebracht: de Toyota 2000GT.

De auto om een punt te maken

Het is moeilijk om het belang van deze auto te overdrijven, niet alleen voor Toyota, maar zelfs voor Japan als geheel. De Tweede ­Wereldoorlog had het land haveloos achtergelaten, dus om een punt te maken, ging Yamaha een samenwerking aan met de experimentele afdeling van Toyota. Het doel was het imago van Japan op te vijzelen door iets te laten zien dat zowel op het vlak van techniek als dat van design innovatief was.
De 2000GT was maar 114 centimeter hoog, al is ‘laag’ dus waarschijnlijk een beter woord, en hij verscheen snaaks en onverhoeds. De inspiratie kwam van de Jaguar E-type. Ontwerper Satoru Nozaki schiep iets waarvan de vouwen met het verstrijken der jaren alleen maar frisser, scherper en mooier zouden worden. Maar hij was nooit bedoeld als een ornament. In 1966 legde een 2000GT een nietsontziende, 72 uur durende test met goed gevolg af. Zelfs de tussenkomst van een tyfoon, halverwege de non-stop, drie dagen durende test, kon niet voorkomen dat de 2000GT een gemiddelde van meer dan 205 km/u haalde op de ovale baan van Yatabe – waarmee en passant zestien internationale FIA-records werden gebroken. Dat trok, geheel volgens de bedoeling, de aandacht van de rest van de wereld. Zonder hem zou er geen LFA, Celica, Supra of GT86 bestaan. Er zijn er maar 351 van, en dus zijn ze extreem zeldzaam, zeer duur en echte verzamelaars­objecten (een paar jaar geleden werd er nog een verkocht voor een miljoen euro). Maar gelukkig bestaat er een man die er voor veel minder geld eentje voor je kan bouwen.

Voor een goedkopere 2000GT moet je bij een Japanner zijn

Zijn naam is Yoshiya Watanabe, en hij is de eigenaar van tuning-bedrijf Rocky Auto in Okazaki, in de prefectuur Aichi. Van huis uit is hij auto-ontwerper – zo hielp hij mee de Toyota HiAce te tekenen. Aangezien elk kind van vijf met een potlood dat had gekund, besloot hij zijn aandacht te verleggen naar iets spannenders en de autohandel in te gaan. Als jongeman verdiende hij veel geld door veel auto’s te verkopen aan de – destijds – onderwereldachtige Bōsōzoku, en specialiseerde zich even later in kyusha (oude) ­auto’s. Modellen als de Nissan ‘Hakosuka’ Skyline, de Kenmeri en de Datsun 240Z. Zijn rijke klanten – vooral uit Tokio – werden echter steeds ouder en wilden hun legendarische klassiekers graag uitgerust hebben met moderne zaken als airco, stuurbekrachtiging, et cetera. We kennen dat proces inmiddels als ‘restomodden’, maar we hebben het nu over 35 jaar geleden. Watanabe ging ­verder en bouwde exotische motoren in nietsvermoedende carrosserieën. Wil je een V8 Hakosuka? Geen probleem. Een retro-achtige RB met een carburateur? Of ergens een turbo op? Rocky kan het bouwen. Hij is echter geen willekeurige psychopaat die iconen naar de slachtbank leidt om zodoende een paar grijpstuivers te verdienen. Een rondje door de showroom van Rocky Auto bewijst dat Watanabe respect heeft voor het materiaal waarmee hij werkt, en kennis van zaken heeft. Eigenlijk zijn we misschien wel in de JDM-hemel (Japanese Domestic Market – auto’s puur gemaakt voor de Japanse markt, dus) beland. Ietwat verstoken in een hoekje staat het afval van zijn nieuwste project: vanaf het nulpunt opgebouwde replica’s van de iconische Toyota 2000GT, die nu 3000GT heten.

Geen doorsnee replica

‘Een rondje door de showroom van rocky auto bewijst dat Watanabe respect heeft voor het materiaal waarmee hij werkt’

Het r-woord zal de ware autofanaten doen schrikken, maar wacht even. Zet je vooroordelen even opzij en bekijk Watanabe’s werk op de merites ervan. Nee, het is geen origineel, maar wel is het uniek en met de hand gebouwd, en het heeft helemaal niets te maken met een MR2 die omhuld is door een glasvezel Ferrari-vorm. Watanabe scande zijn eigen 2000GT met een laser, en daarmee bouwde hij een houten bok. Hij hamert daar aluminium overheen, om de carrosserie gelijk te maken aan die van het origineel. De motor, transmissie, bedrading en sommige interieurdelen komen van Toyota, maar de rest wordt met de hand gemaakt. Ja, inclusief het onderstel. Het basismodel, de RA 3000GT, heeft een turboloze 3,0-liter 2JZ-zescilinder die is verbonden met een viertraps automaat. Maar als je wilt, kun je Watanabe een turbo laten toevoegen. Of een handbak. Of je gaat voor de hybride variant met de aandrijving van een Prius, en als je haarimplant goed genoeg is, kun je ook het dak eraf laten zagen. Aangezien de auto’s het evenbeeld zijn van het origineel zou je verwachten dat de advocaten van Toyota wel een wenkbrauw zouden hebben gefronst. Maar het bleef stil, waarschijnlijk vooral ook omdat Shihomi Hosoya, het hoofd van Toyota’s fabrieksteam in de jaren zestig en zeventig (en de man die de 2000GT reed tijdens de duurrace op Yatabe), betrokken was bij de ontwikkeling van de 3000GT.
Met een prijs van 2,5 euroton per stuk zijn ze niet per se goedkoop. Maar dat heeft in elk geval 30 mensen er niet van weerhouden om er een te kopen en een paar jaar te wachten voor de auto werd geleverd (het kost vijftien maanden om er een te bouwen).

Hij is geweldig om te rijden

In een vintage gouden exemplaar zetten we koers naar de weelderige en kleurrijke heuvels van Aichi-ken. De auto heeft een aantal prachtige externe details, maar het interieur ontbeert de verfijnde afwerking die auto’s uit de jaren zestig kenmerkt. Hier zien we plastic satellieten en klokken van Toyota die bepaald niet de elegantie en gratie hebben van het origineel, en de houten panelen lijken ook nergens op, als je ze vergelijkt met de 2000GT. Maar dan ga je rijden. De besturing en de niet-gesynchroniseerde handbak zijn heel handelbaar. De motor is geweldig – die heeft echt veel karakter en bruist van plezier. Dankzij de moderne besturing en ophanging is hij hilarisch vlug en lichtvoetig. En dan is er het geluid. Het verdrijft alle afleiding en zorgt ervoor dat je je concentreert. Met 223 pk is hij niet supersnel, maar wel bijzonder bruikbaar – hij bezorgt je een onvergetelijke ervaring.
Uiteindelijk biedt de 3000GT waar het bij autorijden allemaal om gaat: een fysieke, sensuele en lonende sensatie. Dit is waar we straks naar zullen verlangen als we Netflix zitten te kijken in onze autonome pods. Het mag maar een replica zijn, maar het is ook vurige emotie en pure opwinding verpakt in een pervers schitterende ­carrosserie. Net als het origineel. En dan mag je dat best namaken.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear