Ergonomie in auto’s? Nergens goed voor. Al die tijd en aandacht die eraan wordt besteed, alleen maar zodat je nek nog dezelfde vorm heeft en in een anatomisch correcte stand staat als je op je bestemming aankomt. Volstrekt onnodig. Mijn hoofd is licht gekanteld, mijn ruggengraat knikt de andere kant op, mijn voeten staan onder weer een andere hoek om de uit het lood geplaatste pedalen te kunnen bedienen.

De versnellingspook, een uitdagend verchroomde staaf met een bal erop, staat prettig dichtbij – maar dat kan ook niet anders in een cabine die naar moderne maatstaven kreupelend krap is. Ben je langer dan pakweg 1,80 meter, dan zul je jezelf in bochten moeten wringen om in een Ferrari Dino plaats te nemen. En toch… Toch kan het me niks schelen.

De klanken van deze Ferrari maken alles goed

Want gezond verstand en lichamelijke ongemakken verdwijnen naar de achtergrond zodra je de opengewerkte transmissie van twee naar drie klikklakt en je de in het midden geplaatste Ferrari-V8 voorbij 4.000 tpm jaagt, waarbij je dichtstbijzijnde oor het ernstig te verduren krijgt. Dat geluid. Mijn hemel, dat geluid.

  • Ferrari Dino restomod V8-motor
    Foto: © TopGear / Jonny Fleetwood
  • Ferrari Dino restomod schuin achter
    Foto: © TopGear / Jonny Fleetwood
  • Ferrari Dino restomod badge
    Foto: © TopGear / Jonny Fleetwood
  • Ferrari Dino restomod rijdend schuin achter
    Foto: © TopGear / Jonny Fleetwood
  • Ferrari Dino restomod V8-motor
  • Ferrari Dino restomod schuin achter
  • Ferrari Dino restomod badge
  • Ferrari Dino restomod rijdend schuin achter

Er is luchtgeklapper en aanzuigherrie, een kakofonie van kleppen begeleid door een uitlaatblèr die je nekharen omhoog doet krullen. Iedereen met zelfs maar een druppeltje benzine in zijn bloed zal deze belevenis gelukzalig ondergaan, schaterend en glunderend terwijl hij dieper wegzakt in de klassieke Ferrari-kuipstoel. Hier klinkt het lijflied van ons soort volk.

Toch is er iets mis met het geluid

Alleen: de toonsoort klopt niet. Het is volmaakt muzikaal, dat zeker – maar de maat, het timbre… Het valt niet te rijmen. Een Dino 246 als deze, uit eind jaren zestig, begin jaren zeventig, was uitgerust met een 2,4-liter V6. Vandaar ook zijn naam: 246. Hij had zo rond de 190 pk en dat was waarschijnlijk ook genoeg in een auto die nauwelijks meer woog dan een ton.

Maar deze Dino… Deze klinkt anders, en de aanhoudende acceleratie doet vermoeden dat zijn piekvermogen zeker niet op 190 pk ligt. Eerder op 300 pk, voortkomend uit een 3,2-liter V8 die werd bevrijd uit een latere Ferrari 328. Hij draagt de 18-inch wielen van een Ferrari 360 waarachter ook diens remmen huizen.

Niet alleen de motor is moderner

Er zijn instelbare Nitron-dempers en de ophanging beweegt zich gecontroleerd, in plaats van met licht horten en stoten zoals bij de standaardauto. Moderne banden zorgen dat de auto zich op de weg nestelt en bieden precisie wanneer hij een bocht in rolt. Toch voelt de handgeschakelde transmissie met de één in de dogleg-positie – ook afkomstig uit de 328 – volstrekt gepast aan. De koppeling is
nog steeds iets dat je moet leren kennen in plaats van simpelweg bedienen.

  • Ferrari Dino restomod interieur schakelmechanisme
    Foto: © TopGear / Jonny Fleetwood
  • Ferrari Dino restomod interieur
    Foto: © TopGear / Jonny Fleetwood
  • Ferrari Dino restomod interieur dashboard
    Foto: © TopGear / Jonny Fleetwood
  • Ferrari Dino restomod rijdend schuin zijkant
    Foto: © TopGear / Jonny Fleetwood
  • Ferrari Dino restomod interieur schakelmechanisme
  • Ferrari Dino restomod interieur
  • Ferrari Dino restomod interieur dashboard
  • Ferrari Dino restomod rijdend schuin zijkant

De besturing spartelt een beetje en het uitzicht over de carrosserie is authentiek en inspirerend. De auto ruikt naar leer, benzine en hete olie, het stuur en de tellers laten hun leeftijd met trots doorschemeren – karaktervol en licht versleten door liefde. Eerlijk gezegd is het hier en daar heerlijk tijdsgetrouw knullig. Het is nog steeds een klassieke Ferrari Dino, maar dan nog meer.

De maker van deze Ferrari Dino restomod

Welkom bij de kunst van Moto Technique. Die naam klinkt nogal chic, maar Kevin O’Rourke, de oprichter, is waarschijnlijk de meest nuchtere persoon die je ooit zult ontmoeten. Als ik hem in één zin moest omschrijven: hij is het soort man waarmee je een biertje wilt drinken. Hij maakt je aan het lachen (hoewel sommige van zijn grappen echt heel slecht zijn), is gepassioneerd, ter zake kundig en gul, en hij windt geen doekjes om de sterke en zwakke punten van zijn angstaanjagend prijzige werk.

Ferrari Dino restomod oprichter Moto Techniques

Hij weet ook veel meer van oude Ferrari’s dan voor een mens gezond is. Zijn restomod van een Ferrari Dino ‘Evo’ is een restomod die meer resto is dan mod. Dat wil niet zeggen dat zijn werk minder intensief of indrukwekkend is – maar de stempel die hij drukt is lichter, zijn ingrepen zijn meer in de geest van de originele ervaring. Je ziet hier niet de dunne huid van een oude Ferrari die over een moderne creatie is gespannen, eerder een bijgepunte klassieker die baat had bij de transplantatie van jongere – zij het niet per se nieuwe – organen.

Het werk van Moto Technique is fascinerend

De verklaring hiervoor is bijzonder simpel. Moto Technique is geen bouwer van hot-rods, maar staat bekend om zijn uitstekende restauraties van Zeer Dure Dingen. En als we ‘restauraties’ zeggen, bedoelen we topklasse, concourswinnende, alle-schroefjes-wijzen-dezelfde-kant-op perfectie tot op de laatste bout en moer. Niet ‘beter dan nieuw’, maar ‘als nieuw’.

Kevin beschrijft de mate van aandacht voor detail die in enkele van de traditionele restauraties gaat zitten, en je weet niet waar je blijft. Het gaat zover dat originele fabrieksfouten en inconsistenties exact worden nagebootst, simpelweg omdat dat is hoe de auto’s destijds werden afgeleverd.

Je wilt merken en modellen horen? Kevin heeft allerlei moois nieuw leven ingeblazen, van Ferrari 250 GTO’s tot 250 LM’s, van originele GT40’s tot 300SL’s (zowel Gullwings als Roadsters), Countaches en 350GT’s. Er staat een Iso Grifo in zijn werkplaats en in een hoekje spotten we een achteloos geparkeerde Miura die wat motorwerkzaamheden ondergaat waarbij titanium onderdelen komen kijken.

Deze restomod komt dichtbij de echte Ferrari Dino

Dit alles betekent dat Moto Technique in de unieke positie verkeert om te kunnen bepalen wat er precies nodig zou zijn om een Dino minder feilbaar te maken en aan te scherpen, zonder dat hij helemaal niet meer aanvoelt als een Dino. Dit is een marginaal verschil, maar de Moto Technique Dino weet het tastbaar te maken. Deze Ferrari is niet het soort auto – de wielen daargelaten – waarbij je om je oren wordt geslagen met moderne interieur­delen en een zee van koolstofvezel onder de motorkap. Dit is het soort auto waarbij Ferrari-kenners twee keer moeten kijken en zeggen: ‘Wacht even… Hè?!’

Natuurlijk verraden de wielen meteen dat het hier geen standaardauto betreft, en dat is een bewuste keuze. Een grotere velgmaat is nodig om de forse remmen de ruimte te geven, maar Moto Technique kan ook een period-correct wielontwerp in dezelfde maat uitvoeren als je dat liever wilt – en een 17- of 18-inch Campagnolo ziet er verdraaid goed uit.

Ferrari Dino restomod wiel

De auto die je hier ziet, is Kevins eigen ‘prototype’. Exemplaren die hierna kwamen, hadden een 3,6-liter met gasklephuizen, een speciaal gemaakte krukas, titanium drijfstangen, grotere kleppen en een MoTec-ECU. Eigenlijk een heter Ferrari-gerecht, opgetrokken uit authentieke basisingrediënten. De Dino’s worden samen-gesteld naar de wensen van de klanten en afhankelijk van hoe ze gebruikt zullen worden, afgewerkt naar smaak door de zusterfirma O’Rourke Coach Trimmers (het is een familiebedrijf, de bekleder wordt gerund door Kevins zoon), getuned en opgepoetst tot een subtiel handgemaakt pareltje.

Wie koopt nou een restomod van een Ferrari Dino?

Dit soort auto’s wordt doorgaans verkocht aan mensen die, tja, iets anders willen – volgens Kevin is het een breed bestand, van zakenmagnaten tot popsterren. Dit zijn geen auto’s voor investeerders of mensen die een emotioneel goedkope en flitsende indruk willen maken. Ze zijn misschien enigszins bruikbaar in hun context, maar ze zijn niet modern en ze zullen je niet redden met tractiecontrole en ABS als je iets te veel gas geeft op de Brink in Laren. Ze zijn beter benaderbaar, maar denk niet dat ze getemd zijn. En mocht je het je afvragen: prijzen zijn op aanvraag en over het algemeen tranentrekkend.

Maar je koopt dan ook een auto in een briljante, volslagen maffe niche. De stoffige origineel-of-niets clubjes zullen zich aan hem ergeren, hij zal niemand aanspreken die graag de grootte van zijn bankrekening publiekelijk verkondigt. In feite voelt hij aan als een vintage fabrieksstraatracer: verbeterd en bijgevijld, maar niet tot in z’n wortels opnieuw gevormd.

Het woord dat zich meteen opdringt, is sympathiek. Hij staat sympathisch tegenover de klassieke Ferrari-ervaring, maar doet zijn best om net iets verder te gaan. Bovenal zijn deze auto’s vreugdevol en vermakelijk en laten ze je grijnzen als een gek. En dat laatste is uiteindelijk de graadmeter voor succes.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)